Liefhebbers van de gevoeligere electronica hebben een topweekend achter de rug, want na Tycho was het zondagavond aan Sohn om de kracht van synthesizers te tonen. En daar hadden wij weinig op aan te merken.
Wie enkel en alleen op basis van Sohns radiohitjes een kaartje kocht, had aan voorprogramma William Doyle een stevige kluif. De Brit die tot voor kort furore maakte als East India Youth breekt eindelijk de stilte en stelde in de Botanique een collectie eigenzinnige soundscapes voor. Waar hij in de studio zijn eigen klankenwereld opbouwt uit allerlei zorgvuldig gekozen samples en geluidsopnames, speelde z’n gitaar live een grotere rol. Je kon zowaar structuren herkennen, al was het voor toevallige passanten waarschijnlijk toch lastig om ergens een houvast te vinden. Soundscapes en een spoken word passage vormden de tussendoortjes in een hoekige geluidsbrij die sterk afstak met het gestroomlijnde geluid van Sohn.
Het sierde de producer om niet voor het gemakkelijke Grote Gebaar te kiezen. Met tweede plaat ‘Rennen’ toonde Chris Taylor namelijk dat hij wel de ambitie koestert om bunkers te vullen. Ondanks de wel erg nadrukkelijk aanwezige live-drums verloor z’n bij momenten breekbare electronica slechts zelden een deel van z’n frivoliteit. Met enkel een wit licht en z’n stem werd opener ‘Tempest’ ingezet, het nummer dat ook de deur opende naar debuut ‘Tremors’. Even later doemden achter hem een drummer en toetsenist op, met tussenin zangeres Nylo die beide instrumenten afwisselde en op het juiste moment voor een welkome tweede stem zorgde.
Sohn combineerde gisteren de melancholie van Apparat met de sensualiteit van Chet Faker. Dat kwam voor het eerst tot uiting in ‘Proof’, waarin de ledlampen op het podium opflikkerden in lijn met de albumhoes die achter de muzikanten ophing. Tijdens de zwoele breakbeat van ‘Signal’ baadde de band in een gouden licht terwijl ze geduldig naar een eerste ontlading toewerkten. ‘Tremors’ hanteerde dan weer een hitsig ritme om ons te doen zwijmelen.
Dat Taylor het hele optreden achter zijn keyboard bleef zitten, bleek geen bezwaar om het niet op een voorzichtig schuifelen te zetten. “Let’s loosen up” zei hij, alvorens het funky ‘Dead wrong’ in te zetten. Tussendoor toonde hij zich erg dankbaar en bescheiden, al zal hij nooit de vlotste spreker worden. Dat z’n muziek bij ons zo goed ontvangen wordt is geen verrassing, gezien het succes dat de donkere electropop en onderkoelde r&b van Warhaus, Tout Va Bien en Oscar & The Wolf hier hebben. Sohn speelde zijn breekbaarheid uit als grootste troef, met hartzeer en ontgoocheling als rode draad. “My love don’t love me“, zuchtte hij doorheen ‘Bloodflows’ terwijl je meedeinde op de sluimerende synths.
Dat het niet al kommer en kwel is bleek in een groots ‘The wheel’, dat de aanzet vormde tot een extatisch één-tweetje met ‘Artifice’. De opzwepende ritmes nodigden uit tot behoedzame danspasjes met een klapsalvo op het einde. Daarna durfde hij wederom het contrast op te zoeken door het naar de keel grijpende ‘Paralysed’, om via het recentere ‘Harbour’ terug te keren naar de orde van de dag: ‘Rennen’ promoten. ‘Falling’ kreeg een potige clubuitvoering, en ook ‘Lights’ richtte zich voluit op de dansvloer.
Daarna schroefde ‘Lessons’ het tempo een laatste keer terug, om met ‘Hard liquor’ een eigentijdse draai te geven aan soul en rock-‘n’-roll. Radiohit ‘Conrad’ werd echter lichtjes voorspelbaar achter de hand gehouden als uitsmijter in de bisronde, maar niet nadat in pianoballad ‘Rennen’ gastzangeres Nylo zich een laatste keer mocht laten gelden.
Sohn zette in de Botanique een strakke show neer die tot in de puntjes klopte. En hoewel de set iets te hard steunde op z’n ouder werk, werd het materiaal van ‘Rennen’ subtiel verweven in het live-geluid. Dat zorgde voor voldoende afwisseling tussen stomende clubsongs en breekbare electro, een mengeling die het deze zomer vast goed doet in zweterige festivaltenten.
Lees onze review van ‘Rennen’ hier.
In de Botanique kan je binnenkort onder meer Tennyson, Mitski en Pinegrove zien. Check de site voor de volledige kalender.