Voor een band als Newmoon is het niet zo vanzelfsprekend om een zonovergoten festivaldag te openen. Desalniettemin trotseerden enkele vroege vogels een portie UV-licht die dermatologen zenuwinzinkingen bezorgt. In ruil voor een zonneslag stond de melodische muur gitaarpracht die gemakkelijk had kunnen doorgaan voor een stormwaarschuwing. Tijdens ‘Coma’ werden er putten in het podium gestaard en kregen we de beloofde storm over ons heen, en we raakten al snel de tel kwijt van het aantal kippenvelmomenten. Met ‘Aria’ was er ook plaats voor ouder en lichtvoetiger materiaal en verder zorgde ‘Everything is’ voor een hoogtepunt. Zonder schroom kunnen we zeggen dat Newmoon de beste Belgen van het weekend waren – een straffe prestatie als je de affiche bekijkt.
Foto’s door Dimly Lit Stages.
Super sunday ging gemoedelijk verder met Kevin Morby. Opener ‘City music’ was de precieze sfeeromschrijving in Brugge en ‘Harlem river’ bleek de ideale soundtrack om later op de avond door een leeggelopen stad naar huis te fietsen. Door de klimmende temperaturen waren fysieke uitspattingen beperkt, al werd er tijdens ‘Cry baby’ hier en daar toch voorzichtig een been gestrekt. Grote meerwaarde van dienst was Morbys gitariste Meg Duffy (beluister zeker haar solowerk Hand Habits). Zowel vocaal als instrumentaal trad ze meerdere keren subtiel maar doeltreffend op de voorgrond. Een tweede eervolle vermelding gaat naar de nooit vervelende baslijn van ‘I have been to the mountain’. Het plaatje van onze favoriete Amerikaanse Kevin klopte gisteren perfect.
Het enige moment waarop er gisteren onkruid opkroop tussen de podiumplanken was tijdens The Temper Trap. Er werd heel hard geprobeerd met vrolijke deuntjes en complimentjes, maar het mocht niet baten. De (bij momenten zeer valse) stem van frontman Dougy Mandagi deed ons wat afstand nemen van het podium. We waren hem dan ook dankbaar toen hij de geluidstechnicus vroeg om die wat stiller te zetten. Hitjes als ‘Fader’ en ‘Sweet disposition’ klonken als miserabele karaokeversies en kwamen nooit oprecht over. Eentje om snel te vergeten.
Local Natives bracht dan weer een portie energie met potige versies van hun werk. Het evenwicht tussen rijkelijke muzikale uitingen en de harmoniezang (die hier en daar een onmiskenbaar aan Fleet Foxes deed denken) werd enkel in ‘Coins’ opgeslokt door overdaad. Dat schoonheidsfoutje werd vanaf ‘Dark days’ weer rechtgezet. Er werden vooral nummers van recentste album ‘Sunlit youth’ gespeeld, maar met ‘Airplanes’ kwam eveneens een van de mooiste nummers over verlies aan bod. ‘Wide eyes’ kon rekenen op een enthousiast onthaal bij het publiek en werd luidkeels meegezongen. Al bij al vormden de locals met hun enthousiasme en overgave uitstekend festivalmateriaal.
Het was eigenlijk nog iets te vroeg op zondag maar toen Sophia van start ging, hadden we het gevoel dat Duyster terug was van weggeweest. ‘s Mans debuut ‘Fixed water’ werd integraal gebracht, en het was daarbij moeilijk om de traanklieren in bedwang te houden. De aanwezige energie was daarmee wat leeggebloed en kreeg een welkome reanimatie met ‘Resisting’ en ‘California’. Kan iemand deze man nu eens eindelijk de Belgische nationaliteit bezorgen?
Eerder op de dag had Local Natives al laten vallen fan te zijn van Warhaus en dat resulteerde in zichtbaar vertrouwen. Het is echter geen geheim meer dat Maarten Devoldere en Sylvie Kreusch samen op een podium voor vuurwerk zorgen – vuurwerk dat uitdoofde wanneer een van de twee naar de achtergrond verdween. Zonder Sylvie leek het vooral op een met testosteron beladen braspartij die haar vrouwelijkheid hard miste. Dat contrast was voelbaar aanwezig omdat het hier en daar zo intiem werd tussen de twee dat je hier en daar bezorgde ouders ongemakkelijk een blik richting kroost zag werpen.
“Explosions In The Sky is een beetje schilderen met gitaren” hoorden we iemand zeggen. Ze hadden de eer om de laatste fotogenieke avond van het festival vast te leggen op canvas en deden dat met verve. De virtuozen gingen van een zachte schets naar wilde experimentele uitspattingen, met vakmanschap als constante. De ontroering liet niet lang op zich wachten, al gooide wat verdwaald handengeklap bij momenten roet in het eten. Gelukkig hadden de enkelingen snel door dat ze met hun vingerverf van het doek af moesten blijven, waarna de buitenaardse beleving gewoon verdergezet kon worden. Uiteindelijk hebben we niet veel gezien van dat kunstwerk – we stonden immers met gesloten ogen te genieten van wat ongetwijfeld het beste optreden van het weekend was.
Goose boeken als laatste band van een festival heeft slechts een doel: een wild afsluitend dansfeest veroorzaken. Het contrast met Explosions In The Sky was aanvankelijk waarschijnlijk net iets te groot en we vreesden even dat ze onder de ganzen hun duiven geknald hadden. Hits als ‘Can’t stop me now’, ‘British mode’ en ‘Synrise’ brachten de boel echter zonder probleem op gang en schudden het kleine park volledig dooreen.