Het Dour Festival is de laatste jaren uitgegroeid tot de tempel van de alternatieve muziek. Zowel opkomende bands als gevestigde waarden uit zowat elk genre zijn hier te bewonderen. De Britpop was dit jaar rijkelijk vertegenwoordigd. Pulp en Suede, twee pioniers uit de jaren negentig, zakten af naar Dour. Het weer liet het jammer genoeg afweten en zorgde voor heel wat miserie op de camping. Dit weerhield de meer dan 150.000 festivalgangers er echter niet van om een gigantisch feest te bouwen op de wei.
DAG 1, Donderdag 14 juli
Vier dagen, 200 groepen en extreme weersomstandigheden maakten het niet makkelijk om het ideale Dour-parcours uit te stippelen. Dat van ons startte met een van de Belgische revelaties van dit jaar: Intergalactic Lovers (***). Frontvrouw Lara Chedraoui bewees dat ze ook live een goede stem heeft. Hun eerste en grootste single ‘Delay’ was zoals verwacht het hoogtepunt. De Magic Soundsystem zat vrij volgepakt. Lara kon niet stoppen met glimlachen en was het publiek enorm dankbaar. Op het einde speelde ze nog een akoestisch bisnummer met haar gitarist en zei: “Merci pour être le public le plus magnifique”.
We trokken naar de Balzaal die enkel vandaag bekend stond als de ‘Rampage-stage’: de beste drum & bass van het moment uit Belgie en het Verenigd Koninkrijk volgden elkaar op. Nu was het de beurt aan Camo & Krooked (**1/2). Hun beats kwamen eerlijk gezegd niet helemaal tot hun recht door rommelige mash-ups en gaven een iets te routineuze indruk.
Tijd om Channel Zero (**) het hoofdpodium te zien afbreken. De Belgische metalheads die net hun nieuwe plaat opnamen in Los Angeles, begonnen er goed aan met ‘Suck My Energy’. Het nieuwe materiaal klonk slechter en rommelig. De combinatie van de saaie set en het Kempische Frans van zanger Franky De Smet deden het publiek uiteenvallen. Een groot contrast met hun optreden op Graspop waar ze een veel betere set speelden.
De bruisende beats van Original Sin (***) deden de Balzaal helemaal op zijn kop staan. Zijn set was al een pak strakker dan die van Camo & Crooked maar nu ook niet legendarisch goed. De tent begon een pak drukker te worden. Crowdsurfers en pinten vlogen door de lucht. Vrijdag hadden de organisatoren ook een tweede ingang gemaakt omdat het een hel was om iedereen langs die ene kant te doen binnen- en buitengaan.
De grondleggers van de desert rock Kyuss Lives! (****) stellen nooit teleur. Met ‘Gardenia’ zetten ze een vurig en geslaagd optreden in. De oerschreeuw van John Garcia, de rauwe basnoten van Nick Oliveri, de knallende drums van Brant Bjork en het scheurende, perfecte gitaarwerk van Bruno Fevery zorgden voor een fantastische trip door de stonerrock wereld. Onze eigenste Belg Bruno Fevery die origineel gitarist Josh Homme vervangt doorheen deze reünie-tournee, voert zijn taak meer dan goed uit. Met gesloten ogen zou je durven zweren dat zijn roodharige hoogheid zelf op het podium stond. Hoogtepunten ‘El Rodeo’, ’100 Degrees’ en ‘Green Machine’ zetten The Last Arena in vuur en vlam.
Tijd voor Foals (****) in de ClubCircuit Marquee. Deze Britten brachten experimentele indierock met een hoog adrenaline-gehalte. Het was uitkijken om de nieuwe plaat ‘Total Life Forever’ live mee te maken. Ze stelden niet teleur. Nieuwe songs als ‘Spanish Sahara’ hielden het publiek goed aan de praat. Ze zijn misschien iets meer uitgerokken dan oudere knallers als ‘Two Steps Twice’ of ‘Cassius’ maar de Foals-sound zit er nog steeds in. Zanger Yannis Philippakis hanteerde ook meer Robert Smith-achtige zanglijnen. Foals was ongetwijfeld de grootste verrassing en samen met Kyuss Lives! het beste wat we vandaag al zagen.
Tegenwoordig komt Cypress Hill (***) elke zomer wel naar een of ander Belgisch festival. Op de main stage van Dour zouden we ze toch niet meer zetten. Als hip hop act het hoofdpodium van een groot festival afsluiten is sowieso al geen makkelijke klus. Cypress Hill heeft daar natuurlijk al wel wat ervaring mee maar het probleem in Dour is dat het geluid van The Last Arena veel te laag staat. Dat viel deze editie heel hard op. Het leek alsof Joke Schauvliege zelf achter de PA zat. De usual hits ‘Insane in the Brain’ en ‘Hits from the Bong’ zorgden nog steeds voor een feestelijke reactie bij het publiek, maar deze had een pak beter moeten zijn.
DAG 2, Vrijdag 15 juli
Het weer zat mee voor de hardrockers van Papa Roach (*), heel aangenaam voor de festivalgangers om na al die regen van de voorbije dagen even aan de main stage te genieten van de zon. Hetzelfde kunnen we niet zeggen over de set van Papa Roach. Hun nieuwe materiaal kon niet overtuigen en zelfs monsterhit ‘Last Resort’ op het einde kreeg het publiek niet helemaal mee. In een interview zei gitarist Jerry Horton onlangs dat ze op het volgende album gingen experimenteren met elektronische sounds. Als dat maar goed komt.
Dour staat bekend om nieuwe groepen te ontdekken. The Qemists (***1/2) is er zo eentje. Ze brengen drum & bass gemixt met alternatieve rock. Je kan het wat vergelijken met Chase & Status live, maar dan sneller en harder. Ze beschikken over een vrij begenadigde drummer, een bassist en een gitarist. Deze combinatie bracht je moeiteloos aan het dansen en blies de Dance Hall de lucht in.
Klaxons (***) deden wat ze moesten doen: de Clubcircuit Marquee uit zijn dak laten gaan. Tijdens ‘Atlantis To Interzone’, ‘Gravity’s Rainbow’ en ‘Magick’ konden we maar een ding besluiten: missie geslaagd! De Britten zijn nog steeds hot en stonden als gekken op het podium.
Nadat de laatste noten van ‘It’s Not Over Yet’ weerklonken in de ClubCircuit Marquee, liepen we snel naar The Last Arena om de Britpophelden van Pulp (****) voor het eerst aan het werk te zien. Jarvis Cocker maakte zijn reputatie als charismatische frontman helemaal waar. Hij droeg hoge hakken en een volledig rode outfit. De ervaring druipt van deze groep af, ze losten moeiteloos alle verwachtingen in en gaven een quasi perfect concert. Jammer dat het geluid weer zo zacht stond. De hoogtepunten waren ‘Sunrise’, ‘Disco 2000’ en uiteraard afsluiter ‘Common People’.
De Britse Dubstep-producer en DJ Rusko (****) was het beste wat we gedurende de 4 dagen in de Balzaal te zien kregen. Vooral bekende knaller ‘Cockney Thug’ zorgde voor een intense climax. Samenwerkingen met onder andere M.I.A. en een groot aanzien van de dubstepwereld hebben van Rusko een icoon gemaakt. Hou hem in de gaten.
DAG 3, Zaterdag 16 juli
De Californische reggae-formatie Groundation (***) speelde maar liefst twee keer op Dour. Vandaag ging het om een ode aan Bob Marley, het idool van elke reggae-artiest. Ze brachten echter niet de grootste hits van de Jamaicaan maar vooral onbekendere nummers. De set kende een mooie opbouw om in het midden te belanden bij absoluut hoogtepunt ‘Could You Be Loved’. Ze verlengden de liedjes vaak ook met instrumentale stukken en solo’s die een zonnetje zetten op het sombere weer.
Daarna verplaatsten we ons snel naar de ClubCircuit Marquee waar Saul Williams (***) al aan zijn set begonnen was. Deze Amerikaan geeft een nieuwe definitie aan het woord artiest. Hij is niet enkel muzikant maar tevens dichter, schrijver en zelfs acteur. Hij jongleert met woorden alsof het ballen waren en was ook ditmaal in topvorm. Tussen de liederen door begon hij vaak te gedichten voor te lezen. Op muzikaal vlak waren vooral ‘List Of Demands’ en ‘Black Stacey’ de hoogtepunten.
Horace Andy (****) was nog een van die aangename verrassingen van deze Dour 2011. De ondertussen al 60-jarige Jamaicaan besteeg het podium van de dance hall in een opvallend legerpak. De set bestond uitsluitend uit reggae, geen triphop zoals bij Massive Attack. Tijdens ‘Money Money’ barstte de dance hall volledig los.
Ondertussen was het buiten beginnen stortregenen waardoor de weide definitief in een modderpoel veranderde. Slecht nieuws dus voor Suede (***), die op de main stage stonden geprogrammeerd. Al vrij vroeg op de setlist stond eerste hoogtepunt ‘Animal Nitrate’. Suede gaf ons de indruk van een stijlvolle band met veel ervaring. Brett Anderson toonde zich een bekwaam frontman met wat Brian Molko-trekjes. De modderpoel weerhield de die hard fans op de eerste rijen er niet van alle liederen mee te brullen. Dat was zeker het geval tijdens ‘Can’t Get Enough’ en ‘Beautiful Ones’.
Terug schuilen in de Dance Hall leek ons daarna een goed idee. We konden ons geen betere manier inbeelden om op te drogen dan met de stomende beats van Booka Shade (****). Dit Duitse DJ duo slaagt erin een onvergelijkbare sfeer op te bouwen met hun trippy house. Met clubhits als ‘Body Language’ en ‘Night Falls’ wisten ze de hele zaal naar hun hand te zetten.
De meest opmerkelijke naam op de affiche dit jaar was ongetwijfeld House Of Pain (***1/2). Sinds 2010 zijn de Amerikaanse hip hoppers weer samen en stonden nu op Dour voor een exclusieve show. Ze vlogen er stevig in met onder andere ‘Danny Boy, Danny Boy’. Het optreden kende een opvallende evolutie van badass rap tot rock band. De ‘Jump’-schreeuwen veranderden plots in bas- en drumsolo’s. Het gebeurt ook zelden dat je een rapper tegelijkertijd gitaar ziet spelen. Van covers zijn ze ook niet vies trouwens. Vooral ‘Just To Get A Rep’ van dit jaar overleden rap icoon Gang Starr was puik uitgevoerd. Ze kwamen terug voor een laatste bisnummer. Everlast riep ‘Jump Around’ en de wei gehoorzaamde. Zoals Pulp won van Suede op de main stage, zo haalde House Of Pain het veruit van Cypress Hill.
We sloten de dag af met alweer een enorm feest in de Balzaal met onder meer Digital Soundboy Soundsystem () en *Doctor P (*1/2). Het hoogtepunt van dit drum & bass en dubstep festijn was Doctor P’s remix van ‘Tetris’, nu al een hit op YouTube.
DAG 4, zondag 17 juli
Op de laatste dag scheen de zon. We trokken naar The Last Arena om de Italiaanse Jamaïcaan Alborosie (***) aan het werk te zien. Deze man heeft dreadlocks tot onder zijn knieën en een ongelooflijke gave om interactie tot stand te brengen met het publiek. Met songs als ‘Still Blazin’ en ‘Kingston Town’ maakte hij er een uitstekend begin van de dag van.
We bleven in de reggae sfeer hangen in de Dance Hall met Anthony B (1/2) en Israel Vibration (), maar deze waren al een pak minder overtuigend dan Alborosie.
Het Britse duo Blood Red Shoes (***1/2) is aan een serieuze opmars bezig de laatste tijd. Ze staan bekend om hun stevige live shows en ook ditmaal stelden ze niet teleur. Al vroeg in de set brachten ze de bal aan het rollen met ‘It’s Getting Boring By The Sea’. Op de eerste rijen waren vele fans al helemaal euforisch. Het is fascinerend om deze twee jongeren bezig te zien. Referenties als The White Stripes en The Subways zijn niet uit den boze. ‘I Wish I was Someone Better’ en ‘Colours Fade’ waren de andere hoogtepunten.
The Drums (***) is de New Yorkse surfrock-act die vorig jaar aan de macht kwam. Deze mannen hebben een heel eigen sound gevormd die in elk lied terugkomt. Live kwam deze tevens heel goed tot uiting, alleen stoorden de spastische neigingen en het gebrekkige gezang van frontman Jonathan Pierce ons wel. Het is een merkwaardig figuur. Bij het aankondigen van ‘Best Friend’ zei hij op een heel droge wijze: “This is a song about my dead best friend”. De sfeer in de ClubCircuit Marquee zat wel goed. Hits ‘Let’s Go Surfing’ en ‘Forever & Ever Amen’ werden (gelukkig) luidkeels meegezongen.
De Drum & Bass sensatie Pendulum (**) sloot de main stage van Dour 2011 af. Wie kwam voor ‘Tarantula’ en meer van dat soort drum & bass, kwam bedrogen uit. De band is een commercieel gedoe geworden tot en met. Combineer dit met het zwakke geluid en je krijgt een grote flop van een show. Zelfs de combo ‘Blood Sugar’ en ‘Voodoo People’ op het einde kon daar weinig verandering in brengen.
Dour is en blijft een van de betere Belgische festivals dankzij de laisser-faire sfeer, het enorm uitgebreide aanbod aan verschillende genres en de nieuwe groepen die je er kan ontdekken. Het blijft een goede formule om iedereen vier onvergetelijke dagen te doen beleven. Volgend jaar zijn we er terug bij en hopelijk de zon ook.