Met een catalogus om elke rockband aan het blozen te krijgen zijn de shows elke keer opnieuw zeer onvoorspelbaar. Dit jaar kregen we met ‘Fishies for fishies‘ en ‘Infest the rats’ nest’ alweer twee nieuwe stuks voor op de platenkast van de hardwerkende Australiërs. Op de eerste avond van hun shows in de Ancienne Belgique kwam de groep echter maar stroef en moeizaam op gang, om alsnog in crescendo af te sluiten.
Foto’s door Lotte Torsin
Ondanks het adrenalineopwekkende drumsalvo van ‘Venusian 2’ dat de eerste kopjes uitvoerig zag mee knikken en het keilende refrein van ‘Superbug’ dat door de zaal galmde, was de band duidelijk nog niet helemaal warm gedraaid. Frontman Stu Mackenzie moest blijkbaar zelf nog wat warm draaien gezien zijn stembanden nog niet helemaal meewilden bij die eerste twee nummers en hij nog wat ongemakkelijk leek te ijsberen op het podium. De eerste noten van ‘The lord of lightning’ zorgde bij velen echter meteen voor een stroomstoot waarna, toen de band zich voor een eerste keer écht liet gaan, de moshpits en het gecrowdsurf van enkele verstekelingen zich gradueel opvolgden. Met daarna ‘Alter Me I’ en het verschroeiende ‘Altered Beast IV’ dat het publiek in extase bracht, werd er een drieluik gevormd uit ‘Murder of the universe‘ en was het eerste hoogtepunt een feit.
In het midden van de set werd er een rustpunt aangebracht door de band. Of dat echt nodig was, is maar de vraag aangezien de trein dankzij ‘People-vultures’ en het eerder vermelde drieluik de AB in razernij had gebracht en nu alweer bruut tot stilstand had gebracht. Gitarist Joey Walker bewees op ‘This thing’ daarentegen dezelfde vettige fluim in zijn keel te hebben als Mackenzie terwijl de groep je tijdens het bijzonder jammy ‘The river’ en oudje ‘Sense’ je aanbracht niet aan drugs hoeft moet te zitten om roze olifantjes en blauwe krokodillen aan de hemel te zien passeren.
De band probeerde zijn rug te rechten met ‘Billabong valley’ dat de trein weer op de rails moest zien te krijgen en waar Ambrose Kenny-Smith even zijn synthesizers mocht inruilen voor zijn stembanden. Niet echt moeilijk gezien het publiek al zo’n twintig minuten aan het smachten was op een stevig pak rammel. En dat kreeg het met ‘Doom city’ zonder meer waarbij het publiek meteen die treffende beginriff mee keelde en het bij het losbreken van de gitaren meteen op een moshen zette.
Het venijn zat ‘m duidelijk in de staart met het epische ‘Open water’ dat de groep naar een hoger niveau leek te brengen en het dijkbrekende ‘Perihilion’, dat in tegenstelling tot ‘Superbug’ wél een voltreffer was. Met nog twintig minuten op de klok kondigde Stu hun laatste nummer aan waarbij enkele fans beteuterd dan wel vragend naar elkaar keken. Geen nood; ‘Am I in heaven?’ vormde twintig minuten lang het skelet van een ware King Gizz-medley waarbij bijvoorbeeld enkele flarden van ‘Cyboogie’ hoorden en er zonder veel omwegen heerlijk werd doorgespeeld en zich als absoluut hoogtepunt van de avond kroonde.
King Gizzard bracht zich gisterenavond maar moeizaam op gang en wist ons met een vrij verrassende setlistkeuze en een al dan niet nodig rustpunt in het midden ons vooral in het slot compleet weg te blazen. Of ze dat vanavond opnieuw doen is nog maar de vraag, dat ze zich volgens ons nog steeds de beste psychedelische rockband mogen noemen, is met deze show dan wel weer bewezen.
King Gizzard & The Lizard Wizard speelt vanavond nogmaals in een uitverkochte Ancienne Belgique, verder kun je er binnenkort Syml (14.10), Le 77 (15.10) en Ezra Collective (17.10) aan het werk zien. Voor een volledig overzicht kun je terecht op de website van de zaal.