Wat een ongelofelijk blij weerzien was het met Kevin Parker. De vorige keer dat we de Australiërs op de main stage van Pukkelpop mochten aanschouwen dateert van 2019. In een uitgeregende editie en nog vóór de release van ‘The slow rush‘, dat op valentijn 2020 op ons losgelaten werd. Dat album maakte aanvankelijk niet zo heel veel indruk, uitgezonderd enkele uitschieters zoals ‘Borderline’, ‘Lost in yesterday’ en ‘Breathe deeper’. Ondertussen is de appreciatie voor het album toegenomen, maar vooral: de ‘The slow rush’ maakte live zo’n goede indruk dat je wou dat je Kevin Parker graag eens aan je schoonouders had willen voorstellen. Foto’s door Joren Van Utterbeeck.
In de video-intro zagen we een medewerker van het fictieve farmaceutisch bedrijf AionWell op het scherm verschijnen die ons aanraadde om Rushium te nemen – beschikbaar in pilvorm of vloeibare variant. Het middel moet ervoor zorgen dat je tijdswaarneming vertraagt, met als gevolg: “minor expansion to large time collapses.” De medewerker werd vervolgens visueel verzwolgen door een veelkleurige vortex en onze dosis Rushium kon zijn werk doen. Opener ‘One more year ‘ vanop de nieuwe plaat was meteen een schot in de roos. Al hield het duidelijk nog even de voet op de rem om ruimte te laten voor de grote kleppers. Ook op ‘Borderline’ werd er al goed meegeschuifeld en de visuals hielden het braafjes trippy en kleurrijk. De aanstekelijke baslijnen die schatplichtig zijn aan disco schenen heerlijk door en waren Parker op zijn best – die in de studio alle instrumenten zelf inspeelt.
Na ‘Nangs’ – het een overgangsnummer noemen zou oneerbiedig zijn – kregen we ‘Breathe deeper’ en merkten we dat de jongste nummers meer dan hun mannetje kunnen staan voor een groot publiek. Het was meteen ook het startschot voor de lasers om een laagje toe te voegen de lichtshow. ‘Love/paranoia’ vanop ‘Currents‘ is een pakkende spijtbetuiging en ook dat kwam live ook oprecht zo over. “Girl I’m sorry”, wij geloofden je volledig, Kevin. Voor ons is ‘t koek en ei. Dat gezegd zijnde, het was tijd om nog een tandje bij te steken. “Should we take things up a notch?”, vroeg hij en dat is exact wat ze deden. Het instant herkenbare deuntje van “Elephant” bracht de weide aan het springen als stampte er een horde olifanten door Kievit.
Het bandje met ‘Mutant gossip’ liet de grond nog eens trillen met diepe bassen, en het hek was helemaal van de dam. De lichtshow bereikte ook zijn hoogtepunt met een gigantische lichtring die steeg en daalde bij verschillende tracks. Het rondje hits werd gestart door festivalanthem ‘Let it happen’. De confetti knalde, het feest werd compleet. ‘Feels like we only go backwards’ en ‘Eventually’ kwamen kort daarna evenwel prachtig uit de verf. Het eindsalvo werd succesvol ingezet. Parker vroeg om het publiek – en de bordjes – te zien waarna hij een kushandje gooide en iemand gelukkige verjaardag wenst ‘voor straks’.
Het laatste nummer van de reguliere set was er eentje voor de fans van het eerste uur. ‘Runway, houses, city, clouds’ met een lang uitgesponnen outro vanop de eerste plaat ‘Innerspeaker’. Muzikaal klonk dit een stuk grootser en voller dan op plaat. Logisch ook, want Tame Impala heeft een enorme evolutie doorgemaakt. Van een timide psychedelische rockband naar een stadionvullende indiepopband met discotoetsen en een megaproductie. Het psychedelische is er zeker nog, al schuift het in sommige poppy nummers wat meer richting achtergrond.
Tame Impala was een headliner grand cru, die zowel jong als oud bekoorde. De muzikale opbouw én lichtshow die een absolute meerwaarde boden, brachten fans van het eerste uur, en fans van nog maar een uur in vervoering. Nu nog zo’n potje Rushium pillen zien te bemachtigen om de tijd te rekken zodat dit zo lang mogelijk blijft nazinderen.