Over een slimme programmatie en parels voor de zwijnen op dag 3 van Rock Werchter 2016

door Mattias Goossens

Hoe krijg je op de derde dag van je festival alsnog de wei vol om half twee ‘s middags? Heel simpel: programmeer de hipste Belgische revelatie van het moment Bazart in je tent, en de bakvissen glibberen doorheen de modder naar de eerste rijen (een trucje dat in 2014 eveneens werkte met Oscar & The Wolf). Zelden zoveel smachtende vrouwenblikken gezien als op de camerabeelden in de Klub C. Ze enkel als tieneridolen afdoen is echter oneerbiedig: Mathieu Terryn en z’n band maken vakkundig in elkaar gezette droompop die met veel overgave werd gebracht. ‘Goud’ werd – wat had je gedacht – vakkundig opgespaard tot het einde, maar wij hoorden in het half uur daarvoor meer dan voldoende puike songs die aantoonden dat deze Bazart lang geen eendagsvlieg is.

03_Bazart_009

Daarna was het tijd voor een sterke tandem om de zaterdag op gang te trappen. We zagen zowel Courtney Barnett als Savages vorig weekend al aan het werk, dus we wisten waar we ons aan konden verwachten. Courtneys set was identiek aan haar show op Down The Rabbit Hole, al gaat ze ons voorlopig nog niet vervelen met haar vrolijk rammelende garagarock. En met een handvol droge bindteksten was het extra prettig schuilen in The Barn. Jehnny Beth van Savages had wederom bloed geroken, want al in derde nummer ‘Husbands’ dook ze de voorste rijen in. Het moest dan ook vooruit gaan: om onbegrijpelijke redenen had het viertal slechts een set van een half uur toegewezen gekregen. Je kon dus maar beter zorgen dat je stevig in je schoenen stond, want ze vlogen als een wervelwind doorheen hun show.

04_CourtneyBarnett_017

Nadat ze vorig jaar hun show cancelden, waren we extra blij om Badbadnotgood alsnog aan het werk konden zien op deze editie (iets zegt ons dat hun maatje Lefto daar voor iets tussen zit). Naast verschillende samenwerkingen met allerhande hiphopartiesten (Odd Future, Ghostface Killah, Earl Sweatshirt en Kaytranada) leveren ze zelf al enkele jaren frisse jazz af. Met de aanwinst van Leland Whitty op saxofoon worden hun nummers nog sprekender: zo herkenden we al vroeg in de set ‘Yesterday’ van The Beatles waarna ‘Hello’ van Adele wat later de revue passeerde. Drummer Alexander Sowinski opereerde vanachter z’n kit als een echte MC en toonde zich erg dankbaar, ook al genoten de meeste festivalgangers buiten in het zonnetje van hun muziek. Meer plaats in de tent om je te laten meevoeren, iets wat we met veel plezier deden.

07_BADBADNOTGOOD_003

Zach Condon moest het vooral hebben van z’n oudere Beirut-nummers om de Barn bij de les te houden. Was zijn vorige passage in de tent nog een wonderbaarlijke ervaring in het duister, dan gleed onze blik deze keer geregeld af naar ons horloge. ‘Santa Fe’ was een eerste herkenningspunt voor het publiek, dat nood had aan een veilige haven tussen al het grotendeels onbekende terrein van ‘s mans recentste ‘No no no’. Het merendeel van de nieuwe songs klonk live even ongeïnspireerd als die albumtitel, met uitzondering van het titelnummer. Waarom ‘Gibraltar’, dat andere lichtpuntje van de plaat, de setlist niet haalde, was ons verder niet duidelijk. Zach had z’n trompet steeds bij de hand, afgewisseld met een ukelele. Bijgestaan door een accordeon, een legertje blazers en een sobere drum gaven ze wel dat typische Beirut-karakter aan de liedjes, maar de show strandde helaas al te vaak in langdradigheid. Wat niet wegneemt dat ‘Nantes’ een van de mooiste nummers van de afgelopen tien jaar blijft, en we luidkeels meezongen met ‘Mount Wroclai’ en ‘Postcards from Italy’.

PJ Harvey bleek iets te zware kost voor de gemiddelde Werchterganger, afgaande op de half gevulde Barn. Wie echter wel de kracht kon opbrengen om haar show uit te zitten, zag een daadkrachtige vrouw met een boodschap. Nummers van ‘The hope six demolition project’ over maatschappelijk verval en de gevolgen van oorlog en verwoesting in conflictgebieden, klonken gebald en PJ Harvey zelf ging tekeer alsof ze godin Athene zelf was. Ook op haar achtkoppige band met onder andere Alain Johannes en vaste samenwerker John Parish in de rangen viel weinig aan te merken. Ze onderscheidde zich zowel op vormelijk als inhoudelijk vlak van de andere acts op dit festival – een kwaliteit waarover ze eigenlijk al sinds haar debuut beschikt. Van het ingetogen ‘When under ether’ tot de plotse hardrockuitbarsting in ’50 ft queenie’ verkeerde ze in topvorm, en wanneer de muur achter de band naar beneden kwam en alle muzikanten achter de microfoons plaatsnamen om het slot van ‘River anacostia’ a capella af te werken kon je niet anders dan onder de indruk te zijn. Parels voor de zwijnen.

10_PJHarvey_004

Een uitgebreid verslag van Tame Impala lees je hier.

Alle foto’s door Timmy Haubrechts (voor Enola en Indiestyle).