Geen betere manier om de verjaardag van je oudere broer te vieren dan een intiem optreden in de AB Club, moet Will Butler gedacht hebben. Met ‘Policy’ zet de medeoprichter en multi-instrumentalist zijn eerste stapjes buiten Arcade Fire en dat resulteerde in een stevig potje rammelpop.
Wie had gehoopt nog even een terrasje te doen was eraan voor de moeite: al om twintig na acht kroop Butler voor het eerst achter zijn keyboards voor vier ingetogen nummers. Deze pre-set diende als smaakmaker voor wat komen zou: een mix tussen ingetogen pianobalades, orchestrale synthpop en stuiterende garagerock. Waarom zou je een voorprogramma meenemen als je zelf goed genoeg weet wat je als opwarmertje wil? “Let me build up my world, let me build it up real slow” zong hij op het einde, en dat was precies wat hij het komende uur zou doen.
Op 14 april 2015 trad Will Butler op in de Ancienne Belgique te Brussel. Bert Savels zorgde voor foto’s, het verslag is van Mattias Goossens.
De eigenlijke set begon twintig minuutjes later en werd afgetrapt door ‘You must be kidding’, één van de nummers die Butler voor The Guardian schreef. Die nummers zorgden ervoor dat Butler zich niet enkel tot het materiaal van ‘Policy’ moest beperken in zijn set. Vaste drummer Jeremy Gara (ook Arcade Fire) was niet aanwezig waardoor Butler enkel geflankeerd werd door schoonzus Julie Shore en Sara Dobbs, die de synths en percussie op zich namen. ‘Son of God’ toonde zich krachtiger dan op plaat, ondanks gebrek aan elektrische gitaar. Even leek Calvin Harris in the building te zijn toen een pompende beat ‘When the sun comes up’ inzette en Butler er pianoriedels over toverde. Die beat bleef nadrukkelijk aanwezig tijdens ‘Madonna can’t save me know’, waarna ‘Something’s coming’ zich als uitstekend dancerocknummer profileerde en deed denken aan The Rapture. Will haalde er zelfs enkele schuchtere danspasjes in boven. Butler mag dan wel uit de schaduw treden van Arcade Fire; van een stijlbreuk is allesbehalve sprake. ‘Anna’ ging zelfs verder op de weg die de groep met James Murphy is ingeslagen op de recentste dubbelaar, terwijl ‘Clean monday’ zo op ‘The suburbs’ had kunnen staan.
Gelukkig is Will Butler geen zwak doorslagje en zijn de nummers sterk genoeg om niet heel de tijd naast de Arcade Fire-cataloog geplaatst te worden. Hij heeft een minder orchestrale aanpak en schuwt de grote gebaren die zijn grote broer soms al te graag bovenhaalt. Pianoballade ‘Sing to me’ zorgde samen met ‘Luckiest sailor’ voor een eerste rustpunt. Het was pas daarna, tijdens de intro van The Magnetic Fields-cover ‘The death of Ferdinand de Saussure’ dat het publiek voor het eerst werd aangesproken. Dat hij het naar zijn zin had in Brussel, zei hij grijnzend, waarna hij al keyboardrammend door ‘Witness’ scheurde. Ook in het heerlijk sarcastische ‘What I want’ ging het er stevig aan toe (“If you come and take my hand I will buy you a pony. /We can cook it, for supper. / I know this great recipe for pony macaroni“), evenals in ‘Surrender’ (die kopstem!) en het op gejuich onthaalde ‘Take my side’. Met die finale zette Butler nog even op de puntjes op de i, waarna heel wat mensen duidelijk dachten dat het optreden wel achter de rug was. Niet dus, want gewapend met enkel een akoestische gitaar en een tamboerijn sprong het drietal het publiek in, waar ze in het midden van de zaal een cover brachten van Smokey Robinsons ‘Way over there’. Een gedenkwaardig moment om te koesteren voor wanneer Arcade Fire binnenkort weer door de Sportpaleizen van deze wereld trekt. Als het van Butler afhing, bleven ze eeuwig dit soort kleine zaaltjes doen. Wij staan alvast aan jouw kant, Will.
De AB programmeert binnenkort o.a. Richard Dawson (17.04), Matthew E. White (23.04) en Jack Garratt (26.04). Alle info & tickets vind je op hun website.