Ook op de derde dag van het Gentse showcasefestival Glimps waren wij aanwezig om verslag te kunnen uitbrengen in woord en beeld.
André Joosse fotografeerde op de laatste dag van Glimps. Tiffany Devos en Jens Van Lathem schreven een verslag.
Onze oogjes opentrekken voor dag drie van Glimps deden we met de excentrieke Bajzel in het Café van de Charlatan. Een eenzame Pool in joggingbroek en Star Wars t-shirt beklom er gewapend met gitaar en pedalen, waar een allegaartje van stemvervorming, distortion en begeleidingsklanken uitkwamen, alleen het podium om veertig minuten lang het zweet uit zijn lichaam te spelen. Op het internet beschrijven ze ‘s mans genre als distortion-packed dance, maar wij hielden het gewoon bij “wtf” in onze notities. Eén van de nummers konden we het best beschrijven als punky sirtaki en zegt dat niet meer dan genoeg? (TD)
Campo trapte haar concertavond af met een trio Luxemburgers. Alsof Four Tet hemzelve het gesampled had, weefde de frontvrouw van Monophona in de eerste twee nummers haar akoestische gitaar doorheen de elektronica van drummer en toetsenist. Daarna werd overgeschakeld op een iets meer industriële sound, al bleef de nadruk liggen op de stem van de zangeres. Die probeerde het in de hoogte, de laagte, het klagende, het mompelende en alles dat daartussen ligt, maar wist uiteindelijk geen plekje in ons hart te veroveren. (JVL)
Vervolgens bleven wij wachten om een kwartiertje van het optreden van Os Meus Shorts mee te pikken. Het collectief staat duidelijk met beide voeten in de free jazz, al begrensden ze zichzelf door het concept waarin ze spelen (elk kort stukje is het themalied voor een dorp of stad die nog niet bestaat) en een drang naar harmonieus samenspel. Geruggesteund door een gitarist die stukjes zware rock en schuine melodieën de muziek binnensmokkelde, stond de band meer dan hun mannetje in het jazzaanbod van Glimps. We vertrokken evenwel vroeg, want we konden het ons nog niet veroorloven om weggeblazen te worden. (JVL)
Eén van de beste muziekjes die we dit jaar op Glimps ontdekten, waren ongetwijfeld de dreamy minimalistische beats ingekleurd met synthesizers, zwoele basgitaarklanken en gitaarriedeltjes van het Duitse trio Children. De Berliners creëerden met warme meisjessamenzang poppy elektronische klankentapijtjes die spanning opbouwden en erin hielden. Catharsis volgde met een cover van ‘Would I lie to you?’ en tegenstanders werden overtuigd door het inwisselen van de basgitaar door de iets minder hippe, maar daarom niet minder cool klinkende dwarsfluit. Niet mis voor een eerste keer België. (TD)
Van de zaal gingen we naar het café van de Charlatan om daar Charlotte uit Luxemburg te verwelkomen. De charmante zangeres van de band die duidelijk heel veel plezier aan haar performance beleefde, woont in Brussel, dus sprak ze ons aanvankelijk netjes in het Nederlands aan. We hoorden, naast verschillende talen en een Franstalig accent, ook heel melodische pop die slim in elkaar zit. Helaas had de band wat te kampen met een leegloop en op de koop toe mochten ze hun laatste nummer niet meer spelen omdat de organisatie wat van hun gear nodig had voor de volgende band. De sprookjeselektronica waarbij geen enkele gitaar op het podium op te bespeuren was, kon het Gentse publiek niet helemaal overtuigen en eerlijk, de band zoekt nog te veel naar hun eigen weg in de uiteenlopende ideeën die ze hebben. (TD)
In het Lakenmetershuis stond opnieuw een synthpopband met vrouwelijke aanvoering op het podium. Sea Change bleef een heel optreden lang hangen in de galm van hogere sferen, met vocals die tegelijk bevroren en ontdooiden. Echt onvergetelijke melodieën, waarvan dit soort muziek leeft, kregen we niet te horen, al moesten we toegeven dat keys, beats en zang vaak slim gelaagd waren en ons lichtjes in vervoering brachten. Pas bij de laatste song trokken een amalgaam aan opzwepende samples en een razende gitaar het niveau bruusk omhoog. (JVL)
Omdat ondergetekende ook eens benieuwd was naar hoe zo’n thuismatch klinkt, trok hij naar het Conservatorium waar het Belgische Amongster zaal Miry mocht vullen. En inderdaad, nog voor er een noot van weerklonken was werd de combinatie van half elektronische percussie en de klassiek-Amerikaanse sound van de keel en de gitaar van de frontman warm onthaald. Wij zochten vooral naar die zeldzame keren dat die twee elementen perfect samenvielen met het deken van keys en de antagonistische gitaarpartijen die de andere leden aan het geheel toevoegen, en bleven een heel klein beetje op onze honger zitten. De band heeft nog nood aan een anthem dat al hun schrijfsels aan mekaar bindt en netjes verpakt, al kwam het daarvoor perfect getitelde en zwaar geharmoniseerde ‘Over the river’ dicht in de buurt. (JVL)
Waar we ook gitaren konden spotten, was bij The Wands in de zaal van Charlatan. De hippies van tegenwoordig komen blijkbaar uit Denemarken, want psychedelica getransporteerd uit de jaren 60 werd ons deel. In het hart is de groep een duo, maar op het podium doen ze het met vijf en daar doen ze hun voordeel mee: we hoorden een vol bandgeluid met strakke gitaarlijnen, The Doors- orgeltjes, lange instrumentale stukken en plaats voor een tamboerijn/bongos/maracas-man. Uitstekend als afsluiter. (TD)