“I may sound depressed in my songs, but actually I’m a pretty happy guy.” Loyle Carner is de meest eerlijke rapper ter wereld. Getekend door zijn getormenteerde verleden probeert hij de schaduwkant van het leven positief te benaderen door te doen wat hij graag doet: muziek maken.
Het decor bestond in Molenbeek uit lampjes, plantjes en een levensgrote foto van zijn familie en vrienden. Daardoor kregen we een huiselijk gevoel, alsof hij gewoon in onze woonkamer stond te spelen. Zijn familie komt op de eerste plaats, getuige zijn schattige handkus op de afbeelding van zijn moeder, die overigens ook een vers mee ‘rapt’ op het album. Enkele jaren geleden overleed zijn vader die beloofd had ooit samen met hem het podium te delen. Sindsdien neemt hij naar elk concert een t-shirt van hem mee. De man achter ons kreeg alvast tranen in de ogen bij het zien en horen van al die tederheid, wat de emotionele kant van het optreden alleen maar versterkte.
Gelukkig bleef het niet beperkt tot serieuze kost. Het was natuulijk een hiphopshow. De door J Dilla geïnspireerde beats deden de hoofden gretig meeknikken en bij publiekslieveling ‘Ain’t nothing changed’ stond de VK zowaar op zijn grondvesten te daveren. Tijdens het tweede deel van de show was er sprake van een uitgelaten opgetogenheid met singles als ‘No cd’ en ‘Tierney terrace’. In zijn zijn onverholen gretigheid liet de Brit zich zelfs verleiden tot een politiek statement: “Fuck Brexit man, I just want to be here with you guys.” Vervolgens kwam DJ Rebel Kleff een aardig potje meerappen, wat zorgde voor een welgekomen extra dimensie van de show. Tijdens een intermezzo op een beat van A Tribe Called Quest amuseerden de twee olijke vrienden zich rot op het podium. Daarmee toverden ze niet alleen bij zichzelf, maar bij iedereen in de zaal een lach op het gezicht.
Dat de jonge Londenaar barst van het talent bewees hij onder andere tijdens ‘No worries’, dat uitmondde in een heerlijke freestyle flow. Regelmatig durfde hij het aan om zich volledig bloot te geven en enkele stukken tekst a capalla te brengen. Dan merkte je pas hoe spitsvondig en raak zijn woorden zijn. Waar hij bij zijn vorige passage in de AB Club nog schuchter overkwam, stond hij nu veel zelfzekerder te performen. Die vergrote controle zorgde er misschien voor dat hij wat inboette aan spontaniteit, maar hij maakt veel goed met zijn eeuwige enthousiasme. Het leuke aan Loyle Carner is dat hij gewoon zijn eigen ding doet. Geen clichématig gebounce, bling bling of andere tierlantijntjes. Hij moet het hebben van zijn heerlijke flow en geweldige wordplay, waarmee hij zich wel degelijk onderscheidt van de rest in het wereldje.
Mijn enige opmerking daarbij: in het vijftig minuten durende concert was er zeker ruimte voor wat meer nummers uit zijn laatste worp. Er was ook geen bisnummer voorzien, al kwam hij na aanhoudelijk aandringen toch nog terug om een gedicht brengen in zijn bloot bovenlijf. Het illustreerde de aanzienlijke aandoenlijkheid die de optredens van Loyle Carner siert.