Night Lovell, een opkomende rapper/singer-songwriter/producer uit Canada, was gisteren met zijn duistere hiphop te gast in de Beursschouwburg. Het negentienjarige talent uit Canada liet een enthousiaste, bezwete horde fans en een gefrustreerde geluidsman achter in Brussel.
Night Lovell stak van wal ‘Boy red’, klaar om alle fans de avond van hun leven te geven. Die missie smolt echter bijna als sneeuw voor de zon, want zowel de micro als boxen klonken doorgeblazen. Het geluid was heel dof en door al het geruis, gezoem en gekraak leek het wel alsof iedereen in het publiek tegelijk gebeld werd. Shermar Paul kon er niet mee lachen en riep herhaaldelijk door de nummers dat de geluidsman beter zijn best hoorde te doen. De eerste vijftien minuten hernam hij zelfs twee nummers. “Fix those fucking speakers man, don’t ruin this shit!” waren plots nieuwe lyrics. Toen hij na een kwartier zijn geduld verloor, gaf hij aanzet tot een mantra “FIX THE SPEAKERS, FIX THE SPEAKERS, FIX THE SPEAKERS…” Het publiek reageerde uitzinnig.
Eenmaal dat probleem van de baan was, schoot Lovell de ene hit na de andere af. ‘Louis V’, ‘I’m okay’, ‘Teenage cutie’, ‘Dark Light’ passeerden allemaal de revue. Dat schietgedeelte mag je overigens letterlijk nemen, want een reeks geweerschoten fleurde elke pauze in de setlist op. Het leek daardoor alsof je om de vijf minuten in een straatgevecht zat.
Night Lovell maakte gretig gebruik van z’n backing track, al mocht die bij momenten gerust wat stiller meelopen. Qua tekst en zang was het optreden daardoor een teleurstelling. Zinnen werden amper afgemaakt en zijn stem liet soms afweten. Het leek alsof we gewoon naar een plaat aan het luisteren waren en het publiek zong meer dan Lovell zelf. Een spijtige zaak, want de zeldzame heldere momenten tussendoor konden echt overtuigen. Shermar Paul heeft wel degelijk meer in z’n mars dan wat hij gisteren toonde.
Het publiek zat volledig in de sfeer en het scheelde niet veel of er waren broeken, knieën, voeten en smartphones gesneuveld. De ene moshpit volgde de andere op, en de aanmoedigingen van Lovell bleken overbodig. Aan hiphop-attitude duidelijk geen gebrek, zeker niet toen hij predikte hoe sick de wereld tegenwoordig wel niet is. Dat werd gevolgd met een minuut vol welgemeende fuck you’s naar de wereld (en de geluidsman).
Afsluiten deed Night Lovell door tweemaal ‘Contraband’ te spelen. Dat kan je hem niet echt kwalijk nemen, want de kudde stieren in de bloedhete arena reageerde ziedend op het nummer. Zo lang als hij in het begin op zich liet wachten, zo snel was hij ook weer weg. Zonder boe of ba verdween Lovell plots van het podium.
Night Lovell liet ons live nog een beetje koud ondanks het haardvuur dat als achtergrond diende. Gelukkig voor hem heeft hij enkele sterke nummers en wordt hij op handen gedragen door z’n fans. Er zit heel veel potentieel in deze jonge Canadees, maar dan laat hij zijn attitude en puberale uitspattingen in het vervolg beter thuis.