Slimme zet van PIAS om in de Madeleine zowel de beloften van morgen als de helden van gisteren te programmeren. Hoewel de zaal bijlange niet uitverkocht was voor Bloc Party, kregen Warhola en Oscar toch de kans om zich voor te stellen aan een publiek dat anders misschien voorbij zou gaan aan hun eigenzinnige pop. Terwijl ‘Silent alarm’ eind vorig jaar nog tien kaarsjes uitblies, plaatste Bloc Party 2.0 vooral de jongste telg ‘Hymns’ centraal. De band heeft doorheen de jaren echter nog meer stijl- dan personeelswissels uitgeprobeerd, waardoor al die stijlwissels onverhoopt hun weerslag hadden op het niveau.
Zaterdag 5 maart speelden Warhola, Oscar en Bloc Party in de Brusselse Madeleine in het kader van PIAS NITES. Imke van Steenkiste stelde haar camera scherp, Mattias Goossens deed hetzelfde met z’n pen.
Terwijl er dit weekend gestreden werd voor een plekje in de finale van Humo’s Rock Rally, mocht de winnaar van de vorige editie de avond op gang trappen. Warhola leverde het soort onderkoelde r&b dat dezer dagen gretig gesmaakt wordt, en frontman Oliver Symons is vastbesloten om te concurreren met Oscar & The Wolf, Tsar B en anderen. Geflankeerd door twee drummers en twee toetsentovenaars zetten de Antwerpenaren volop in op bassen terwijl Symons’ stem haast voortdurend vervormd werd, van ijle falset tot diepdonkere bas in het van Usher overgenomen ‘Climax’. Je zou je haast beginnen afvragen of hij over een in z’n luchtpijp verscholen talkbox beschikte. Pas maar op Max Colombie, er is een nieuwe posterboy met Junior Eurosong-verleden in town.
The Jesus & Mary Chain in het zonnetje, of Elvis Costello die aan de xanax zit: Oscar z’n zachte bariton lonkte tegelijkertijd naar beiden. Zijn warrige, slungelige houding gaf ‘m de uitstraling van een college kid die niet goed besefte op welk podium hij nu weer stond. Z’n bij momenten karikaturale pastiche werd nog eens extra in de verf gezet door z’n Mickey Mouse shirt, al konden we niet anders dan sympathie voelen voor de Brit. Iets te mak om echt lang te boeien, maar met z’n huidig palmares mag hij dit jaar gerust wat later op de dag een Pukkelpoptent vullen.
Were we hoping for a miracle? Eigenlijk niet, en het voordeel van lage verwachtingen is dat alles achteraf gezien wel meevalt. Je betrapte ons bijgevolg niet op een beteuterd gezichtje toen ‘Only he can heal me’ en ‘Octopus’ de set openden. Bloc Party-frontman Kele Okereke aanschouwde, immer een kauwgom in de mond, het plafond van de zaal, en stelde vast dat Brussel er deze keer wél zin in scheen te hebben. Was er in het Koninklijk Circus nog sprake van negative tensions in het publiek, dan leek het deze keer de band zelf te zijn die er zo snel mogelijk de brui aan wilden geven. Russell Lissack stond enigszins verveeld aan zijn gitaren te plukken tijdens het merendeel van de nieuwe nummers, en ook de nieuwe aanwinsten blonken het grootste deel van de set uit in apathie. Het kon de voorste rijen echter niet deren zodra ‘Waiting for the 7:18’, ‘Song for clay (disappear here)’ en vooral ‘Banquet’ werden ingezet. Er werd gesprongen en meegebruld dat het een lieve lust was, en we betrapten Kele voor het eerst op een lachje. Toen moest het eenvoudige doch efficiënte ‘One more chance’ nog volgen, waarin de publieksspelletjes niet geschuwd werden.
Toen was het wel even welletjes geweest met publiekspleziertjes. ‘My true name’ en ‘Into the earth’ kleurden de zaal purper, en hoewel Kele zich doorheen de show vooral focuste op de zang, zal hij nooit de meest toonvaste van de klas zijn. Het stuiterende ‘So he begins to lie’ botste uiteindelijk vooral tegen zichzelf, waarna ‘She’s hearing voices’ de boel weer mocht rechttrekken en Russell zich eindelijk kon laten gelden. Oh, en toen werd ‘The love within’ gespeeld.
Dat je dat bezwaarlijk kunt klasseren onder ‘stoppen op je hoogtepunt’ mag duidelijk zijn. Uit ‘Intimacy’ werd verrassend genoeg ‘Signs’ opgediept, dat vanachter een klein pianootje een uitgeklede, ietsje versnelde uitvoering kreeg. ‘Two more years’ was een van de zeldzame momenten waarop je iets dat leek op een samenhorigheidsgevoel kon waarnemen, en tijdens splinterbommetje ‘Helicopter’ was het weer partyen like it’s 2005. ‘t Was ten slotte een zaterdagavond, wat de keuze voor afsluiter ‘Ratchet’ moest verantwoorden. Dat typeerde een wispelturige avond waarin zowel band en publiek elkaar nooit helemaal goed leken aan te voelen.
In La Madeleine kan je binnenkort onder andere Recorders (17.03), Abd Al Malik (18.03) en Grandmaster Flash (5.05) aan het werk zien. Alle info en tickets vind je op de site van de zaal.