Artefact presenteert elk jaar weer het neusje van de zalm in een heel wel heel specifieke niche, die van de donkere, avontuurlijke electronica. Dit jaar sierden onder meer William Basinski en Lorenzo Senni de affiche. Wij gingen dan weer eens van de duisternis proeven bij de overlooked producer Fis en techno-post-punker Powell.
Een verademing op Artefact is de aandacht die besteed wordt aan openers, je kan het zelfs geen voorprogramma’s noemen. Met Sagat had het kunstenfestival een van de meest interessante Belgen naar Leuven gehaald en die kreeg dan ook een volledig uur om zijn ding te doen. De set ging heel rustig van start, met lang uitgesponnen ambient die steeds avontuurlijk bleef en ook tijdens mooiere momenten het Stuk met een zekere dreiging bleef vullen. Gaandeweg schakelde de Brusselaar over op meer dansbare muziek, die misschien wel meer geschikt was voor een concertzaal. De techno was gemuteerd genoeg om ons brein te prikkelen en dansbaar genoeg om onze verstuikte enkel met danspasjes te forceren; missie geslaagd lijkt ons, en net op tijd gedaan want aan het einde begon de producer wat te slabakken.
Fis is een in Berlijn residerende Nieuw-Zeelander met een geschiedenis in België en kwam de buitenwereldse klanken van z’n nieuwe album ‘The blue quicksand is going now’ voorstellen in de donkerste zaal van het land. Waar het thema van Artefact dit jaar ‘Up in the air’ luidt, bleek dat bij Olly Peryman vooral te slaan op de droomwereld waar zijn muziek in vertoeft. Live teerde de artiest immers veel minder op de weelderige soundscapes die zijn laatste langspeler een prachtige gloed geven, maar speelde hij veel meer met de sublieme, grootse geluiden van nummers als ‘Kal’. Het was bij momenten met open moment staren naar alles wat de muzikant uit machinerie wist te toveren; maken de enorme geluidskunstjes al indruk door je hoofdtelefoon, dan excelleerden ze helemaal in een live-setting (waar helaas wel een visueel complement ontbrak). De nummers schenen soms haast tastbaar te worden, als 3D voor de oren. Net als de gigantische post-rock van Godspeed You! Black Emperor vielen de klanken enkel te beschrijven in natuurmetaforen – de ene keer leek het alsof een gigantische paddenstoel zich onder je voeten ontpopte, de andere keer werd je door een een walvismaag verteerd en meters ver uitgespuwd door z’n spuitgat. Domme associaties, maar die veroorzaakte Fis en dat was zeker ook z’n bedoeling, aangezien de Kiwi voor z’n inspiratie put uit de schoonheid van de natuur. Enig minpuntje van het zinderende spektakel: soms was het moeilijk om doorheen de zinderende geluidsconstructies nog iets meer dan transgressie te ontwaren.
Geen idee hoe het er precies aan toeging op new wave-feestjes, daar is ondergetekende iets te jong voor, maar waarschijnlijk waren ze zo intens als een optreden van Powell. Of die producer nog wel zo’n parties heeft meegemaakt betwijfelen we, maar z’n muziek lijkt er wel heel erg naar te knipogen. Hoewel de artiest toch eerder iets maakt dat je kan beschrijven als techno, leek z’n sound een hedendaagse interpretatie van post-punk, die zich wat minder letterlijk en meer progressief toonde dan het geluid van bijvoorbeeld Viet Cong. Als de Brit op plaat moeilijk en koud overkomt (wat zeker niet negatief is), dan bleek dat live allesbehalve te hinderen. De set van de Diagonal Records-baas was stevig en je kon jezelf er gemakkelijk in verliezen. Het was dan ook nogal verrassend dat het publiek net zo ijskoud als de muziek reageerde en stil bleef staan, schijnbaar tot frustratie van de artiest.
Uiteindelijk bewezen de drie artiesten zo elk op hun eigen manier de eigenzinnigheid van Artefact met compromisloze en vooral vernieuwende muziek. Het festival heeft er intussen een essentiële plek in de Belgische muziekscene mee veroverd en geeft het kleine Leuven er zo een paar dagen internationale allure mee.