Voor vele indieheads vormt Sonic City dé hoogmis van het jaar. Drie dagen lang wordt er wederom kamp opgeslagen in Depart. Sinds enkele jaren kiest de organisatie ervoor om een deel van hun programmatie uit te besteden – weliswaar aan enkele curatoren die mee het programma vorm geven. Dit jaar was dat het geval voor de aanstormende Britse garde van Black Country, New Road, Gilla Band en Low.
Waar gisteren Gilla Band vrijdag nog carte blanche kreeg, was het ditmaal de beurt aan Low om het grootste aantal brieven de wereld uit te sturen naar collega’s om af te zakken naar het Kortrijkse festival. Zo nodigde de band onder meer Billy Nomates, Lewsberg, Divide and Desolve (met wie ze eerder dit jaar op tournee trokken), Kali Malone en meer. Programmagewijs stond uiteraard alles in het teken van Low. Ook muzikaal stonden een resem artiesten gisteren stil bij de band en het overlijden van Mimi Parker – wat uiteindelijk zorgde voor een hartverwarmende dag.
De act om een dag vol indiemuziek aan te vatten, was het Nederlandse Lewsberg. Hun gemakkelijk aan het oor liggende indierock werkte prima zoals een kop koffie op een zondagmorgen. Het is enigszins jammer dat de band er dermate apathisch bij stond om hun charmante muziek (met hier en daar gebruikmakend van viool) aan ons over te brengen. Zelfs bij een steviger nummer à la ‘Six hills’ halverwege de set, kon er de vaart niet worden ingebracht. Hoewel het noise pedaal enkele keren stevig werd ingedrukt en het tempo crescendo leek te gaan. Jammer.
Net voor de bandleden van Wu-Lu opgaan, schreeuwen ze tegen elkaar om elkaar op te jutten. Wu-Lu is de Zuid-Londense Miles Romans-Hopcraft, die met zijn debuut ‘Loggerhead’ net om de hoek lijkt te kijken. Met ettelijke speeljaren achter de kiezen, dupstepproject TJ Mileage en deel van Monster Playground is dat relatief. Wat volgde was een set wat balanceerde tussen groovy vibes à la De La Soul en Anderson .Paak (‘Take stage’) en geluidsmuren van distorte gitaren met de brommerigheid gelijk aan die van een King Krule (‘South’ en ‘Night pill’). Drievierde ver lieten de drie frontmannen hun gitaar/bas staan om al rappend nog meer olie in het vuur te gooien (‘Blame / Ten’). Hierbij stootte drummer zijn drum pad van het podium. ‘South’ maakte het af. Zeer verbluffende opener van de main stage. (Eva)
Doorgaans zijn het gitaren die primeren op Sonic City, toch is er altijd wel plaats voor een streepje elektronica op de affiche. Die invulling mocht de Noorse Ellen A. W. Sunde ofte Sea Change geven aan het programma. Hoewel Sunde zich enigszins wat onder haar microfoon had verstopt bij aanvang van haar show, stond ze naarmate de show vorderde (en het publiek losser en losser werd) met veel zelfvertrouwen op het podium. Wanneer haar prima aan elkaar gemixte set het even toeliet een adempauze te nemen, werd ze evenwel telkens beladen met een steeds luider applaus. Haar muziek tickte meerdere invloeden à la Kelly Lee Owens en Laurel Halo zeker aan, al deerde dat het publiek allerminst. Wat een verfrissing op de line-up.
Daarna maakte de grote zaal zich op voor een uitzonderlijk optreden van Kali Malone. De Amerikaanse, Stephen O’Malley (Sunn O))) ) en componiste Lucy Railton hebben een drone-stuk (‘Does spring hide it’s joy’) geschreven met opzet het publiek uit te dagen aan deep-listening te doen. Dat deed het zeker, want na een dikke tien minuten aan bezwerende drones dunde het publiek al zeer snel uit. Dit zorgde er dan weer voor dat mensen op de grond konden gaan zitten om op die manier het stuk te beleven. Anderen kozen er dan weer om te blijven staan (en al dan niet evenwel de ogen te sluiten).
Het drietal deerde het weinig. O’Malley flankeerde Malone en speelde stoïcijns zijn partituren in opperste concentratie. De kunst zat er namelijk in om de lang uitgesponnen noten zo naadloos in elkaar te laten overlopen. Malone en O’Malley’s spel fungeerde daarbij als de richtingaanwijzer voor het schip dat het drietal bestuurde, terwijl Railton als een soort lead-out haar cello op die drones heerlijk deed meanderen. Ondanks de heel flashy visuals die achter Malone werd geprojecteerd, was het heel moeilijk was om patronen, dan wel veranderingen op te merken in de meer dan een uur durende set. Wat uiteraard meer zegt over de kunde van de artiesten dan iets anders. Indien de verschillen in de soundscapes nog net iets meer uitgesproken waren, had het waarschijnlijk nog meer bekoord.
Na een uur lang je mediterend dan wel je zo gefocust te hebben op de drones van Malone, kon het contrast met Horse Lords niet groter zijn. De erg complexe math rock van de Amerikanen werd evenwel sterk uitgesponnen (we kregen slechts een vijftal nummers te horen). Doch was de overweldiging anders. Hoewel uiteraard drums en gitaar de basis vormden van hun stukken, werden deze op een uitzonderlijke manier aangevuld door sax en synths. We kregen evenwel passages te horen van de nieuwe plaat ‘Comradely objects’ die sinds enkele weken uit is. Het viertal maakte van het soms nogal stoffige math rock een indrukwekkend schouwspel om naar te kijken en luisteren.
Het is moeilijk om iets te zeggen over Dry Cleaning dat nog niet gezegd is: het grote contrast tussen gitarist Tome Dowe die met lijf, leden en gezicht bijna een expressie heeft voor elk noot, en de statische Florence Shaw die awkward zonder te knipperen haar blik op het publiek werpt. De gimmick werkte. De ironie van tweede nummer ‘Gary Ashby’ waar Shaw het geluid van een vogel nadeed (“shoop shoop shoop shoop”) en haar bindteksten verder in de set (“thanks for being so polite”) spraken dan ook voor zich. Dry Cleaning’s opvolger, ‘Stumpwork’ van hun bejubelde debuut ‘New long leg’ is nog jong. Voor velen was er misschien niet meteen iets bekend te horen buiten ‘Scratchcard lanyard’ en ‘Her hippo’, maar het drietal beklijfde van start tot einde. (Eva)
Hoewel Dry Cleaning bij ons de grotere naam is, werd Billy Nomates toch na hen geprogrammeerd. Volgens ons een beetje een vreemde keuze. En hoewel de lijn van de programmatie dit jaar voornamelijk (post-)punk belichaamt kon ze het gros van het publiek niet langer dan een twintigtal minuten begeesteren. Aan de goesting van Nomates zal het alleszins niet gelegen hebben; de Britse ijsbeerde, danste en sloeg à la wijlen Ian Curtis soms haar armen als een bezetene in het rond én zong ze vol overgave haar nummers. Dat haar set als een trein een rotvaart verliep, kwam hoofdzakelijk omdat Nomates genoodzaakt (?) was deze op tape via haar laptop te laten afspelen. Ze stond solo op het podium – absoluut geen sinecure wanneer je niet geruggensteund kunt worden door een aantal bandleden. Toch deed ze het aandoenlijk en werkte haar post- en dance-punk soms aanstekelijk.
Na zo’n 40 minuten hield ze het ding dan ook even tot halt vooraleer het weer een industrieel getint dan wel grauw punk nummer op zowel haar als het publiek losliet. Het is jammer dat ze zo weinig met haar eigen publiek communiceerde, dit in combinatie met wat meer ademruimte tussen nummers door had de set waarschijnlijk veel meer goed gedaan.
De Upstairs werd gisteravond afgesloten door Aoife Nessa Frances. Ook zij komt met nieuw werk aandraven op Sonic City. Al repte ze daar doorheen haar toch vrij korte set met geen woord over. Haar melancholieke folk had iets psychedelisch in zich. Misschien was het de manier waarop haar prachtige stem, gitaar en het sporadische gebruik van klarinet zich met elkaar verzoenden. Misschien was het de purperen belichting. Desalniettemin nam de naar Ierland uitgeweken Nieuw-Zeelandse het publiek moeiteloos in vervoering. Als het aan ons ligt, mag ze met ‘Protector’ helemaal doorbreken.
Vooraleer Panda Bear & Sonic Boom het licht in de grote zaal mochten uit doen, stond de organisatie nog even stil bij de curator van vanavond. We zagen eerder die dag Kali Malone een minuut stilte vragen voor Mimi Parker en bands als Dry Cleaning droegen hun set evenwel op aan de band. Ayco Duyster bracht een verstillend stukje tekst waarna Low toch eventjes door de boxen schalde en een luid applaus volgde. Panda Bear had de aartsmoeilijke taak om de avond in schoonheid af te sluiten.
De psychedelische indietronica van de man stond jammer genoeg in schril contrast met de programmalijn van gisteren en voelde daarom als mismatch. De opgewekte, zuiders klinkende beats van het AnCo-lid kon slechts weinigen echt bekoren waardoor tegen het einde van hun set slechts nog een honderdtal mensen de grote zaal vulden. Als een soort dance-afsluiter had het (in tegenstelling tot het overweldigende Goat van gisteren) te weinig om armen en bezielen deed het evenmin.
Vandaag is de laatste dag van Sonic City in Depart, Kortrijk. Vandaag staat onder meer Black Country, New Road, Los Bitchos en Arooj Aftab geprogrammeerd (tickets en info).