Gisteren vond de vijfde editie van het muziek- en literatuurfestival Crossing Border plaats in de Arenbergschouwburg. Op het programma stonden artiesten uit verschillende genres geprogrammeerd in vier zalen.
Onze dag startten we met de folkie indiepopformatie Lucius. Het vijftal bracht net ‘Wildeman’ uit en kwam die plaat voorstellen in Antwerpen. Hun liedjes bevonden zich qua sfeer tussen ingehouden lichtvoetigheid en bombastischere ernst, wat leidde tot een set die perfect op maat bleek van het zittende publiek. Met hun twee sterk op elkaar gelijkende zangeressen hadden ze een grote troef in handen, de songs op zich bleken dan weer minder memorabel. Hoe dan ook was dit een geslaagd begin van Crossing Border.
Daarna daalden we even de trap af voor de vijf Britse jongens van Swim Deep die in de Club De Ville mochten bewijzen wat ze nog waard zijn na de hype die ontstond voor hun debuutplaat ‘Where The Heaven Are We’. Het antwoord daarop bleek eenvoudig, gezien de saaie show van zondag. De niet bijster originele nummers werden door de band op automatische piloot gespeeld en bovendien verknoeide het vijftal hun beste song ‘She Changes The Weather’ met onnodig drieste gitaren. Middenin de set was er overigens wel een lichtpuntje, dankzij een plezierige cover van Cyndi Laupers ‘Girls Just Wanna Have Fun’.
Vervolgens keerden we terug naar La Zona Rosa voor Phosphorescents najaarsdoortocht op het Antwerpse festival. Gisteren was de man vergezeld van een zeskoppige band die in een halve cirkel rond hem opgesteld stond en voor een sterker en rijker geluid zorgde dat meer dan welkom was in de grote zaal. Toch pakte dat niet altijd goed uit, bijvoorbeeld bij ‘Song For Zula’ dat zijn fragiele en weemoedige jasje verloor. Voorts speelde frontman Matthew Houck nog een piano- en een gitaarliedje solo en charmeerde hij zo het hele, bijzonder enthousiaste publiek.
We verkozen de ijzige klanken van Jenny Hval boven de warme liedjes van Radical Face. De Noorse singer-songwriter stond met een drummer, een bassist/gitarist en een glitterpet op haar hoofd in de kleinste zaal van de Arenberg. Je kan de vrouw misschien het best omschrijven als het stoute zusje van Julia Holter. Ze begon het optreden met gepiep en gekraak dat menig toehoorder de stuipen op het lijf joeg en bracht later nog een duet met een robotstem. Kortom: het ging er best vreemd aan toe en dat mag bij momenten ook wel eens.
Een paar minuten later mocht John Grant het podium van La Zona Rosa betreden. De Deense singer-songwriter kwam daar mooie pianoliedjes uit z’n eerste album ‘Queen of Denmark’ spelen, aangevuld met elektronischere songs van het recentelijk succesvolle ‘Pale Green Ghosts’. Dat deed hij op een keurige, berekende manier, maar tegelijkertijd ook met bakken charisma en een prachtige stem. Onder dreunende beats of donderende instrumenten van zijn begeleidingsband kwamen zijn nummers zondag het best uit de verf (het titelnummer van zijn laatste album, ‘It Doesn’t Matter To Him’), maar ook de stillere songs konden evenzeer overtuigen (‘Marz’ in het bijzonder). Aan het einde van de set volgde een terechte staande ovatie.
Hierna mocht de ziedende post-punkgroep Savages één van de twee grotere podia afsluiten, namelijk de Club De Ville. Dat deden de vrouwen in de gekende stijl: beukend, zonder medelijden en bijzonder agressief. Nochtans kende het viertal wel een mindere start wegens een verdovend luide opener ‘I Am Here’, te lange pauzes tijdens de nummers en een ongebruikelijk rustige Jehnny Bett. Daarnaast bleef het publiek bij aanvang quasi bewegingsloos luisteren, wat de sfeer ook niet ten goede kwam. Al gauw kwamen zowel band als fans evenwel op dreef en werd vanaf ‘She Will’, middenin de set, het kookpunt bereikt. Wat volgde was smerige, compromisloze punk die onze oren deed blozen, met een minutenlang gerekt ‘Husbands’ dat wat ons betreft het hoogtepunt van de avond genoemd mag worden.
Tot slot gingen we nog een half uur naar These New Puritans kijken dat voor een verrassend lege zaal hun grootse songs ten berde bracht. Terwijl het laatste album van de Britten, ‘Field Of Reeds’, vol quasi ondoorgrondelijke lappen muziek staat, konden ze live – na de show van Savages – wel bekoren en vooral ontspannen. Toch misten we wel wat energie en hadden we een impressionantere show gehoopt en verwacht.