Onlangs nog bekroond met de Red Bull Elektropedia Award voor ‘Most Promising Artist’, door de VRT aangestipt als ‘le nouveau Stromae’ en de soundtrack voor Fifa 2018. Sinds zijn succesvolle passages op Dour en Pukkelpop en zijn titelloze debuutplaat gaat het hard voor Tanguy Haesevoets, beter bekend als Témé Tan. Afgelopen week vond hij een gaatje in zijn ongetwijfeld drukke agenda en zakte hij af naar de gezellige Rotonde in zijn thuisstad Brussel. Daar bleek centrale verwarming een overbodige luxe.
Alvorens Témé Tan het podium besteeg, konden we genieten van Youri. In Youri herkennen we een muzikant die duidelijk uit hetzelfde eclectische muziekvaatje als grote broer Témé Tan getapt heeft. Bescheiden bracht hij enkele catchy nummers die zowel een romantische als een politieke inhoud hebben. Het publiek was opgewarmd, de toon was gezet.
Een klein halfuurtje later zagen we in het dimlicht van de coulissen het karakteristiek kroeshaar oplichten en klauterde de immer sympathieke krullenbol zelf het podium op. Témé Tan begint zijn set met een prachtig gezongen versie van ‘Olivia’ waarmee hij even heel de zaal stil krijgt. De perfecte opener voor een set die alleen maar explosiever zou worden. Het publiek genoot bedaard, net als in het daaropvolgende ‘Coups de griffe’.
“Spelen in Brussel is fijn, omdat veel van de mensen in de zaal meegewerkt hebben aan mijn album.” Met die zin luidde hij ‘Le ciel’ in, het nummer dat hij samen met de Brusselse producer Le Motel maakte. Net als Témé Tan staat Le Motel erom bekend abstracte straatgeluiden mee te nemen in zijn nummers, en ‘Le ciel’ is een mooi voorbeeld van deze sublieme samenwerking tussen de twee.
Hoewel de voertaal op het album voornamelijk Frans is, deist Témé Tan er niet voor terug om al eens een nummertje in het Engels te doen. ‘Hospital’, het Engelstalig nummer dat hij naar eigen zeggen te weinig speelt, klinkt wondermooi. Ondanks de taalswitch blijft het standaardrecept onveranderd: een bricolage aan afropop-invloeden, subtiele meerstemmigheid en een vette laag elektronisch vernuft. Het gemak waarmee Témé Tan zijn nummers speelt is een plezier om naar te kijken, en dat gemak vertaalt zich zonder moeite in een nuchter maar optimaal genietend publiek. Hoewel ook de genialiteit van nummers als ‘Tatou kité’ en ‘Ouvrir la cage’ niet optimaal doordringen, luidt Témé Tan een nieuw luik van de show in net voor de bisronde. De sublieme intro van ‘Améthys’ creëert een instant gelukzaligheid die de temperatuur in de Botanique moeiteloos met vijf graden deed stijgen.
Tijdens de bisronde trakteert Témé Tan ons nog op ‘Maititi’ en ‘Champion’. Daarin liet hij zich vergezellen door Youri aan de gitaar, Esinam Dogbatse aan de dwarsfluit en Mag Agawa als achtergrondstem. Het voorgaande klonk al fantastisch goed, maar de extra intstrumentatie en meerstemmigheid waren een absolute meerwaarde aan het geheel. Afsluiten deed Témé Tan met een knaller van jewelste. De Botanique veranderde even in een dansfeest wanneer ‘Cava pas la tête’ en aansluitend ‘Menteur’ door de zaal galmden. Magisch.
Alle ingrediënten voor een goede show waren aanwezig. Hoewel sommige tracks wat eentonigheid aanwakkerden, zorgde Témé Tan ervoor dat elk nummer bleef boeien. Achter elk nummer zit een uniek verhaal en elk nummer heeft daardoor een eigen karakter. Témé Tan is een perfectionist, vele nummers hebben een lange weg afgelegd alvorens ze op het album terecht zijn gekomen, maar zijn eclectiek is uitmuntend. Een geheel ervaringen die hij op zijn vele reizen heeft verzameld, vertaald in zeer dansbare electropop met afro-invloeden die ook live zeer goed overkomen. De live instrumentatie is trouwens iets om over na te denken, want wanneer Témé Tan zich laat omringen door een band wordt zijn genialiteit alleen maar benadrukt. Het is een man met de wereld in zijn broekzak, en zonder twijfel nog veel meer om ons in de toekomst van te laten proeven.
In de Botanique kan je binnenkort Destroyer (10.12), Baio (11.12) en Jay-Jay Johanson (16.12) aan het werk zien. Een volledig overzicht vind je op de website van de zaal.