Vergeet alle clichés die de commercialisering van St. Patrick’s Day met zich meebrengen: in Ierland wordt er ook nihilistisch op gitaren geramd. Met The Claque, Fontaines D.C. en Girl Band stond er in de Orangerie van de Botanique een knappe triple bill.
Officieus draaide het natuurlijk allemaal om de combo van de twee laatste bands. Opener The Claque stond enkel op de affiche omdat het een zijproject is van Girl Band-gitarist Allan Dugan. Net als in z’n hoofdband was er een hoofdrol weggelegd voor ruwe gitaren, alleen werden die hier vernist met de gladde stem van zangeres Kate Brady. Opener ‘Hush’, klonk tien minuten lang alsof de versterkers onder water stonden en de cimbalen met een vijl bewerkt waren. Wat later leek er iemand een bosmaaier in gang te trekken in de toiletten van een technoclub, terwijl op de achtergrond gedempte bassen klonken en de frontvrouw een zo clichématig mogelijke een tekst afratelde over hoe wild the wind wel niet is. Wij kwamen naar Brussel voor opwindend lawaai, door The Claque raakten we vooral verveeld.
Geen verveling bij Fontaines D.C. De band nam z’n tijd om op gang te komen, en zodra dat gebeurd was, was er geen houden meer aan. Zelfs in de rustigere nummers bleef je geboeid door frontman Grian Chatten, die manisch over het podium ijsbeerde en met z’n handen geen blijf wist.
Het Ierse viertal scoorde eerder dit jaar met debuut ‘Dogrel’, maar besloot in de Botanique meteen uit te pakken met een nieuw nummer ‘Heroes death’. Wat later volgde met ‘Lucid dream’ nog een nieuwtje. Een opvolger voor ‘Dogrel’ zit er al snel aan te komen, en door de voorbereidingen moest de band z’n show op Sonic City dit weekend afzeggen. Om het goed te maken speelde de band dan maar een show die nog het hele weekend zal nazinderen.
In de Orangerie werd ‘Sha sha sha’ een strijdkreet, en mochten na het weemoedige ‘Television screens’ alle remmen los. Een bierflesje op de gitaar voor de loeiende intro van ‘Too real’ trapte de pogo in gang, waarna de drums in opruiende meezinger ‘Liberty belle’ iedereen klaarstoomden voor ‘Boys in the better land’ en ‘Big’.
Eerder dit jaar zagen we na Fontaines D.C. nog een ware exodus hoewel er nog een optreden van King Khan volgde. Voor Girl Band bleef het merendeel van de zaal gelukkig wel op post. Na een stilte van het jaar keerde de band terug met ‘The talkies’, waarop de band nog steeds klinkt alsof er iemand vanuit een betonmolen aan het schreeuwen is. In Brussel schokte de band zowaar nog harder van links naar rechts, met plotse gitaaruithalen of langere pauzes die enige vorm van spanningsboog versplinterden.
Frontman Dara Kiely hield de microfoon stevig vastgeklemd tussen z’n twee handen. Tijdens de stilte rond Girl Band leek het wel alsof hij een job in de IT-sector was begonnen, waar een onverzorgde baard en muf hemd niet afsteken met grijs kantoormeubilair. Hij schreeuwde echter nog steeds even beangstigend z’n duivels en stembanden uit z’n lijf, als een Jeff Tweedy die in plaats van cannabis aan de heroïne zat. ‘Pears for lunch’ kwam meteen hard binnen, en in ‘The salmon of knowledge’ kregen we meer rug dan gezicht te zien. We konden helaas niet heel de show uitkijken door de dienstregeling van de NMBS en beukten ons naar buiten tijdens ‘Shoulderblades. Met één oor op de vloer van het tussenstukje tussen twee wagons in, hadden we nog steeds het gevoel ter plaatse te zijn. We schreven het al eerder: opwindend lawaai.
In de Botanique kan je binnenkort naar Mannequin Pussy (10.11), Shura (13.11) en Surf Curse (13.11). Een volledig overzicht vind je op de website van de zaal.