Verslag Bart Somers, foto’s Andre Joosse
Ik Glimps, jij Glimpst, wij Glimpsen. Deden we gisteren, en doen we vanavond opnieuw. We vonden het in 2011 een schitterend idee van de organisatoren om een showcasefestival te starten in Gent. België liep een beetje achter op dat vlak. Fijn dus dat er dit jaar een verlengstuk kwam.
Om te beginnen gingen we in het Charlatan Café kjken naar UMA, een jongen/meisje-duo uit Berlijn dat trage pop bracht. Naast een keyboard en de obligate Apple-laptop bedienden ze zich daarbij van nog een reeks andere elektronische spullen. Aanvankelijk hoorden we enkele fascinerende soundscapes die twijfelden tussen shoegaze en new wave en opvielen door hun repetitiviteit. De eerste 3 songs wisten we bijzonder hard te smaken, daarna werd het wat experimenteler en tevens minder goed. De kunst om ontoegankelijke nichemuziek te verzoenen met een kwalitatief hoogstaand niveau hebben deze 2 niet helemaal onder de knie. Na 6 nummers hielden we het voor bekeken om een stukje Mutiny On The Bounty mee te pikken in de Kinky Star. Het café zat aardig vol voor de post-hardcore van deze Luxemburgers. Ons ding is het niet, al was het publiek wel enthousiast.
Blij dat er een einde was gekomen aan de stortregen die voor een helse autorit richting Gent had gezorgd, togen we naar de Handelsbeurs om Francis International Airport aan het werk te zien. Deze Oostenrijkse band staat al een tijdje op onze radar en we waren dan ook erg benieuwd naar hun podiumprestatie. Het geluid van hun muziek had iets van de eighties, op een manier waarop je dat ook van bijvoorbeeld Zulu Winter kunt zeggen. Helemaal blijven hangen deden de songs niet. Je hoorde iets goeds zonder dat je echt enthousiast werd, volgens ons kunnen die refreinen een pak sterker. De catchy single ‘Monsters’ uit 2010 stak een beetje met kop en schouders boven de rest uit. We zagen een goed gerodeerde en op elkaar ingespeelde band die duidelijk voldoende tijd en energie in hun muziek steekt. Een internationale doorbraak zien we niet direct zitten voor deze jongelui, al kunnen ze wel een ideale support act zijn voor een grotere band.
Het fijne aan een showcasefestival is dat je ook weleens onverwacht een of andere zaal binnen duikt om een gaatje in je vooropgestelde programma te vullen. Zo belandden we in het Lakenmetershuis voor een optreden van Lyenn. De man releaset zelf niet zoveel muziek omdat hij vaak toert als muzikant voor onder meer Mark Lanegan, aan wie ook de songs die hij live bracht verwant waren. We hoorden doorleefde nummers waar Lyenn alles van zichzelf in leek te steken, het is weer eens wat anders dan een artiest die duidelijk een fake show aan het opvoeren is. Het sterkste wapen van de Brusselaar is een uitzonderlijke stem die vaak de hoogte in gaat zonder op de zenuwen te werken. Hij stond niet op ons initiële programma omdat we focusten op buitenlands acts, maar noem hem gerust ons eerste hoogtepunt van de avond. Fijn zaaltje trouwens met knusse zetels, dat Lakenmetershuis.
De beste band van de avond was Pinkunoizu die we daarna zagen in de Charlatan Zaal. Het was onze eerst ontmoeting met de Denen en hopelijk niet de laatste. Veel hebben we niet op onze horloge gekeken tijdens hun psychedelische show die het midden hield tussen de jammende The Doors, Tame Impala, Black Rebel Motorcycle Club en Kasabian. Het ligt niet voor de hand om met deze uiteenlopende klanken een vloeiend geluid te maken, al had Pinkunoizu hier totaal geen problemen mee. De Charlatan zat bijna helemaal vol en hoewel een optreden tijdens een showcasefestival vaak een komen en gaan van toeschouwers is, zagen we bijzonder weinig uitgaande beweging tijdens dit concert. Hopelijk delen de beleidsmakers van de Belgische zalen en festivals onze mening en zien we deze bende snel terug.
Afsluiten deden we met het Belgische PAON in Barville. We hadden de naam weleens zien passeren op de kalender van de VK en wisten vaag dat er leden van The Tellers bij zaten, al kenden we geen enkele song. Na gisterenavond kijken we alvast uit naar hun debuutalbum dat er in de loop van 2013 zou moeten komen. De afsluiter van hun set en een iets daarvoor gespeeld uptempo neefje van Mumford & Sons zijn volgens ons geheide radiohits. De rest van het optreden zat vol songs met steeds een vrolijke schwung, maar ook telkens een heel andere variant van vlot in het gehoor liggende alternatieve pop. De bassen deden soms denken aan een blijere Balthazar, terwijl er ook voor het overige steeds iets typisch Belgisch in de muziek zat, naast een dosis Scandinavische frisheid en een scheutje opgewekte sixties, surf en zelfs chanson. Je hoort het, PAON is niet voor één gat te vangen en moet tot mooie dingen in staat zijn.
Vanavond trekken we opnieuw naar Gent. Jij ook? Lees hier alvast onze tips. Aanraders van andere mensen, info en tickets vind je via www.glimpsgent.be.