Doorgaans zijn de dagen van de Lokerse Feesten netjes gesegmenteerd per genre, al kregen we op de eerste dag een breed spectrum aan gitaren voorgeschoteld. Garage-, stoner-, blues-, altrock: ze kwamen allemaal in die volgorde voorbij. En met een flard ‘Heart of gold’ in de set van Black Box Revelation werd er zelfs een klets classic rock bovenop gedaan.
Foto’s van Caroline De Meyer
De hitsige punk van Equal Idiots moest het als opener opnemen tegen heel wat wachtrijen. Gelukkig hielden Thibault en Pieter iedereen bij de les met hun ondertussen vertrouwde sound. Die niet zo geslaagde cover van ‘Ca plane pour moi’ bedekken we dus graag met de mantel der jeugdige crowdpleasing van een ouder publiek (Sonic Youth deed het overigens al eens beter). Verder in de set werd er rijkelijk met saus gesmost, met een vettige openingsshow als gevolg. De pieptoon was gezet voor de rest van de avond.
De huurlingen van Tim Vanhamel kwamen precies net uit een café gewandeld bij de aanvang van de show. Pintje en safke in het ene hand, nonchalante swagger en een emmer woestijnzand in de andere. De stoffige stonerrock die Millionaire bracht, deed je weer beseffen dat Tim in een niet zo ver verleden aan de wieg stond van Eagles Of Death Metal, en heel wat tijd spendeerde in Palm Springs. Ondertussen is de Limburgse shamaan dan wel weer geacclimatiseerd aan de Belgische avondzon, toch klonk het uit ‘Paradisiac’ opgediepte ‘Streetlife cherry’ en ‘Petty thug’ vanop het zestien jaar oude ‘Outside the simian flock’ alsof ze van The Desert Sessions geplukt waren. De set leunde vooral op het nieuwe materiaal, met Vanhamel die z’n beste yoga-moves etaleerde in ‘Love has eyes’ en de kaai in beweging kreeg met het funky ‘Busy man’. Maar natuurlijk wist je tijdens valse trage ‘Silent river’ dat het tempo onvermijdelijk de hoogte in zou worden gejaagd met het demonische duo ‘I’m on a high’ en ‘Champagne’. Wel jammer dat de set grotendeels dezelfde was als de eerdere heropstandingsconcerten, want daardoor verloor Millionaire wat van z’n spanning en onvoorspelbaarheid. Voor wie hen deze zomer nog niet aan het werk had gezien, was het een stevig weerzien met een van ‘s lands onterecht vergeten rockhelden.
Welke weddenschap heeft Dries Van Dijck verloren opdat hij kaal achter z’n drumstel moest plaatsnemen? Bijna tien jaar na hun debuut zag Black Box Revelation er zelden zo volwassen uit, al hoorden wij toch nog steeds enkele verbaasde kreetjes à la “zijn die maar met twee?” Het duo dat bluesrock eigenhandig weer cool maakte, vriendjes werd met Seasick Steve en beste maatjes is met de Brusselse hiphop-scene rond Roméo Elvis en Zwangere Guy heeft z’n strepen onderhand wel verdiend, en werd daarvoor bedankt door een enthousiast publiek. In ruil werd er gul met hedendaagse belpop-hits gestrooid, van opener ‘Do I know you’ tot afsluiter ‘Set your head on fire’. ‘Warhorse’ werd opgedragen aan de typische Lokerse paardenworsten, en ‘Love licks’ ging uit naar Paternosters nieuwe lief Eva Deroo. Black Box Revelation bracht het als vanouds met zoveel nonchalance dat we wederom uit hun hand aten. Ook fijn: het verrassingsoptreden van Tim Vanhamel, die er gretig op los soleerde tijdens ‘Sealed with thorns’. Dat ze het matige ‘Gloria’ achterwege lieten, deed hen alleen maar meer punten scoren.
In ruil voor één tien minutenversie van ‘Champagne’ kreeg je van Pixies evenveel nummers voorgeschoteld. Of zo leek het toch: elke laatste noot was het begin van een nieuw nummer, en voor bindteksten was al helemaal geen plaats. Dat de twee albums die Pixies sinds hun reünie uitbrachten lang niet kunnen tippen aan hun invloedrijke altrock uit de 80’s valt een pak minder op wanneer ze afgewisseld worden met verschroeiende versies van onder andere ‘Broken face’, ‘Crackity jones’ en ‘U-mass’. Het was te nemen of te laten: Frank Black schreeuwde nagenoeg het hele concert met z’n ogen dicht, en de felle backlights maakte dat je weinig van de muzikanten kon zien. Dat hoefde ook niet, want met om de twee minuten een nieuw nummer moest je als toeschouwer aardig scherp blijven. Wie het tempo niet kon volgen, droop af naar de bar. ‘Um chagga lagga’ was het antwoord van nonkel Frank, en wij schreeuwden met hem mee.
Nee, nieuwe bassiste Paz Lenchantin komt qua podiumpresence en stem niet in de buurt van Kim Deal (het pijnlijkst in ‘Make it better for today’). Die discussie hebben we echter al iets te vaak gevoerd om er hier weer over uit te wijden. Er waren dertig andere nummers waarin ze enkel met haar bas beroerde en vers-uit-de-ontwenningskliniek Joey Santiago zijn duivels mocht ontbinden – inclusief kabelspielerei tijdens ‘Vamos’. Hoogtepunten waren er te veel (niet moeilijk met zo’n discografie), al vielen ze niet zo op omdat Pixies nergens echt de dieperik in gingen. Als we er dan toch eentje moeten uitpikken is het dat publiekskoortje in ‘Where is my mind’, dat elke keer weer voor kippenvel zorgt.
Ondanks de leeftijd en de verminderde relevantie klonken deze Pixies uitermate strak. Als ze die energie in een nieuwe plaat weten te gieten, zien wij het weer helemaal goed komen.