We love an underdog story. Psychedelic Porn Crumpets stonden geprogrammeerd na Interpol, clashend met Oscar & The Wolf en gevolgd door opkomend dj-talent Young Marco. Verrassend genoeg was The Secret tot de nok gevuld. De Crumpets hebben een bescheiden, maar fanatieke aanhang en die waren zeker van de partij. Vooraan stond een echte patriot zowaar met de Australische vlag te zwaaien. In het publiek waren de fans gemengd met een grote groep mensen die curieus eens kwamen kijken. Deze werden zeker aangestoken door het enthousiasme van de liefhebbers. Zelfs tijdens de soundcheck was er geroep en applaus. De hype was er, ze moest alleen nog waargemaakt worden.
Op de tonen van het epische ‘Nessun dorma’ van Pavarotti begeefden het langharige vijftal zich naar het podium. Op de hoge accentnoten van Pavarotti smeet zanger Jack McEwan zijn handen in de lucht en het reeds opgehitste publiek deed vurig mee. En toen begonnen ze eraan. Op de tonen van ‘Bill’s mandolin’ veranderde het staande publiek tot een wilde zee waar elke druppel van her naar der gesmeten werd. De grootste mosh pit die het festival tot nu toe gezien had was volledig aangewakkerd en bleef, mits enkele milliseconden pauze, razen tot het einde. Vooral tijdens ‘Cubensis lenses’ en ‘Hymns for a droid’ werd het publiek ontzettend wild.
Alles aan de set sloot gigantisch goed aan bij elkaar. Het sobere decor van The Secret werd door de band eigen gemaakt. Hun verschijning bevestigde ongeveer het stereotype beeld van de stoner als je het woord intypt op google images. En toch was het op een bepaalde manier iconisch. Ze gaan al tien jaar mee, maar ze zijn duidelijk nog steeds de beste vrienden. Ze zien eruit als een groepje buddies die samen wat muziek begonnen te maken en opeens op de grote planken staan. Natuurlijk op een goeie manier bedoeld. Deze casual atmosfeer kwam volledig over op het publiek. En ook met betrekking tot mezelf: ik had ze bijna zelf uitgenodigd voor een barbecue.
Psychedelic Porn Crumpets – Best Kept Secret
Muzikaal was het ook dik in orde. De limieten qua decibels werden aan hun laars gelapt en de knoppen op de versterkers stonden op max. Het zat technisch heel erg strak. Zanger McEwan hield zich dan ook niet in om enkele geimproviseerde solos te spelen en de rest van de bandleden deden hier met veel plezier aan mee. Naar eigen zeggen was dit “het grootste optreden dat ze ooit gegeven hebben“. Geen idee of dit correct is, maar ze speelden alleszins alsof het waar was. Alle vijf onder invloed van hevige emoties, en misschien een paar soorten drugs, speelden de Aussies de set van hun leven. Er waren genoeg crowdsurfers om een hele boot mee te vullen. Ze trotseerden de woeste zee die het publiek was, en kwamen er al dan niet heelhuids uit.
Het is moeilijk te geloven, maar de psychedelische progrockers van down under hebben één van de beste sets van het festival afgeleverd. Er zijn weinig andere namen, zelfs headliners, die erin slaagden om zoveel emotie en liefde los te weken bij het publiek. Op het einde van het concert werd de band getrakteerd op een halve flashmob waarbij een vijftigtal mensen gingen neer zitten om de ‘rowboat‘ te doen in het midden van de tent. Alsof ik nog niet genoeg maritieme verwijzingen heb gemaakt in dit verslag. Deze redacteur zijn benen zullen vervangen moeten worden, maar het was iedere kramp volledig waard.