Het tweejaarlijkse muziekbachanaal kende gisteren zijn start in de Vooruit te Gent. Humo’s Rock Rally zoekt tussen 100 geselecteerde bands en artiesten één winnaar maar voorlopig vooral twintig halve finalisten. Ons verslag en onze foto’s van de allereerste preselectie vind je hieronder.
Verslag door Jens Van Lathem, foto’s door Xavier Marquis.
Morphine Milkshake kreeg de eer de debatten te openen en deed dat met een boel theater en kattenkwaad. Verkleed als pausen, engelen, jockeys en andere bij mekaar geklutste figuren begon de band met een mengeling tussen funk en rap die je makkelijk kon situeren in de poppy raprock van de jaren 90, die overigens ook niet vies waren van een verkleedpartij. Hoewel hun songs leden onder een zwaar one trick pony-gehalte, vooral in het vocale departement van gerapte strofes en samengezongen refreinen, kenden wij op het einde van de avond toch geen moeite nog een paar melodieën na te zingen. In deze fase van de wedstrijd altijd een goed teken, maar om echt iets te betekenen zullen ze moeten proberen alles wat Aerosmith ooit geschreven heeft gewoon te vergeten.
De Gentse Gloria Boateng dacht zich aan een thuismatch te wagen, zo kon je toch afleiden uit het enthousiasme waarmee ze een kwartier lang het publiek probeerde te bespelen. Spijtig genoeg hielden die hun beker stevig vast, of misschien had ze in plaats van bills moeten vragen een paar controlekaarten van de RVA de lucht in te steken. De energie die het podium overnam, met in de hoofdrol een tollende Boateng zelf maar ook een continu schreeuwende gitaar, vertaalde zich nauwelijks naar de zaal. Dat lag misschien aan het overijverige vervallen van de band in opzwepende refreinen, waardoor de raps vaak overkwamen als een lastige maar noodzakelijke tussenstop en wij een beetje oververzadigd achterbleven.
Stel je de softrock van Counting Crows voor, voeg daar wat gitaristen met dadendrang bij en een zanger die lijkt te twijfelen tussen grunten (in één song, echt waar!) en een gewoon indiezangertje die één noot perfect onder de knie heeft en voilà, je hebt Odilon. Die drie gitaristen zorgden trouwens voor een ware geluidsmuur, maar spijtig niet eentje waar je crashtests op kan uitvoeren. Eerder het type dat nog verbazend zacht blijkt te zijn wanneer je je hoofd erop te rusten legt. Dat deden wij dan ook, althans, net zoals dat gaat met onze dromen herinneren wij ons niets meer van Odilon.
Geef ons dan maar FÄR, die haar eigen tekortkomingen slim voorzag en onderschepte. Want wat doe je als je scherpe gitaargeluid en zoetgevooisde stem en melodieën misschien nog niet helemaal uitdrukt hoe donker en verwrongen je bent vanbinnen? Juist ja, je smeert er een boel duistere electro onder, voorzien door niemand minder dan Sloth Prince. Die combinatie verhief beide delen naar een hoger niveau, speelde onder andere slim estafette in ‘Sinners’ en leverde zo ongetwijfeld het nummer van de avond af.
Zo duidelijk welomlijnd qua geluid en richting was FÄR, zo was het zoeken naar die allesverklarende speld in de hooiberg bij Pavlove. Zomerse indiepop zonder al te veel complexen, zover kwamen wij wel. Maar daarna ging het licht uit. Zette de band alles in op de frontvrouw? Of mochten de begeleidende muzikanten zich ook eens tonen? Gingen ze voor het meezingrefrein? Of bleven ze eindeloos meanderen met die akkoorden die evenwel nooit iemand voor de borst konden stoten? Kunnen jullie ons een mail sturen om het uit te leggen?
Vorige keer dat wij (lees: ik) moesten schrijven over Milo Meskens maakten wij een mopje over The Tallest Man On Earth, waarvoor wij (lees: ik) ons nu wensen te excuseren. Milo wil helemaal niet TTMOE zijn, hij wil Ben Howard zijn, en alhoewel dat qua diepzinnigheid en gitaartechnisch gepingel misschien iets makkelijker moet zijn komt Milo nooit verder dan de onvermijdelijke slechte kopie. De pathetiek was er wel, en ook dat zichzelf oneindig serieus nemen en dat heel hard wensen (je kon het zien aan zijn frons) dat iemand op dat moment daar was om te delen in zijn zielenroerselen. Alleen geloofden wij (lees: ik) hem niet.
Als er een hemel is waar samples die nooit meer gebruikt worden naartoe gaan, laat die dan Von Bayern heten. Eeuwige dank aan het duo om onze smaakpapillen even een grondige spoeling te geven, de beentjes te laten bewegen en de hoofden te laten knikken. De jongens hadden spijtig genoeg duidelijk last van de korte duur van het optreden, waardoor ze niet genoeg variatie in de onderstroom konden brengen zonder vluchtig over te komen. Maar laat dat de feestvreugde niet bederven, Von Bayern komt ongetwijfeld terug op Cruz FM (95.7).
Het oog wil soms ook wat, en dus concentreerden wij ons tijdens het optreden van Banker een kwartier lang op de leadgitarist die heel, heel hard op Jon Bon Jovi leek. Muzikaal gezien hoorden wij dan weer fijne synthdeuntjes, een zanger die echt heel, heel goed kon articuleren en een Beatles-riff die eigenlijk heel, heel onvergeeflijk was, zelfs al is het bijbehorend nummer knipogend ‘Everyone loves The Beatles’ getiteld. Dat de band zich geamuseerd heeft stond als een paal boven water, wij prezen ons eerder gelukkig met de eyecandy.
Soms is more ook gewoon more, getuige geweldige optredens van bands als Jaga Jazzist of ja zelfs Sigur Rós. Maar bij Leonore paste het schoentje niet helemaal. Wat de twee strijkers ook vermoogden, wat de pianist met zijn Korg ook probeerde, altijd weer kwam de aandacht volledig te liggen op de stem van de frontvrouw die zich op die manier de taak op de hals haalde om het geheel te dragen. Dat gebeurde niet altijd even doeltreffend, vaak zelfs aarzelend en over het algemeen gewoon niet speels genoeg om een kwartier lang te boeien.
Met acht jaar op de teller kon het nauwelijks verbazen dat Homelands als de meest complete en mature band overkwam. Een vleug gitaar van Steely Dan, voor de makkelijkheid kan je je ook wel Lady Lin & Her Magnificent Seven voorstellen en een saxofoon die de meest rokerige hoek van een jazzclub probeerde op te roepen wiegden de eerste preselectie van Humo’s Rock Rally 2016 naar een rustig einde.