Shoegaze-minnaars aller landen bliezen zaterdagavond verzamelen in de Botanique om er een van de pioniers uit het ninetiesgenre aan het werk te zien. Enkele maanden na hun passage op Rock Werchter kwam Slowdive ons land namelijk nog een bezoekje brengen, en dat in de net iets intiemere setting van de Orangerie. In de zaal passen zo’n zevenhonderd mensen en daarmee behoort ze tot de kleinere venues die Slowdive deze tournee aandoet. Dat dit ervaren vijftal nog steeds tot in de details weet hoe het een geslaagde show moet neerzetten, bleek zaterdag nogmaals in onze hoofdstad.
Foto’s door Johan Bauwens.
Dat de Britten als support geen slaafse navolgers optrommelen, maar integendeel kiezen voor de man achter een van de belangrijkste electronicaplaten van dit jaar bewijst hoe veel aandacht Slowdive wil schenken aan het totaalplaatje van hun live-ervaring. Blanck Mass – 50% van Fuck Buttons – verzorgde het voorprogramma in de Orangerie voor niet meer dan een honderdtal aandachtige zielen. Net zoals op Rewire en Dour toverde Benjamin John Power met allerhande hardware om de meeslepende tracks uit ‘World Eater’ ook live aan elkaar te kunnen rijgen, hetgeen buitenaards klinkende noise-fragmenten en intrigerende ambient-intermezzo’s als gevolg had. Zo nu en dan leek je wat te verdrinken in de onvoorspelbaarheid van de pompende sounds die de knoppenboer op het publiek afvuurde, maar toch wist Power weer overduidelijk waar hij mee bezig was. Jammer genoeg was het gevoel dat Blanck Mass een pak meer tot zijn recht zou komen in een groezelige ondergrondse club dan in een veel te lege Orangerie om acht uur ’s avonds, net iets te overheersend.
Iets na negen werd Slowdive een eerste keer op groot gejuich onthaald. Drie jaar na hun gevierde reünie volgde eerder dit jaar de vierde langspeler, die zaterdagavond voor de eerste keer in een Belgische zaal werd voorgesteld. Openen deed Slowdive met ‘Slomo’, dat net als op plaat heerlijk baadt in hemelse gitaren, etherische akkoorden op keys en de fonkelende zang van Halstead en Goswell. De typische genre-ingrediënten op subtiele wijze telkens in een nieuw jasje steken – het is wellicht een van de redenen voor de ontegensprekelijke relevantie van de band anno 2017.
Hoewel de tijdspanne tussen ‘Star roving’ en debuuttrack ‘Slowdive’ zevenentwintig jaar bedraagt, sluiten de nummers live naadloos op elkaar aan. Beide songs ademen die typisch passieve agressie die schuilt in de meer rechttoe-rechtaannummers van het kwintet. Ze scheerden dan ook als een wervelwind door de Orangerie, voortgestuwd door krachtige drum- en baspatronen. Het volwassen publiek kon niet anders dan slikken, en deed dat met volle overgave – hoewel je je soms afvroeg of de dromerigheid van de gemiddelde Slowdive-song de zaal ei zo na in een onbewuste trance deed geraken of gewoonweg naar een bed deed verlangen. Waar we het wel over eens kunnen zijn, is het gestage (maar minieme) verval dat in de set kroop: bij momenten klonken de shoegazers net iets te voorbereid of net dat tikkeltje te geroutineerd, waardoor de kracht van hun indrukwekkende songs af en toe iets minder doordrong.
Dat Slowdive die karakteristieke gestolde schoonheid nog altijd feilloos weet uit te drukken is geen geheim. ‘When the sun hits’ was weer één brok flitsende intensiteit, ‘Alison’ betekende drie minuten smachtende weemoed en ‘Sugar for the pill’ gold als universeel pijnkwaaltje van dienst. En toen moest ‘Golden hair’ nog komen: pure psychedelische zwartgalligheid die eindeloos mocht blijven duren. Vanaf toen kon de band eigenlijk nog weinig verkeerd doen. Zeker wanneer de bisronde ingezet werd met de instant klassieker ‘No longer making time’, waarop verschroeiende drift blindelings het roer overneemt van melancholische zoetheid om dan toch weer af te ronden met die magische schittering die het nummer inleidde. Na een ietwat moeizame versie van ‘Dagger’ besloot ’40 days’ de set: voor een laatste keer loste Slowdive een wolk van jewelste, die op feeërieke wijze ronddreef in de Orangerie.
Na een blitzpassage – drie albums op vier jaar tijd – in de jaren negentig, nam Slowdive bijna twintig jaar congé. En ook al staan er ondertussen een paar vaders en een moeder op het podium – aan goesting ontbreekt het het vijftal niet, dat bleek zaterdagavond opnieuw in de Botanique. Van deze gigant zijn we nog niet verlost, en daar mogen we verdomd tevreden mee zijn.