Dit weekend zakten we af naar Genk voor het Absolutely Free Festival. Tussen de Limburgse weien stonden drie tenten opgesteld bij een gezellig geheel van lampions gemaakt van paraplu’s, zetels en schommels en andere knusse decoratie. Helemaal gratis, zoals de naam van het festival doet vermoeden, is het niet: aan de toegang betaal je symbolisch drie lege batterijen als inkom. Ja ja, er wordt aan het milieu gedacht. Zo drink je op AFF geen cola, maar biologische limonade of fruitsap uit de Wereldwinkel. Natuurlijk komen we vooral voor de fijne bands die de organisatie dit jaar weer verzameld heeft. Een combinatie van enkele Belgische pareltjes en een handvol straffe acts uit het buitenland doet onze verwachtingen hoog oplopen.
Op 2 augustus 2014 speelden onder meer Thurston Moore, Yuck, Madensuyu, Fanfarlo en Blaue Blume op Absolutely Free Festival te Genk. Bert Savels trok er naar toe om foto’s te nemen. Het verslag is van de hand van Iris Wijckmans.
Onze dag begon met het optreden van de Limburgse JFJ, waarvan de artiestennaam bestaat uit de initialen van frontman Jonas Frederik Jos’ naam. De groep speelde in de Green House, een locatie waar de artiesten tussen de plantenbakken spelen en er vogelhuisjes en bloemen boven de hoofden van het publiek hangen te bengelen. Aan decoratie was er in ieder geval geen gebrek dus. Toeschouwers daarentegen mochten er altijd nog meer zijn. Het was duidelijk dat het nog te vroeg was voor vele mensen om het warme zonnetje in te ruilen voor een tent. De mannen en vrouw van JFJ lieten zich daar echter niet door ontmoedigen. Tijdens de dertig minuten durende set kregen we nummers voorgeschoteld die nu eens deden denken aan het geluid van The Galacticos en dan weer aan Beck of een countryband herinnerden. In tegenstelling tot de zanger, kwamen de toehoorders maar weinig in beweging. Hier en daar een hoofdje dat mee knikt, meer kreeg JFJ helaas niet los.
Vervolgens trokken we naar de Mainstage, waar The Prospects ons duidelijk kwamen maken dat een harde gitaar zeker niet mag ontbreken op een festival. Het recept bestond uit: een gitaar, een basgitaar en drums. En dan gewoon stevige rock spelen. Ons konden ze zeker overtuigen, al schenen de genieters evenwel in de minderheid. Wederom koos het publiek ervoor om rustig toe te kijken. Zelfs wanneer de band hun joker uit de kast haalde – een cover van ‘Let’s go crazy’ van Prince – hadden ze de boodschap niet door en bleef iedereen rustig verder knikken.
Na de stevige gitaren van The Prospects begon Samowar aan haar set in de XPRMNT-tent. We hadden hoge verwachtingen van deze finaliste van Humo’s rock rally 2014, maar deze werden niet ingelost. Gewapend met haar stem en een drumcomputer probeerde Leen Diepandaele tevergeefs al het lawaai in en rond de ruimte te overstemmen. Dit donkere elektronicaproject kwam gisteren niet tot zijn recht in de met zonlicht gevulde tent vol pratende mensen. De muzikante slaagde er niet in de aandacht van de mensen vast te houden. Velen gingen dan ook liever luisteren naar het vragenmoment met Thurston Moore, zanger en gitarist van Sonic Youth, die later op de avond het festival op zijn gitaarkunsten zou trakteren.
De volgende stop was het optreden van De Staat op de Mainstage. Een dikke pluim voor deze Nederlanders, want niet enkel speelden ze een strakke show, ze kregen ook voor het eerst het ietwat passieve publiek aan het bewegen. Dit kon ook moeilijk anders. Het dansbare geluid van deze alternatieve rockband kruipt in je oor en fluistert tegen al je lichaamsdelen om niet stil te staan. De energieke show en de dansjes en gekke sprongen van zanger Torre Florim werkten ook aanstekelijk. Tegen het einde van de set werden we nog getrakteerd op een vernieuwende cover van het alombekende ‘Talk dirty’ van Jason Derülo. Er hadden boetes uitgedeeld moeten worden aan wie toen nog stil durfde staan. Maar ook hun eigen nummers sloegen aan, zoals ‘Devil’s Blood’ en ‘Old McDonald don’t have no farm no more’.
Op dan naar Fanfarlo. Deze indiepopband bracht een fijne set die spontaan een glimlach op ons gezicht toverde. Het enthousiasme van de zanger en de vrolijke tonen van songs als ‘The walls are coming down’ of ‘Landlocked’ zorgde ervoor dat niemand merkte dat de temperaturen buiten aan het dalen waren. Waar de meeste groepen nog een extra gitaar toevoegen, plaatst Fanfarlo een viool, een trompet of een saxofoon. Dit maakt de liveperformance enkel nog sterker. Tot slot prezen we onszelf even gelukkig dat we die avond aanwezig waren, toen de muzikanten meedeelden dat ze een tijdje niet meer te zien zijn omdat ze een pauze inlassen. Wij hopen alvast dat deze van korte duur zal zijn.
De volgende naam op de affiche was Robbing Millions, een jonge Brusselse band waarvan de leden voor hun kledingstijl inspiratie waren gaan halen in de jaren ’90. Deze jongens speelden niet geheel onterecht voor een volle Green House. De groep bracht overtuigende indiepop met veel gitaar en een psychedelische toets. Ook al verstond je vaak nauwelijks de helft van wat ze tussen de nummers door probeerden te vertellen, het enthousiasme en de zotte sprongetjes van de leden werkten aanstekelijk. Een hoogtepunt was zeker het lied ‘Dinosaur’, waar het publiek echt volledig mee was en alle aandacht richting het podium ging.
Daarna speelde Yuck op de Mainstage. Qua geluid moesten we vooral denken aan de noisepop uit de jaren 70 en 80, maar dan met een hedendaagse draai. Voor het eerst zien we de grote tent ook echt vol lopen. Een mooi voorprogramma voor Thurston Moore, die hierna op dit podium ging spelen, zou je denken. Toch kwam Yuck gisterenavond uit als de headliner van de dag. Het publiek genoot van nummers zoals ‘Lose my breath’ en ‘Middle sea’. Dat iedereen na de set nog hoopvol bleef staan zei voor ons ook al meer dan genoeg.
Warhola kreeg de eer om gisterenavond de XPRMNT-tent af te sluiten. De kleine tent stond stampvol, iets waartoe de infrastructuur van het podium zich niet goed leende. De band was enkel voor de eerste rijen zichtbaar, waardoor de aandacht voor de achtersten al snel afzwakte. Dit was heel jammer, want daardoor ging de magie die deze winnaars van Humo’s Rock Rally 2014 kunnen creëren volledig verloren. In het begin kon het lied ‘Aura’ nog op wat sympathie rekenen. Maar de afsluiter ‘Reshape’ verdronk volledig in het geroezemoes.
De hoofdnaam van de avond was Thurston Moore. Na het vraag- en antwoordmoment eerder op de dag was ieder zijn nieuwsgierigheid geprikkeld om de show van deze iconische man te gaan beluisteren. Velen kwamen echter voor een koude douche te staan. Laten we zeggen dat deze act vooral iets is voor zij die van experimentele gitaren zonder duidelijke melodieën houden. Samen met zijn compagnon James Sedwards bespeelde Moore de snaren alsof ze samen in zijn garage aan het jammen waren, en de buren met vakantie waren. Een duidelijke houvast bood de set niet. Tussen al het gitaargetjangel zong Thurston Moore hier en daar en zin door zijn micro. En dan hebben we ook wel heel het optreden samengevat. We kregen het gevoel dat de massa meer bleef kijken omdat het een grote meneer was die voor hun ogen stond, en niet omdat ze mooi vonden wat er uit zijn vingers kwam.
Ondanks deze tegenvallende afsluiter gingen we voldaan naar huis na een gezellig en uniek festival. Wij zullen volgend jaar zeker opnieuw van de partij zijn. Meer info en sfeerbeelden vind je op de website van het festival.