In NEST streek gisteren een opmerkelijke zwerm nachtegalen neer. Girl Ray wachtte als eerste helft van de double bill even tot de knusse tweede verdieping van de oude bibliotheek iets meer gevuld was. De jonge Londense band omschrijft haar muziek zelf als oestrogene indiepop. Het debuut klinkt op plaat met momenten als een vrouwelijke tegenhanger van Whitney door de slingerende gitaren. Live is er echter nog wat werk aan de winkel. Het leek alsof de band voornamelijk muziek gemaakt had om het woordmopje met hun band naam en debuutalbum (‘Earl grey’) te kunnen maken. Nonchalante passages deden het geheel soms wat slordig overkomen.
Dat neemt niet weg dat ze wel degelijk uiterst toegankelijke deuntjes wisten te produceren. Gemoedelijk en ongedwongen baanden ze zich een weg naar je aandacht. De hele set lang klonk de frontvrouw vertellend en vaag klagend en was daarbij onverstoorbaar in haar missie. Nummers meanderden voort zonder ooit echt een climax te bereiken. Enkel ‘A few months’ bevatte een loom funkmoment dat zich onderscheidde van de stroom. Het leken het soort mensen waarmee je in de zomer graag een namiddag gaat zwemmen in een meer om de dag licht aangeschoten aan een kampvuur af te sluiten. Misschien zijn we wat streng voor deze sympathieke groep omdat we de gedachte dat Phoebe Bridgers vorige week in Duitsland nog het voorprogramma verzorgde, niet konden loslaten.
Michelle Zauner die op podia onder de naam Japanese Breakfast door het leven gaat, was gisteren gehuld in een klinisch wit pakje. Haar verschijning werd echter ingekleurd door tattoos en lichtgevende schoenen. Net als haar goddelijke plaat ‘Soft sounds from another planet’ opende de set met ‘Diving woman’. Druk sprong ze in het rond over zoveel mogelijk vierkante meters van het podium zonder ooit een ogenblik haar focus te verliezen. Wie met gesloten ogen luisterde had kunnen zweren dat elk nummer met een brede glimlach gezongen werd. Maar je kon zien dat ze “you should try to do as little harm as you can to the woman that loves you” met niets minder dan bittere en verbeten ernst zong.
Het was bewonderenswaardig hoe het energieke en tengere lijfje zonder uitzondering een kraakhelder stemgeluid voortbracht. Zowel springend tijdens ‘Everybody wants to love you’ als wiegend bij ‘Till death’ werd er foutloos gegoocheld met elke toonhoogte. Gemoedstoestanden gingen van liefelijk in ‘This house’ naar gevaarlijk en dreigend tijdens ‘Jane cum’. Haar stem werd overigens ook ingezet om de saxofoon in ‘Machinist’ te vervangen. Daarnaast viel het op dat haar uiterst solide band steeds voldoende ruimte liet om die stem in het spotlicht te plaatsen.
Bijna was het optreden niet doorgegaan. De band werd onderweg naar België bijna aangehouden omdat anti-allergische geneesmiddelen werden verward met cocaïne door de Franse politie. Dat had een spijtige vergissing geweest – een beetje zoals al degenen die gisteren geen kaartje hadden gekocht. Wij willen voortaan elke dag Japanese Breakfast op bed.