Portugal. The Man had de shuffle-knop van de eigen discografie en bij uitbreiding die van het rockcanon zondagavond net iets te hard ingedrukt. De band oogde vermoeid na een slopende tournee en maakte amper ruimte voor spontaniteit. De vele covers deden niet-ingewijden zelfs denken dat de band niet meer is dan hitje ‘Feel it still’.
Bij een grote hit horen grotere concerten, en dus mocht Portugal. The Man zondagavond in het Openluchttheater van het Rivierenhof spelen, nadat ze tien maand eerder in de box-opstelling van het Gentse DOK pasten. Maar één hit maakt nog geen uitverkochte venue, zo bleek gisteren. Weinig volk op de trappen van het amfitheater, en veel ruimte op het middenplein. Maar wie er stond, lipte wel alle teksten probleemloos mee – zo devoot zijn de fans wel. Toegegeven: “All I wanna do is live in ecstasy” in ‘Purple yellow red and blue’ zingen wij maar wat graag mee.
Helaas leek sufmakende xanax de drug die de band op voorhand had geslikt. Het was de laatste avond van een lange Europese tournee, en dat merkte je helaas. Zanger John Gourley klonk wel erg schel en onflatterend, iets wat pijnlijk duidelijk werd in ‘Number one’. Wat later besliste hij wijselijk om de allerhoogste noten van ‘Day man’ over te slaan. Dat nummer kwam origineel uit de tv-reeks ‘It’s always sunny in Philadelphia’, en het was lang niet de enige keer waarop devote fans hun kennis van de band in twijfel trokken omdat ze een nummer niet herkenden. Openingsduo ‘For whom the bell toys’ en ‘Another brick in the wall’ waren duidelijke covers, maar wat later passeerden er ook flarden T. Rex, The Rolling Stones en The Beatles. Leuk, maar ondertussen behoorlijk cliché en geen echte meerwaarde. Extra lullig wanneer je in het intro-filmpje cultcartoonhelden Beavis en Butthead laat proclameren dat PTM de “greatest band that ever walked the earth, better than The Beatles and better than The Stones” is. Al die covers maakten die stelling nog meer overroepen. Het begon waarschijnlijk ooit ludiek, maar op dit punt in hun carrière moeten de heren uit Alaska misschien toch eens overwegen om wat meer te scoren met eigen werk.
Nagenoeg alle interactie met het publiek verliep overigens via het scherm achter de band – lekker hedendaags. “We zijn niet echt goed in soepele podiumgrappen, dus tijdens het optreden zien jullie enkele slogans geschreven door ons management” lazen we in de met Google Translate-vertaalde disclaimer bij de start van de show. “Wij zijn Portugal. The Man, even checken of je wel bij de juiste band bent”, vroegen ze zich later af – een overblijfsel van de uitgebreide festivaltournee die in een Rivierenhof zonder concurrentie vooral een frons opwekte.
Hoe langer het optreden vorderde, hoe meer we ons begonnen ergeren aan het uitgeschreven karakter van de show. Gecombineerd met een statische band en een totaal gebrek aan spontaniteit waanden we ons meer op een filmset dan op een concert. Muzikaal viel er gelukkig wel wat moois te rapen. Hitje ‘Feel it still’ (die baslijn), meezinger ‘Sea of air’ en de melodie van ‘So American’ waren hoogtepunten in een setlist die bijna zonder pauzes in elkaar overvloeide – wederom strak geregisseerd. Zelfs de pauze voor de toegift kreeg een eigen visual mee. Het indommelende bisnummer zelf (‘Sleep forever’) was echter niet de moeite om voor te wachten. Net als in de bandnaam had Portugal. The Man er beter wat vroeger een punt achter gezet.
In het OLT Rivierenhof kan je binnenkort Placenta plays Placebo (27.07), Oh Wonder (02.08) en STUFF./Blackwave/Blu Samu (14.08) aan het werk zien. Een volledig overzicht van alle concerten vind je op de website.