De MIA’s deden deze week een nobele poging om Belgische artiesten erkenning te geven, maar een gevulde zaal tijdens We Are Open lijkt ons toch meer waard dan een beeldje voor op de schouw. Het showcasefestival van Trix met uitsluitend Belgische artiesten was ruim op voorhand uitverkocht, en op een van de zes podia stelden zowel vrijdag als zaterdag gevestigde en minder gevestigde waarden nieuwe muziek voor. Wij gingen zaterdag langs. Foto’s door Michelle Geerardyn
We hadden gehoopt in de stemming te komen met Glass Museum, maar de Antwerpse ring gooide die planning in het water. Het werd dus Arabnormal, en zo kregen we meteen een paar goedgemikte porren verdeeld over het middenrif en onze ribben. De nieuwe band van Younes Faltakh (The Hickey Underworld) combineerde het zware gitaarspel van z’n vorige band met Oosters klinkende synths, die minstens even hard beukten. Wij wakker en blij. Vrijdag verschijnt een eerste plaat, en we hopen dat de live-energie daar goed in vervat zijn.
Vervolgens pikten we nog stukjes mee van zowel Hoffman als Youff. Die eerste pompte zijn beats in een aardig volgelopen café. Iets later op de avond in een donkerdere club had waarschijnlijk optimaler geweest, maar deze Antwerpse laureaat van Sound Track kon gelukkig rekenen op een enthousiast en beweeglijk publiek. Boven bewees het Gentse Youff waarom het zo goed rijmt op ‘djoef’ en waarom “er een lap op geven” in concertcontext ook een fysieke uitspraak kan zijn. Heerlijke apocalyptische noise.
Wie oogcontact wilde maken met Mattias De Craene moest net als ons goed op tijd afzakken naar de Kelder, waar een klein podium was opgesteld. Vergezeld van enkele beamers (met projecties van videokunstenaar Rien Coorevits) schiep De Craene met z’n sax en paneeltjes een geheel eigen klankenwereld. Het was de solo-ontmaagding voor de Gentenaar, die ons het advies gaf dat hij zelf gekregen had: “relax your anus. Dat past ook bij We Are Open.”
Tijd voor de inschattingsfout van de avond. Newmoon beukte in de grote zaal zo hard dat enkel de trouwste fans het hele optreden overbleven. In oudere nummers als ‘Coma’ of ‘Helium’ was ruimte voor meer dynamiek, en ‘One thousand’ kreeg een verschroeiende finale mee, met de drie gitaristen en bassist die dubbel plooiden richting hun versterker. Wie zich afvroeg waar al het volk naartoe was kreeg boven in de club het antwoord voorgeschoteld door The Guru Guru. We kwamen pas tegen het einde toe en er was geen doorkomen aan. Toen het geluid in de zaal dan ook nog eens uitviel, besloten we ons plekje te reserveren in het café voor Crackups.
“Kempen of niets” klonk het in het café, en daar viel een half uur lang weinig aan toe te voegen. De meest roemruchte punkband uit het Antwerpse achterland is terug na een lange pauze, en met tweederde Double Veterans in je rangen weet je dat het er stevig aan toe gaat. Een bassnaar sneuvelde na minder dan een halve minuut, een fan ondernam vier keer een crowdsurf-poging vanop het dertig centimeter hoge podium en helpende handen uit het publiek moesten meermaals de microfoon van zanger/gitarist Thomas Valkiers weer in positie draaien. “Veel volk voor een simpele punkband” merkte die op, en nogmaals bleek publieksopkomst evenredig te zijn met de kwaliteit van een show.
Het leuke aan dit compacte clubfestival is dat je op twee minuten wandelen in een heel andere wereld kan zitten. De stadsexotica van Compro Oro was een heerlijk contrast na zoveel gitaargeweld, al bewees Wim Segers dat je op een vibrafoon minstens even hard rockende solo’s kunt spelen. Belgische jazz zit in de lift, en dit mag wat ons betreft gerust de standaard liftmuziek worden. Wie boven in de zaal bleef en zich op de baskasten van Crowd Of Chairs plaatste, kreeg iets rond middernacht een gratis prostaatmassage. Het drietal sloot onze avond in schoonheid af met een heerlijke portie herrie, als voorsmaakje van een nieuwe plaat die er binnenkort aankomt.