Queens Of The Stone Age waren in Antwerpen om jongste plaat ‘Villains’ voor te stellen. Maar de Queens landden niet, ze sloegen in als een groot uitgevallen ruimtebrok. en lieten een krater vol uitzinnigheid achter. De hoeksteen van de rock-’n’-roll toonde zich onverwoestbaar, zelfs met een mankende frontman. “Feet don’t faill me now” zong Josh Homme vier nummers ver in de set, en we hoopten het met hem mee. Dan zien we hem plots tegen zo’n flexibele lichtpaal aanrijden, en wisten we dat we ons nergens zorgen om hoeven te maken.
Foto’s door Nick De Baerdemaeker
Het rondje opwarmen was toen net achter de rug, met een hitsig ‘If i had a tail’, die beukende drums van ‘Monster in the parasol’ en de loden riff uit ‘My god is the sun’. QOTSA is een pletwals die eenmaal op snelheid moeilijk te stoppen is. In het Sportpaleis klonken zowel de nieuwe als de oudere nummers even strak als Josh z’n broek. “Come on and dance with me, motherfuckers” grijnsde Homme na de furieuze finale van ‘You think I ain’t worth a dollar, but I feel like a millionaire’, en hij zette meteen erna meezinger van de avond ‘No one knows’ in. Tijdens de drumsolo in de laatste minuut zag Homme een eerste moshpit openen, en hij wist dat alles goed zat.
Met ‘Regular john’ werden de fans van het eerste uur op hun wenken bediend. Dankzij overijverig gitaarpedaalwerk rekte Troy Van Leeuwen het nummer tot een bezwerende hymne, waarna de zaal plots in vuurrood licht baadde en Josh aan het preken ging. “There’s a lot of bad stuff going on, but none of that bad shit matters. Right now is all that matters”, gevolgd door een stuiterend ‘The evil has landed’. “Fuck ‘m, here we come, get out of the way.” Efficiënter dan een waterkanon om relletjes te blussen, deze Queens.
De nummers van ‘Villains’ namen doorgaans wat gas terug en zetten meer in op de heupen dan op de headbangende nekwervels. Die dansbaarheid wordt aan producer van dienst Mark Ronson toegeschreven, maar ook op nummers van ‘Like clockwork…’ was het aangenaam bewegen. ‘I sat by the ocean’ en ‘Smooth sailing’ bewezen dat Queens Of The Stone Age zelfs in de donkerste dagen groovy rockers kunnen neerpennen waarmee ze arena’s uitverkopen. Doorgaans komt een band pas in het Sportpaleis terecht na een commerciële knieval, maar deze stonerrockers hebben hun eigenheid nooit helemaal opgeofferd. En zo kregen ook ballads als ‘Make it with chu’ of ‘Fortress’ een indrukwekkende cool – zelfs wanneer Troy z’n doubleneck-gitaar afstofte of Josh de hoge noten net niet haalde.
De koebel van ‘Little sister’ luidde na anderhalf uur een opzwepende eindspurt in. Het middenplein werd herschapen tot een kolkende zee van dampende lijven, en in een snoeihard ‘Sick sick sick’ was het volgen of vluchten geblazen. “There is no time to be cynical” sneerde Josh alvorens ‘Go with the flow’ in te zetten. Handen in de lucht en iedereen recht.
Wie toen nog niet uitgeteld was, kreeg in de bisronde nog enkele klappen te verwerken. Het opgejaagde ‘Head like a haunted house’ mikte op de trommelvliezen, en de stonerrif van ‘I think I lost my headache’ vormde de titel van dat nummer om tot één grote leugen, ook zonder snerpende trompetten. Natuurlijk moest dan de monsterlijke kolossus ‘Song for the dead’ nog volgen, een mokerslag die alles en iedereen murw sloeg.
Queens Of The Stone Age blijft een onberispelijke liveband die met veel overgave zowel nieuwe als ouder werk live nog nét dat beetje indrukwekkender brengt. Ook gisteren zagen we een band in topvorm aan het werk. Op naar de festivals.