Wie nog niet genoeg, of net nog geen, priesters en aanverwanten had gezien in deze christelijke periode kon zijn hart gaan ophalen in Het Bos. Daar verscheen Katie Alice Greer en haar Priests voor een uurtje onversneden lo-fi punk. Het dit jaar uitgebrachte debuut ‘Nothing feels natural’ deed redelijk wat stof opwaaien en nu blijken ze ook live aardig voor de dag te komen.
Omdat er nog niet genoeg geesten ronddwaalden op deze tweede november gooiden ze er als voorprogramma het psychedelisch Tonstartssbandht (spreek uit als ‘tahn-starts-bandit’) tegenaan. Andy, gitarist bij Mac DeMarco, en zijn broer Edwin White brachten net hun 17de (!) plaat ‘Sorcerer’ uit, maar deze passage zal ons niet aanzetten om in hun back-catalogue te gaan grasduinen. Gewapend met een twaalfsnarige gitaar, een drum en twee stemmen dwaalden de heren nogal doelloos door het land der psychedelica. In de jaren ‘60 en ‘70 met een in een geestes verruimende roes gedrenkt publiek zou dit misschien voor wat publieke weerklank kunnen zorgen. Anno 2017 is het merendeel letterlijk en figuurlijk te nuchter om zich hieraan over te geven. Een viertal nummers gespreid over vijfenveertig minuten meanderden met veel te weinig spanningsbogen door een wereld die zich enkel in de hoofden van de broers als zinnig leek te openbaren. De heren zag door/in het bos de bomen niet meer.
De hoofdact had slechts enkele seconden nodig om ons te doen vergeten dat er überhaupt een voorprogramma gespeeld had. Het gebrek aan présence bij Tonstarssbandht werd overmatig gecompenseerd door Priests. Katie huppelde en gromde een hele set lang met een brede glimlach over het podium en breide daarmee een verlengde aan de aanstekelijkheid van de nummers. ‘Appropiate’ passeerde al heel vroeg en benadrukte waarom Priests zo geprezen wordt. Een heerlijk stimulerend ritme en een briesende stem stuwden het nummer richting climax waarna het in noise gedrenkte postpunk-slot het publiek alert hield. Niet dat het noodzakelijk was om iedereen bij de les te houden, er was dan ook geen ontkomen aan de positieve geldingsdrang van de band.
Priests koos ervoor om weinig af te wijken van de basisbezetting (gitaar, bas, drum, stem), al gaf dat geen weerslag op de nummers. We waren al bijna de keyboards in ‘Jj’ vergeten en ook tijdens ‘Appropiate’ misten we de onheilspellende sax niet. Ter compensatie trok G.L. Jaguar met zijn speels gitaarspel ten gepaste tijde de aandacht naar zich toe om die voor het punt van overdaad terug af te staan. Wat we minder snapten was de geringe opkomst voor een band die zowel op plaat als live bewijst dat het over een enorm potentieel beschikt. De goesting en gedrevenheid was duidelijk voelbaar, alleen zorgde de schaarse opkomst ervoor dat er teveel open ruimte met moest gevuld worden. Saai of mak werd het gelukkig nooit met dank aan het veelkleurige palet die de band ter beschikking heeft.
Of het nu postpunk in ‘Nicky’, surfnoise in ‘Pink white house’ of dream rock in ‘Nothing feels natural’ is, Priests kweet zich met overtuiging van z’n taak. Met zo’n driftig verlangen om op een podium te staan en het talent om een divers en overheerlijk menu aan te bieden kan het niet lang meer duren voor deze band door een breder publiek wordt opgepikt. We verwachten ze alleszins hier of daar in een eindejaarslijstje of op een zomerfestival tegen te komen. En als we Greer mogen geloven zit er volgend jaar opnieuw een plaat aan te komen. Hoera!
Het Bos programmeert binnenkort o.a. Shy Dog (3.11), Bark (8.11) en Sapphire Slows (17.11). Een volledige agenda vind je op de website van de zaal.