Foto’s Pascal Liagre, verslag Wouter Ollevier
Met een palmares zoals dat van David Byrne is het moeilijk om de muziekliefhebbers en de fans nog écht te verrassen. Solo heeft de Amerikaan reeds een aantal keer bewezen nog niet versleten te zijn, getuige onder meer ‘Like Humans Do’ uit 2001. De sprong in het onbekende om samen met Annie Erin Clarke, alias St. Vincent, een plaat te maken is evenwel des te opmerkelijker.
De 31-jarige indierockster was immers nog op een leeftijd om met poppen te spelen toen Byrne en de zijnen de wereld verbaasden met monsterhits à la ‘Psycho Killer’ en ‘Burning Down The House’. De beproefde samenwerking had een plaat voortgebracht die vooral gemengde gevoelens oproept, want ‘Love This Giant’ kent ontzettend knappe songs die het beste van Talking Heads naar de kroon steken, maar ook mindere passages die dan weer vooral heimwee veroorzaken naar een (lang) vervlogen tijd. We waren alvast benieuwd wat dat live worden zou.
De firma Clarke en Byrne hebben er het laatste anderhalf jaar niet naast getoerd. De mooiste zalen in de Verenigde Staten en Europa waren niet goed genoeg, en ook in Brussel was dat niet anders. In de Charles LeBoeuf van het Paleis voor Schone Kunsten was het dan ook wat onwennig om omstreeks 20u in een goed volgelopen zaal te zitten, wachtend op de komst van de rocklegende.
Met ‘Who’, ongetwijfeld de grootste hit op ‘Love This Giant’, nam de set een wervelende start. Hij, met gitaar, witte broek en mobiele microfoon, zag er wat uit als een troubadour en zij was – kortgerokt – de perfecte femme fatale. Meteen was ook duidelijk dat de koperblazerssectie meer zou doen dan louter begeleiden, als een soort jazz-bigband zetten ze ook ‘Weekend In The Dust’ in, een lied dat – hoe je het nu draait of keert – tijdens het refrein ongewoon hard aan ‘Physical’ van Olivia Newton John doet denken. De naar voor en naar achter schuifelende danspasjes van St.Vincent waren in ‘Save Me From What I Want’ werkelijk een lust voor het oog. Het daaropvolgende magnifieke ‘Strange Overtones’, dat Byrne samen met Brian Eno componeerde, maakte de zeer sterke start compleet. Daarna verloor de set toch wat vaart tot ‘This Must Be The Place’ (de naïeve melodie, je weet wel) weerklonk. De zaal veerde toen voor een eerste maal echt op.
De betere nummers uit ‘Love This Giant’ waren ook nu de sterkere momenten: ‘Optimist’, waarin zij zowaar klinkt als hem en ‘The One Who Broke Your Heart’ waren ook live ijzersterk. Ondertussen passeerden ook ‘Wild Wild Life’, ‘Like Humans Do’ en ‘Lazy’, allemaal van de hand van Byrne, de revue. De choreografie bleek telkens opnieuw subliem en riep eigenlijk heel wat verbazing en verwondering op, want de manier waarop de schare muzikanten zich bewegend uitleefde had geen enkele invloed op hun (blaas)prestatie. Tot slot verdient ook ‘Northern Lights’ een speciale vermelding. Clarke speelde al een ganse avond op erg hoog niveau en zette hier nogmaals in de verf wat een goede zangeres en gitariste ze wel is.
De bisronde was na een oorverdovend applaus een feit en tijdens ‘Burning Down The House’ ging de zaal compleet uit zijn dak, wat eigenlijk een behoorlijk grappig zicht was gezien de locatie. Zelden immers moet het Paleis voor Schone Kunsten erin geslaagd zijn om de toeschouwer zo intens zijn of haar adolescentiejaren te laten herbeleven. Byrne genoot zichtbaar van zoveel bijval en trakteerde zijn voormalige groupies op nog een tweetal songs. Daarin kwam eerst St. Vincent met ‘The Party’ aan bod, een rustig voorspel om uiteindelijk met ‘Road To Nowhere’ het absolute summum te bereiken.
Het is overbodig te zeggen dat stemgeluid en akoestiek minutieus en quasi perfect waren afgesteld in deze tempel der klassieke muziek. Want hadden we dit in Vorst Nationaal gezien, dan was dit naar alle waarschijnlijkheid een geheel andere review geweest. Toch bleven we achteraf met een ietwat dubbelzinnig gevoel achter. In de lijn van de ambigue gevoelens die de plaat had opgeroepen was ook dit concert nu en dan een dubbeltje op zijn kant. Hoogtepunten waren er bij de vleet, maar net iets te vaak teerde de legende op zijn oude werk. Soms was dat een welkome afwisseling, soms illustreerde het – wat ons betreft – een klein gebrek aan absolute durf om het verleden helemaal los te laten, want telkens de set dreigde te evolueren naar een aaneenschakeling van de (minder bekende) songs van Clarke en de gezamenlijke ‘Love This Giant’-nummers, kozen ze ervoor om te teren op successen van Talking Heads.
Vast staat dat het een avond was om nooit te vergeten. En of dat helden uit het verleden moeiteloos heel knappe muziek kunnen maken in samenwerking met eigentijdse muzikanten. Zonder zichzelf te verliezen waren David Byrne en St. Vincent elkaar. De korte omhelzing op het einde was dan ook haast symbolisch en illustreerde de eigenzinnige legering van meesterschap en elegantie.
Live Nation programmeert binnenkort concerten van onder meer Goldfrapp (AB, 22.10), Suede (AB, 01.11) en Parov Stelar Band (Koninklijk Circus, 06.11). Klik hier voor tickets en de volledige kalender en verdere info.