Een avondje uit met vrienden, een familie uitstap, een date met je lief, een dronken stadionconert,… Een optreden van Kasabian schijnt het allemaal te zijn. Deze Britten blijken een formule te hebben die gisteravond velen naar Vorst Nationaal lokte. Ook wij zaten tussen dit zootje en waren mee benieuwd naar wat de heren voor ons in petto hadden.
Op 8 november 2014 speelden Kasabian en Pulled Apart By Horses een beukende show in Vorst Nationaal te Brussel. Bert Savels zakte af naar Vorst om foto’s te nemen, Iris Wyckmans schreef een verslag.
Pulled Apart By Horses kreeg de taak ons warm te maken voor wat nog komen zou. Het viertal uit Leeds valt misschien nog het best onder te brengen in de post-hardcorefamilie, en vormde zo een verrassende keuze als support. We hoorden veel harde gitaren met beukende drums waarover zanger Tom Hudson de longen uit zijn lijf brulde. Terwijl deze set ons deed denken aan een sterk optreden in de Shelter van Pukkelpop, waar de heren overigens al twee maal met hun lange lokken hebben staan zwaaien, was PABH duidelijk een brug te ver voor de meeste Kasabian-fans. Headbangen zat niet in het repertoire van dansmoves dat de toeschouwers in gedachten hadden voor vanavond. De drie Britse vrouwen naast ons taterden zelfs doorheen het hele voorprogramma op een zodanig luid volume dat mensen die drie meter verder stonden geërgerd keken.
Kasabian doet het altijd goed op festivals en grote podia; het publiek ophitsen om mee te springen en te brullen is een kunst die ze maar al te goed beheersen. Dit moesten en zouden ze ook bewijzen in Brussel, waar de band Vorst Nationaal vanaf het begin laat ontploffen met ‘Bumblebee’. Met een grote witte zonnebril op zijn neus, die de fashionpolice in onszelf deed opborrelen, zorgt zanger Tom Meighan er persoonlijk voor dat elke persoon in de zaal deelneemt aan de zee van handen die telkens de lucht in worden gestoken. Hij mag dan wel geen gitaar of drumstokken in zijn handen hebben, met zijn ego bespeelt hij de toeschouwers als een instrument dat hij tot in de details beheerst.
Plots verschijnen uit het niets grote groepen veertigers en vijftigers die duidelijk al wat te veel alcohol in hun bloed hebben circuleren. Veel hebben ze dus niet nodig om sfeer te maken; alles wat de jongens van klanken voortbrengen, is goed genoeg om die bierbuiken op en neer te laten gaan en in hun enthousiasme tegen alle omringende personen aan te beuken. Met hun pilsjes in de hand, staan ze geen seconde stil en zorgen ze ervoor dat de omstaanders herhaaldelijk stompen en stoten moeten incasseren. De boze blikken die dit oproept bij de omstanders worden beantwoord met dronken glimlachen en schouderklopjes van handen nat van het bier. We hebben al naast aangenamere fans gestaan.
Na vijf albums hebben de rockers al heel wat hitjes verzameld, waar ze verre van spaarzaam mee zijn. Al vroeg op de avond krijgen we nummers als ‘Where did all the love go?’ of ‘Days are forgotten’ voorgeschoteld. Als echte professionals spelen de mannen uit Leicester een probleemloze set. Routinematig zorgen de Britten voor een opzwepende show waar niet de muziek maar vooral de fans een belangrijke rol spelen. Je hoort een goede song als alle handen mee het ritme klappen en alle monden de lyrics – of iets wat daarop lijkt – mee roepen. Natuurlijk kunnen er twijfels gevormd worden over hoezeer Kasabian nog muziek maakt waar hun hart en ziel in verborgen zit, maar misschien is dat wel niet nodig, zolang het publiek maar kan brullen.
Dat het nieuwste album ’48:13’ een breuk is met de vier voorgaande platen blijkt live nog sterker een onterecht vooroordeel te worden dat gebaseerd is op de eerste single ‘Eez-eh’. Tijdens het concert past het nieuwe werk mooi naast de oude waarden. Zo nu en dan worden we wel geconfronteerd met een duidelijker uitgesproken elektronische beat die over de gitaren wordt geknald. Maar hé, ook dat werkt duidelijk goed om al de hoofdjes op en neer te doen gaan, dus waarom ook niet?
Tegen het einde van de show kan je helaas ook niet ontsnappen aan de hordes van mensen die tijdens de laatste nummers hun kans zien om zich tot helemaal vooraan te beuken. Eens ze iedereen aan de kant hebben geduwd met hun uitgelatenheid als excuus is het natuurlijk ook tijd voor de selfies; je moet toch laten weten aan je vrienden dat je goed vooraan plezier stond te maken. Helemaal verontrustend wordt het helaas wanneer kersverse koppeltjes – gevormd op de avond zelf – het nodig vinden elkaars speeksel uit te wisselen recht voor je ogen.
We moeten eerlijk zijn: we gingen niet naar de show omdat we ’48:13’ het beste album van het moment vinden. Wel kan er niet getwijfeld worden aan de sterke liveprestatie die de band neerzet. Meighan en Pizzorno dwingen uitbundigheid en enthousiasme af bij de massa, in die mate dat niet veel andere bands hen het nadoen. Een muzikaal hoogstandje kunnen we deze avond niet noemen, wel een fijne ervaring die doet dromen van een zonnige wei vol uitgelaten mensen.
We wandelden de zaal buiten met de grote massa, doorweekt door het bier en met een haarbos vol confetti (niet voorzien door de band zelf). We zien Kasabian graag opnieuw op een festival, waar de fans minder geconcentreerd zijn, en we een plekje kunnen kiezen waar de frustraties ons niet in deze hoge mate oplopen. Het viertal heeft zijn publiek duidelijk nodig om een goede show op te bouwen, maar wij geven toch de voorkeur aan een ander soort van toeschouwers.
Live Nation programmeert binnenkort onder meer Blood Red Shoes in Muziekodroom (11.11), Eagulls in Ancienne Belgique (11.11) en Vaults (+ Paolo Nutini) (12.11) in Vorst Nationaal. Check de volledige kalender.