Er wordt wel eens beweerd dat muziek de grootste impact heeft op mensen tijdens hun adolescentie. En hoewel platenmaatschappijen zich al lang niet meer puur richten op die doelgroep, blijven de groepen waarnaar je als tiener luistert toch altijd ergens hangen. In de AB waren we duidelijk niet de enigen die ‘Transatlanticism’ en ‘Plans’ tien jaar geleden grijs draaiden, want Ben Gibbard en zijn bandleden werden met open armen ontvangen. Optredens van Death Cab For Cutie zijn dan ook schaars: doorheen hun achttien jaar overspannende carrière stonden de Amerikanen slechts zes keer op een Belgisch podium. Rede te meer voor de band om diep in de catalogus te graven tijdens een twee uur durende set waarin nieuwe en oude nummers elkaar gezwind opvolgden.
Op 12 november 2015 speelden Death Cab For Cutie en Chastity Belt in de Ancienne Belgique in Brussel. Caroline Vandekerckhove was erbij om foto’s te maken, Mattias Goossens schreef een verslag.
Hoewel je met de naam Chastity Belt zo op Graspop zou mogen staan, verkiezen wij toch de ironie die de dames ermee voor de dag brengen. De janglepop van de band (net als Death Cab afkomstig uit Seattle) zou wat later op de avond nog geregeld bejubeld worden door Ben Gibbard zelf, al was die lof misschien wat overdreven. Julia Shapiro had het lastig met haar hoge noten, wat gelukkig gecompenseerd werd door het speelplezier waarmee de dames op het podium stonden. Hun mengeling van surfvibes, garagerock en lo-fi-zang deed denken aan Hinds en Cherry Glazerr: girl power van de meest zwalpende soort. Nog net iets te schuchter om ons echt te overtuigen, maar zeker een groep om in de gaten te houden.
Wat eind jaren ’90 begon als zijsprongetje van The Postal Service, blijkt in 2015 nog niks van z’n charme verloren te hebben. En hoewel Death Cab For Cutie niet dezelfde rechtstreekse impact had op een heel muziekgenre als TPS, toonde de groep aan welke impact je muziek kan hebben door de soundtrack van een populaire serie. Miljoenen tieners kwamen via ‘The OC’ in aanraking met ‘Transatlanticism’, dat toen net uit was. Wat volgde was het gigantische commerciële succes van ‘Plans’ en een hele resem bands die mee profiteerde van de plotse interesse in indiepop. En hoewel die golf aan niet altijd even frisse groepen ondertussen al lang op de klippen is geslagen, blijft de relatie tussen muzikanten en televisie tot vandaag één van wederzijdse afhankelijkheid.
Net als bij veel generatiegenoten van Death Cab kunnen de recentste albums niet meer op onze onverdeelde aandacht rekenen. Dat bleek in de AB enigszins onterecht, want de nummers van het dit jaar uitgebrachte ‘Kintsugi’ moesten niet onderdoen voor pakweg ‘Cath’ of ‘What Sarah said’. Enige vertekening was uiteraard mogelijk, want enkel de eerste (en beste) vijf songs van de nieuwe plaat kwamen aan bod. ‘No room in frame’ toonde zich een uitstekende en meeslepende opener, en ‘Black sun’ viel op door zijn nijdige gitaarpartijen. Het was echter ‘The ghosts of Beverly Drive’ dat het aanstekelijkste werkte, met die pulserende beat, keyboardaccenten en een refrein dat uitblonk in meezingbaarheid.
Dat nieuwe materiaal wist dus best z’n mannetje te staan in de schaduw van nillies-klassiekers als ‘Crooked teeth’ en ‘The new year’, die al erg vroeg in de set passeerden. Dat zorgde voor genoeg herkenbaarheid voor wie de band na ‘Narrow stairs’ wat uit het oog was verloren. ‘Title and registration’ deed terugdenken aan zondagavonden die gevuld werden met last minute huiswerk maken en Duyster luisteren, waardoor er ongewild meer bandnamen dan leerstof in de cursus belandden. Halverwege het optreden werd het tempo wat teruggeschroefd en kroop Gibbard geregeld achter zijn piano, zoals in het tegen kitsch aanleunende ‘Codes and keys’. ‘President of what’, uit de tijd dat Death Cab nog een eenmansproject was, werd aangekondigd als een flashback naar de nineties, “when you could wear shorts on stage and no one would say a word“.
Er was geen gebrek aan knuffelmomentjes voor wie daar zin in had, dankzij ‘You’ve haunted me all my life’ en ‘I will follow you into the dark’. Iets steviger ging het er aan toe in het heerlijk aanzwellende ‘I will possess your heart’, met een glansrol voor bassist Nick Harmer. De band mag dan wel door elkaar geschud zijn na het vertrek van gitarist en producer Chris Walla, daar viel gisteren niks van te horen. Na het energieke ‘You are a tourist’ zorgden ‘Cath’ en vooral het heerlijke ‘Soul meets body’ voor de volgende nostalgie-injectie. ‘Bixby canyon brigdge’ was een bombastische uitsmijter, al leek niemand van plan om vervroegd naar huis te trekken met nog een half uur speeltijd te gaan.
Het duurde niet lang voordat Ben Gibbard opnieuw het podium opkwam, waar hij enkel gesteund door een toetsenist een intiem ‘Passenger seat’ inzette. ‘Title track’ was een toegift voor de fans van het eerste uur, waarna in ‘Doors unlocked and open’ met veel spierballen gerold werd en de band zichzelf oversteeg in de climax. De echte en tegelijk onvermijdelijke apotheose was uiteindelijk weggelegd voor ‘Transatlanticism’, dat de zaal tien minuten lang meesleepte en dan plots losliet om verstomd achter te blijven, badend in een soort van verstilde euforie. En ondanks dat nummers als ‘The sound of setteling’, ‘Marching bands of Manhatten’ of ‘Summer skin’ uitblonken in afwezigheid, waren deze twee uur met Death Cab For Cutie voorbij voor we het wisten. We hopen alvast op een snel weerzien.
In de AB kan je binnenkort onder meer nog naar Lianne La Havas, Joey Bada$$ en Flying Horseman. Check hun website voor tickets.