“I’m master of my craft” schreeuwt Andrew Savage halverwege het optreden van Parquet Courts. In de mond van Kanye West valt zo’n tekstflard waarschijnlijk anders uit, maar deze Amerikanen kwamen er wonderwel mee weg. Dat Savage een begenadigd tekstschrijver is, kon je live niet merken – hij schreeuwde en fulmineerde meer dan dat hij verstaanbaar zong. Het is een van de dingen waarmee Parquet Courts zich onderscheidt van het gemiddelde altrock-groepje, en in de Botanique toonden ze zich een van de interessantste en beste acts van het moment.
De keuze om Pill mee te zeulen op tournee past perfect in het totaalconcept van de band. Niet dat de heren van Parquet Courts snel zullen toegeven dat er een groter idee schuilt achter de band, maar ze bewaken en behouden erg goed hun cool. Savage ontfermde zich over deze interessante New Yorkse undergroundband, die punk met freejazz verbindt en live aantoonde dat er zoiets bestaat als een feedbackende saxofoon. Desolate grondtonen werden doorspekt met nerveuze saxpassages, waar Veronica Torres afwisselend strijdkreetjes en spoken word-passages aan toevoegde. Sleater-Kinney is een voor de hand liggende referentie, al gaf Pill live blijk van een diverser invloedenpakket. Ze zitten duidelijk niet stil, want naast nummers vanop hun in augustus verschenen debuut bracht het viertal al nieuw materiaal. De sound primeerde dan wel op de onverstaanbare en vaak repetitieve boodschap (het afsluitende, anti-Trump-nummer ‘Speaking up’ bijvoorbeeld); dat vormde hoegenaamd geen bezwaar.
Mogen wij het oprecht vreemd vinden dat de populariteit van Parquet Courts geen spectaculaire vlucht heeft genomen met hun jongste album ‘Human performance’? ‘t Is lang geleden dat een groep schaamteloos uit het vaatje van grijsgedraaide referenties Sonic Youth en Pavement tapte en er een boeiend, vernieuwend brouwsel uit stookte. In de Botanique toonde de band dat ze meer in hun mars hebben dan opzwepende slackerpunk. Dat beseften ze zelf ook, want deze keer werd na stompende opener ‘Ducking & dodging’ de hele A-kant van ‘Human performance’ integraal gebracht. Normaal is zo’n aanpak weggelegd voor canonesque rockdinosauriërs, maar deze New Yorkse dertigers kwamen er wonderwel mee weg. Stonden verder op het programma: het beste van voorgangers ‘Sunbathing animal’ en ‘Light up gold’.
Meer nog dan tijdens hun show in Trix eerder dit jaar, mochten bepaalde nummers lang uitwaaieren. Net wanneer je dacht dat een outro was ingezet, werd het centrale riffje weer opgepikt en verder uitgesponnen. In schril contrast met die soms schijnbaar eindeloos durende repetitie waren er nummers als ‘Outside’ of afsluiter ‘Light up gold II’ die bruusk werden afgekapt. Die afwisseling hield je bij de les, en wie zich iets te luidruchtig opstelde werd steevast verbaal aangepakt door bassist Sean Yeaton en tweede stem Austin Brown. Die laatste trad in de tweede helft van de show meer op het voorplan met kurkdroge mopjes en zanglijnen. Ondertussen hield drummer Max Savage het geheel strak samen.
Naast rechttoe-rechtaan gitaargeweld deden ze interessante zaken met minder voor de hand liggende stijlen. ‘Sunbathing animal’ leek wel country op speed; alsof ‘Ring of fire’ van Johnny Cash door de gitaarversterker van Ray Davies was gehaald. In ‘Berlin got blurry’ kon je dan weer een verwaaide Ennio Morricone-riff herkennen. En wat met de galmende geluidsmuur die tijdens ‘One man no city’ werd opgetrokken?
Parquet Courts zouden gerust de volgende Grote Gitaarband kunnen worden mochten ze dat willen. Dat ze dat succes niet expliciet nastreven en vooral hun eigen tegendraadse ding blijven doen, maakt hun aantrekkingskracht enkel groter. De volgende keer dat iemand in een bui van onwetendheid verklaart dat gitaarmuziek passé is, geef je een ticket voor Parquet Courts cadeau.
Lees hier onze review van ‘Human performance’
In de Botanique kan je binnenkort Blossoms (25.10), Motorama (26.10) en Benjamin Francis Leftwich (26.10) aan het werk zien. Een volledig overzicht en tickets vind je op de site van de zaal.