Paaldanseressen! Dat is wellicht het enige wat we na afloop nog graag hadden toegevoegd aan de excentrieke avond die Shht ons had voorgeschoteld – wij hebben daar trouwens contacten voor, moesten jullie die ooit zoeken. Toegegeven, de heren hadden aan veel gedacht (al had een vestiaire handig geweest) om de beleving zo optimaal mogelijk te maken. Bij binnenkomst werd je verwelkomd met een oversized Shht-stempel, lagen er speculazen jezushht-figuren op de toog vergezeld van retro-lekkers (hmm tomaat-mozarellabrochettejes) en werd de nieuwe single ‘Mao’ alle eer aangedaan met een Mao-masker centraal op een voetstuk geposteerd en een gratis vintage Mao button (zolang de voorraad strekte). Dit alles terwijl zeemzoete Chinese popmuziek zich een weg zocht naar je trommelvlies. Qua sfeerschepping zat het alvast snor daar in Nest.
Shht zou Shht niet zijn moesten ze niet enkele onverwachte aapjes uit hun mouw schudden. Te beginnen met voorprogramma Danièle Van Os. Ze studeerde gitaar aan het Lemmensinstituut en rijfde al een veelvoud aan binnen- en buitenlandse onderscheidingen en prijzen binnen. Danièle zei geen woord maar liet haar vingers via haar akoestische gitaar haar verhaal vertellen, om na elk nummer met bescheiden verwondering het massale applaus in ontvangst te nemen. Er was dan ook een kleine discrepantie merkbaar tussen haar muziek, die we eerder in een zaal als de Bijloke zouden verwachten, en de context van een rumoerige rockzaal. Des te indrukwekkender moet het voor haar moet geweest zijn om alsnog dergelijke positieve publieksreactie te krijgen. Wat haar indruk was van de intieme dansverstrengeling tussen twee, aan Shht gelinkte, mannen in pak en zonnebril die zich op de grond voor haar neus afspeelde, hebben we echter het raden naar.
Opnieuw typisch atypisch van Shht om deze muzikale kaart te trekken en wat volgt penetreerde het concept eclectic electric tot aan het gaatje. Enkele nummers ver en volgende artiesten werden reeds door de aan bleeps en effecten aangesloten blender gehaald: Frank Zappa, The Flaming Lips, Led Zeppelin, Evil Superstars, en we ontwaarden zelfs wat progressieve metalinvloeden. De noiserock die Shht voortbrengt is namelijk van die soort dat het op één been balanceert terwijl het andere meteen tracht dit opnieuw onderuit te halen. Figuurlijk, maar ook letterlijk als je vanaf de eerste seconde zanger Michiel Renson maniakaal heen en weer zag stuiteren op en rond het podium.
Muzikaal bleef ook elke houvast nooit lang genoeg staande om even op adem te kunnen komen, wat de razernij die deze band drijft nogmaals markeert. Een absurde drift die ze evenwel nog niet in alle nummers standvastig konde laten rijmen met hoogwaardig songmateriaal. Nummers als ‘Life’ en ‘Don’t care’ gaan er ook live in als zoete broodjes en zo zaten er nog verschillende pareltjes verscholen in de set.
Tussen al dat lekkers raakten we evenwel ook zelf enkele keren het noorden kwijt wanneer de batterij stemvervormers en tempowisselingen songs aan kwaliteit deed inboeten. De bij wijlen overdaad aan auto-tune bracht het gevaar mee dat het een gimmick dreigde te worden waarmee het vernuft dat er achter schuilt misschien op de achtergrond kon geraken.
Nu heeft dit nul komma nul effect gehad op onze zeer goedgeluimde stemming doorheen de avond, met dank aan de explosie aan energie, bezieling en de verrassing – een acrobatenact in het midden van de zaal na drie nummers bijvoorbeeld – die op tijd en stond gepresenteerd werd. Het geeft wel aan dat Shht nog (veel) groeimarge heeft. De heren leggen de (entertainende) lat hoog waardoor ze het zichzelf niet kunnen veroorloven om er niet ten volle voor te gaan. Daarvoor zijn nog niet alle nummers geniaal genoeg. Ze hebben wél een hele resem aan andere troeven om dit feilloos op te vangen. Wie anders komt met bravoure weg met een mengelmoes van IDM, noise, postpunk, jazz, harde gitaren, hoempapa en de beste slechtste ‘Bohemian rapsody’ cover ooit? Shht bewees alvast in Nest dat het klaar is om een veel groter publiek te onderwerpen.
Magritte mag gerust zijn want er is zijn nieuwe muzikale opvolgers in het absurdisme opgestaan. Laat ze nog wat rijpen en onderwijl enkele geniaal gekke nummers schrijven, het potentieel en de lef is daarvoor ruimschoots aanwezig, en ze zijn klaar om zich in de slipstream van Millionaire en Evil Superstars te zetten. En wat die vocoders betreft: Tom Waits, Neil Young, Wayne Coyne,… hebben al bewezen dat je niet over een zangstem hoeft te beschikken om succesvol te zijn. Dus mannen, het is het experiment waard.