Indierock is niet meteen het favoriete genre van de gemiddelde Dour-ganger en dus blijft La Petite Maison Dans La Prairie vaak tamelijk leeg. Zoals verwacht dook er deze editie een man op die wel volk naar die uithoek van het terrein wist te lokken: Mac DeMarco. Met z’n slacker rock heeft de jolige Canadees immers een grote achterban opgebouwd bij het jeugdige publiek.
Hij brengt dan ook een boodschap die aanslaat in deze complexe tijden, één die zegt dat je de zaken niet te serieus moet nemen en niet altijd hoeft mee te gaan in de ratrace van het bestaan. Vraag is of muzikanten voor zichzelf wel die vrijheid kunnen permitteren. Vandaag leek het alsof de singer-songwriter en zijn band iets te veel met een slacker-nonchalance op de bühne stonden.
Dat was vooral tussen de nummers te merken: de muzikanten namen ruimschoots de tijd om zich klaar te maken voor de volgende songs en keuvelden irritant veel met het publiek. Was het nu echt nodig om een wedstrijdje schreeuwen tussen Vlamingen en Walen te organiseren? Ook lichtjes irritant: het minutenlang herhalen van gitaarsolo’s (kijk wij kunnen gitaar achter onze rug spelen!) om het volk te imponeren.
Dat het tempo zo traag was had daarnaast eveneens met de setlist te maken. Die stond vol slome liedjes uit recenter werk, waarvan eigenlijk alleen het experimentelere ‘Chamber of reflection’ écht wist te overtuigen. Niet dat het al kommer en kwel was. We hoorden speelse favorietjes als ‘Freaking out the neighbourhood’ en ‘Ode to Viceroy’, die toonden hoe vinnig het songmateriaal van DeMarco kan zijn. We zijn echter meer gewoon van Mac, die zelf slechts zelden een poging deed wat meer moeite in songs dan in show te steken.