Ook dit jaar stond ondergetekende op het gras en de houten latten van het charmante Crammerock. Hieronder een verslag van de eerste festivaldag te Stekene
Op dag één van Crammerock gaven onder andere Amongster en Arsenal het beste van zichzelf. Caroline De Meyer trok op pad om foto’s te maken. Het verslag is van Yanni Ratajczyk.
We kwamen op tijd voor The Spectors, die één van de podia mochten openen. Het jonge groepje probeerde het al aanwezige publiek te overtuigen met een set vol shoegaze en harmonieën. Hun tot nu toe enige radiohit ‘Nico’ werd meteen herkend en we zagen zelfs enkelen meelippen. Het is een song met potentieel, zo ook een nummer als ‘Perfect early morning’: een duet verstoord door gitaarruis. Net als op de ep trokken The Spectors een bescheiden Wall of Sound op die best gewaardeerd werd. Toch had wat extra contact met de toehoorders meer variatie in het concert kunnen brengen.
Daarna gingen we toch maar even langs Kenji Minoque. De twee vuilbekkende West-Vlaamse vrouwen trokken op een redelijk vroeg uur heel wat volk naar de grote tent te Stekene. Kenji Minoque paradeert potsierlijk tussen aantrekkelijk en afstotelijk, tussen humor en ernst. Wij liepen rond met een glimlach van 40 minuten.
Hierna was het tijd voor één van de recente Belgische revelaties: Coely. De jonge zangeres raakte in een mum van tijd bekend met haar hit ‘Ain’t chasing pavements’, wat ook te merken was aan het enthousiasme van de toehoorders tijdens dit nummer. Een publiek ophitsen doet de dame samen met haar dj perfect. Toch hadden we naar het einde van het optreden toe het gevoel dat de spelletjes met de toeschouwers vooral de gaten moesten opvullen. Klonk voor jou ‘Soulfull yeah’ ook eindeloos lang?
Wie in een paar minuten de woorden “Joepie, baby” en “rock-‘n-roll” hoort kan er bijna zeker van zijn dat Luc De Vos achter de micro staat. Samen met zijn trouwe kompanen bewees Vosje dat er nog energie zit in het 25-jarige Gorki. ‘Lieve kleine piranha’ en ‘Anja’ volgden elkaar op als klassiekers en ‘Ooit was ik een soldaat’ klonk nog altijd even eerlijk en oprecht. Jammer genoeg moesten we vertrekken na een wervelend ‘Ik reis door de nacht’, aangekondigd als metalsong. Het was immers de bedoeling om op tijd bij Altrego aan te komen en dus een uitstapje naar de Clubtent te maken. Altrego is het nieuwe project van oude bekende Jasper Erkens, die enkele jaren geleden bekend werd door een zilveren plak in Humo’s Rock Rally. Na een aantal jaren in Londen te studeren stond de jongeman klaar om opnieuw iedereen te overtuigen van zijn talent. Deze keer niet met een akoestische gitaar, maar met vuile elektronische muziek die zich het liefst laat vergezellen door een smerige gitaarriff en het zure zweet uit de poriën laat gutsen. Erkens transformeerde in drie kwartier van schooljongen tot gangster. Met oppeppende liedjes als ‘Love is flawless’ liet het trio alvast een goede indruk na in het Waasland.
“Tijd voor Den Admiraal!”, hoorden we iemand enthousiast vertellen. En inderdaad: Admiral Freebee had zijn troepen verzameld om naar Crammerock te trekken. De man zag er uit als een kluizenaar die in lange, zwarte mantel nog eens wat medemensen mocht begroeten. De opgekropte frustraties werden meteen uitgespuwd met het hevige ‘Blues from a hypochondriac’. Wat volgde was een uitstekende festivalset. ‘Nothing else to do’ bleek nog vers in ieders geheugen te zitten, de radiosingle werd door iedereen luidkeels meegezongen. Opvallend was een aangeklede versie van het oude ‘Bad year for rock ’n roll’ dat veel warmer klonk dan het origineel. Plots beseften we weer dat Tom Van Laere handen vol goede songs bezit. ‘Oh darkness’, ‘Einstein brain’, ‘Rags ’n run’ en ‘Always on the run’, bleken ook nu weer stuk voor stuk liedjes die iedereen kan meezingen. We zagen Van Laere al eerder een publiek inpakken en ook nu was het van dat, gesteund door een gebalanceerde groep waarin de blazers in de bloemetjes werden gezet.
Het feestje van de avond stond duidelijk op naam van Arsenal. De Belgen brengen binnenkort een film uit die opgenomen werd in Japan en palmen de hitlijsten in met de singles uit ‘Furu’, hun laatste album. ‘One day at a time’ was als klinkende confetti en ook het voor de groep nog ingetogen ‘Black mountain’ deed de temperatuur tussen de mensen stijgen. Een hoogtepunt uit deze set lichten is moeilijk. Was het ‘Melvin’, waarbij iedereen zijn armen gestrekt in de lucht hield? Of ‘High Venus’, waar zanger John Roan zijn dansmoves de antwoorden waren op het gezang van het publiek? Ook ‘Saudade pt. 2’ klonk zoals het hoort, heet en zweterig. Op Arsenal dans je nog steeds met een exotisch smaakje op de tong.
De grote vedette van deze editie was ongetwijfeld Lauryn Hill. Het festival kon dit jaar uitpakken met een headliner die maar liefst tien jaar geen voet meer zette op Belgische bodem. Er was dan ook een hele delegatie afgezakt die de zangeres van de heengegane Fugees aan het werk wou zien. Het concert begon echter vreemd. De dj aan huis bij Mevrouw Hill had de opdracht gekregen het publiek op te warmen voor de komst van de diva. Toegegeven, dit is niet ongewoon bij hiphop-optredens, maar dit duurde te lang. Er liep backstage duidelijk wat mis. Maar liefst drie kwartier lang kregen we een aaneenschakeling te horen van halve minuten van allerlei hits. De meeste fans bleven enthousiast, maar we vingen ook vlagen boegeroep op. Uiteindelijk verscheen Hill dan toch. Ze had een hele band achter zich die steeds ruimte liet voor haar stem, maar ook vaak voor wat extra accentjes zorgde. Dit kwam vooral tot uiting in de tweede helft van de set. Bij ‘To Zion’ beseften we het kunnen van de zangeres pas echt, en tijdens ‘Ready or not’ betrapten we onszelf op heupwiegen. De zangeres slaagde er zelf in extra speeltijd af te dwingen die ze vulde met wat swingende covers van The Wailers. Zo kreeg een twijfelachtige start toch nog een spetterende finale.
Het festival gaat vandaag nog door met groepen als Oscar and the Wolf en The Hives. Meer info vind je op de website van het gebeuren.