Foto’s Robin Dua, verslag Tom Peeters
Toen we Jens Lekman bijna vijf jaar geleden in Trix aan het werk zagen, was het als hetero man onvermijdelijk om stiekem een beetje verliefd te worden op de Zweed. Met zijn charmante straatmuzikantvoorkomen en zijn kleine liedjes die balanceren op de kruising tussen romantiek, melancholie en cynisme laat de singer-songwriter weinig mensen onbewogen. Tegenwoordig loopt Lekman rond met een marginaal truckerspetje op zijn kaal wordende kruin en lijkt hij bijgevolg niet enkel te musiceren op de straten van Parijs, maar daar evengoed in een kartonnen doos de nacht door te brengen. Dat Lekman vervaarlijk in John Malkovich aan het transformeren is, doet daar ook al geen goed aan.
En toch, van zodra de Zweed uit Göteborg het podium van de Botanique betreedt, kan je niet anders dan de sympathie voelen opborrelen. Bij het vallen van de bladeren, mag Lekman zijn nieuwste plaat komen voorstellen in Brussel: ‘I Know What Love Isn’t’. Klinkt niet erg vrolijk, zeg je? Tja, zou jij de stoelen aan de kant zwieren voor een polonaise als het meisje van je dromen je hart aan diggelen geslagen heeft? Dat is ook te horen aan het nieuwe geluid van Lekman. Z’n vorige ‘Night Falls Over Kortedala’ doorspekte hij nog met samples en daar hield hij het midden tussen Belle and Sebastian, The Magnetic Fields en Morrissey, soms bijna op de pastiche af maar nooit erover. ‘I Know What Love Isn’t’ klinkt kaler, maar ook consistenter.
Nu ja, zijn laatste worp mag dan al een breakupplaat zijn, in de Botanique mag er ook gelachen worden. Lekman is nu eenmaal meester in de rake oneliners. “When she talked about the fall, I thought she talked about Mark E. Smith”, croont hij in ‘Maple Leaves’, een nummer over geestige misverstanden binnen een relatie. En aan welke kant van de twist je al gestaan hebt: je beseft dat de Zweed het banale als geen ander kan vatten. Die herkenbaarheid is zijn kracht. Lekman zoekt de romantiek in de alledaagse dingen van het leven: idolatrie (‘Waiting For Kirsten’), de weemoed op het einde van een feestje (‘Black Cab’) of schijnhuwelijken (‘I Know What Love Isn’t’). Het zijn geen grootse ideeën maar net daarom is het zo gemakkelijk om de sympathiekaarten boven te halen voor de Zweed: omdat je weet dat het nummer evengoed over jezelf had kunnen gaan.
Jens Lekman is ziekjes en kort zijn set noodgedwongen in tot een uur, maar toch klinkt zijn stem het ganse optreden lang opvallend helder. Geruggesteund door een pianist, een drummer en twee mooie Zweedse meisjes op viool en bas brengt hij nummers uit z’n hele oeuvre met het nodige enthousiasme. Je merkt: dat meisje dat ‘m gedumpt heeft, kreeg hem niet klein. De onverlate! En ja, er loopt een bandje met samples mee, maar dat stoort niet. Integendeel, de psychedelische intermezzo’s tussen de nummers brengen schwung en vaart in het geheel. Afsluiten doet de band met ‘A Postcard To Nina’, het hilarische relaas over die keer dat zijn pennenvriendin hem aan haar ouders voorstelt als haar vriendje om niet uit de kast te moeten komen. “Don’t let anyone stand in your way”, herhaalt Lekman als ware het een mantra. De liefde van de zaal is bijna proefbaar.
Botanique programmeert binnenkort onder meer Autumn Falls: Shearwater – Dark Dark Dark – Father John Misty (01.12), Petite Noir (10.12) en Stars + Zeus (16.12). Klik hier voor tickets, de volledige kalender en verdere info.