Het verhaal van Clock Opera is niet echt spannend te noemen: een viertal uit Londen dat pianogestuurde rock maakt die wel eens op het gemoed durft in te spelen. Dat heb je inmiddels wel al eens eerder gehoord. Verwacht je nu ook niet aan een Coldplay uit de Aldi, want op hun debuutplaat ‘Ways To Forget’ komen Guy Connelly en zijn collega’s bijwijlen verrassend scherp uit de hoek. Op zijn best is Clock Opera een bizarre maar amusante mix tussen Django Django en Elbow. Alleen jammer dat die grand cru-momenten zowel op plaat als live iets te vaak ingewisseld worden voor gemakzuchtige indie met net een snuifje zout te weinig.
Het ontbreken van een voorprogramma kan duidelijk ook een invloed hebben. Nog voor je het wist had je openingsnummer ‘White Noise’ al achter de kiezen en moest je eigenlijk nog wakker geschud worden. Clock Opera had dan maar potten en pannen meegenomen, die ‘A Piece Of String’ van een exotisch en ietwat geflipt tintje voorzagen. Natuurlijk is het dan wel spijtig dat halverwege de techniek hen in de steek liet en de song opnieuw aangezet moest worden, maar het is net de spontaniteit die toen opborrelde die we op andere momenten misschien te weinig te zien kregen. “You’ve got to get mad as hell, got to go & ring that bell” klonk het in het mooie ‘11th Hour’, maar echt kwaad hebben we Connelly niet zien worden. En dat is zonde, want de dertien-in-een-dozijn impressie haalde het zo iets te vaak van de oprechte sympathie die we koesterden voor dit viertal. De dankbaarheid die Connelly toonde was echt, net als de blijdschap die ze hadden om hier te kunnen staan: een vreemd paardrijongeluk van de bassist gooide enkele weken voor de toer nog ei zo na roet in het eten.
Het moet ook gezegd dat Connelly een dijk van een stem heeft. Die deed ons een beetje denken aan Peter Silberman van The Antlers die stiekem aan de Prozac zou zitten. Bovendien zijn de songs minutieus opgebouwd en is Clock Opera absoluut een aanrader voor wie zijn poprock graag explosief en een tikkeltje bombastisch heeft. Was het een riskante zet om de betere nummers stuk voor stuk te bewaren voor het einde? Het zorgde er alvast voor dat er het laatste halfuur een ontzettende vaart in het optreden zat. Iets te laat misschien, maar het koningstrio ‘Move To The Mountains’, al na de eerste symptomatische pianodeun ontvangen op herkenningsapplaus, doorbraaksingle ‘Once And For All’ en vooral ‘Belongings’ vlak voor de bisronde waren om van te smullen. De combinatie van de smerige gitaarlijn, de catchy melodie en het hyperkinetische pianowerk in ‘Belongings’ was ongetwijfeld het hoogtepunt van de avond, en zo’n momenten hadden er misschien iets meer mogen zijn.
Gelukkig was de bisronde ook meer dan enkel obligatoir: ‘Fail Better’ en ‘Lesson No 7’ zijn niet de beste songs op ‘Ways To Forget’, maar het was mooi om vooral Connelly toch even te zien loskomen uit zijn ietwat statische houding. Dat is dan meteen wat we meenemen uit een uurtje Clock Opera: hoewel er zeker potentieel is, ontbreekt de podiumpresence en blijven niet alle songs even hard aan je ziel kleven. Clock Opera lijkt ons een band die het goed meent en die bestaat uit goeie jongens, al luidt het cliché: good guys finish last. Om ons definitief over de streep te halen, zullen ze eerst en vooral nog wat meer platen à la ‘Belongings’ moeten neerpennen.
Botanique programmeert binnenkort onder meer The Sheepdogs (10.04), Maïa Vidal (03.05) en Iron And Wine (03.06). Klik hier voor tickets, de volledige kalender en verdere info.
Album verdeeld door V2