In het Nederlandse Beuningen vindt sinds vorig jaar Down The Rabbit Hole plaats. Terwijl het festival, net als grote zus Lowlands, aan een meer plaatsvindt en behoorlijk wat artiesten deelt met het dit jaar gelijktijdige Rock Werchter en Glastonbury, valt van bij de eerste stap op het terrein de bijzondere sfeer en vooral het prachtdecor op.
Op 26 juni 2015 speelden onder andere Damien Rice, Ryan Adams en Oscar and the Wolf op het Down The Rabbit festival in Beuningen. Caroline Vandekerckhove was erbij om foto’s te maken. Het verslag is van Emily Griffiths.
Terwijl Black Bottle Riot en Misun de zijpodia op gang trekken, is het aan Blaudzun om het weekend te beginnen in de Hotot. Nochtans is het niet de eerste keer dat het collectief vandaag optreedt, want op de camping waren ze deze ochtend er al als de kippen bij om bij wijze van karavaan Down The Rabbit Hole te openen. In de tent gaat het er eerst wat gezapiger aan toe met ‘Another ghost rocket’, hoewel opvalt dat de band heeft geïnvesteerd in extra percussie na het vertrek van violiste Judith van der Klip. Het maakt de show een stukje anders, meer ingetogen ook, al werken songs als ‘Promises of no man’s land’ en ‘Elephant’ altijd op de dansspieren.
Toch mag het best een stuk rauwer voor de Hotot en daarmee wordt het publiek met Death from Above 1979 op hun wenken bediend. Het Canadese duo laat een stevige noiserockbom vallen op Beuningen, beukt, keert, snerpt en draait elke bassnaar een paar keer om, maar doet Down The Rabbit Hole vandaag vooral een eerste keer zweten. Oude getrouwen komen aan hun trekken met de songs uit ‘You’re a woman, I’m a machine’, terwijl de wantrouwende nieuweling dan weer een eerste opstap vindt bij de meer toegankelijke songs als ‘Trainwreck 1979’ of ‘Right on, Frankenstein!’ uit de meest recente plaat van de groep.
Een behoorlijk stuk eentoniger, hoewel dan van de aangename soort, is wat zZz aan de andere kant van het terrein doet in de Teddy Widder. Hoewel, de orgelrock van het tweetal uit Amsterdam wist in het verleden al heel wat meer stof te doen opwaaien in de eerste helft van de set. Alsof ze gedachten kunnen lezen, trekken Schinkel en Öttenheim vervolgens ‘Juggernaut’, de titelsong van hun nieuwe plaat, op gang. De sleazerock vindt definitief een weg van het podium naar de toehoorders en laat hen even op hun grondvesten daveren.
Aan de andere kant van het terrein mag Oscar and the Wolf zich inmiddels klaarmaken voor het zoveelste festival deze zomer. Na ettelijke gevierde doortochten op onder andere Hurricane, Southside en Pinkpop is het vandaag aan Max Colombie en zijn band om in Beuningen te laten zien dat de stroperige dance ook op grote events mooi blijft plakken. Terwijl het optreden nochtans behoorlijk traag en gezapig op gang komt, gaan de non-believers gestaag overstag bij covers ‘Jenny from the block’ en ‘Freed from desire’. Dat Colombie een showbeest is, staat inmiddels al lang vast. Wanneer dat dan ook nog eens gepaard gaat met lasers en confetti, is het niet moeilijk dat nu eenmaal de hele tent aan het springen gaat bij afsluiter ‘Strange entity’.
Eén van de sets waarvan op Down The Rabbit Hole misschien wel het meest wordt verwacht, is die van Flying Lotus. Aan de visuals zal het alvast niet liggen. Terwijl Steven Ellison voornamelijk achter zijn laptop staat te draaien, worden voor hem verschillende beelden geprojecteerd die de massa in de Teddy Widder behoorlijk biologeren. Bij ‘Mighty morphin foreskin’ springt FlyLo plots tevoorschijn om de tent nog even wat meer op te hitsen en naar zijn hand te zetten, al lijkt dat niet meer nodig.
De prijs voor meest complete optreden in de Hotot gaat dan weer naar Ryan Adams. Eindelijk loopt het (overigens wondermooie) decor van het festival een keertje door op de main stage wanneer achter de Amerikaan ettelijke spelletjeskasten, een drankautomataat, een vredesvlag, een tijger en gigantische fakeversterkers opdoemen. Het oog wil ook wel eens wat. Overdreven vol staat het helaas niet voor de gitaarrocker, al gaan de aanwezigen wel los op ‘Let it ride’, ‘New York, New York’ en ‘To be young (is to be sad, is to be high’). Dat is overigens ook niet moeilijk, Adams weet het publiek nu eenmaal te bespelen, soms zelfs wat voor de gek te houden, om dan weer met een kletterende gitaarsolo tevoorschijn te komen.
Terwijl Florence Welch op Glastonbury aan haar headline set begint, kroont Patti Smith zich tot koningin van Down The Rabbit Hole. Naar aanleiding van het veertigjarig bestaan van debuut ‘Horses’ komt de Amerikaanse rockster het album integraal spelen op een rits podia, al is het altijd even afwachten hoe de kranige dame zich op het podium houdt. Na drie kwartier spelen – we zijn dan inmiddels in de tweede helft van de plaat, of volgens Smith ‘de andere kant van de vinyl’ – vertelt de songwriter zelf dat ze met een verkoudheid rondloopt. Niets van gemerkt. Voor een afgeladen Teddy Widder klinkt de Amerikaanse als een jong, briesend veulen, maar dan wel een dat al met gemikte precisie zijn toeschouwer voorbij galoppeert. De show vormt met knallers ‘Land’, ‘Horses’ en hit van de hits ‘Gloria’ gewoonweg een langgerekte climax waarvoor het festival 75 minuten lang uit zijn dak gaat.
Wie zich Damien Rice op Best Kept Secret 2013 nog kan herinneren, weet dat de Ier een strand – of wei – geheel kan platspelen. Vandaag krijgt de singer-songwriter evenwel te maken met een tent en dat ligt hem duidelijk minder. Nu ja, of het helemaal aan hem ligt, is eigenlijk nog net de vraag. De man speelt wederom zo begeesterend dat het eigenlijk niet zo moeilijk is om helemaal mee te gaan in ‘Elephant’, ‘The blower’s daughter’ of ‘I remember’, maar toch weerklinkt in de Hotot steevast een luid geroezemoes. Tijdens ‘9 crimes’, wat nog steeds nu eenmaal het bekendste nummer van de man is, weet de Ier dat nochtans even te verstommen. Met ettelijke langgerekte loops en een welgemikte gitaarkwinkslag brengt hij zijn publiek in een extase, die door het vroege tevoorschijn komen van de song jammer genoeg niet lang duurt.