Er staat bijzonder veel hiphop dit jaar op Pukkelpop. Lil Uzi Vert, Skepta, The Opposites… de hele keet. Niemand kwam echter nog maar in de buurt van wat Little Simz presteerde. Al deed Dave eerder op de avond een verdienstige poging. Ze bracht de perfecte hiphopshow, een kaskraker die zich weg baande tussen grime, soul en jazz rap en dit gespeeld door een heuse liveband die het geheel een extra dimensie gaf.
De grootse trompetgeschal van ‘Introvert’ opende meteen de debatten. Ze leken zo dreigend dat Simz’ entree iets weg had van een final boss level. Het daaropvolgende ‘Two worlds apart’ bracht je nog een stukje hoger de hemel in met die verheven vocals die je nekharen stiekem laten rechtstaan. Het verblindende ‘I love you, I hate you’ zorgde voor een eerste keer een moment van extase waarbij het publiek vlotjes het refrein meekeelde. ‘Selfish’ zou iets verderop in de show hetzelfde bekoorlijke lot ondergaan. Simbi kon onder begeleiding van haar uitstekende band dan wel een halfvolle Dance Hall om haar vinger winden. De woorden die ze gepassioneerd afratelde, konden bij momenten wel werelden verschuiven. Kiewit werd voor een uurtje het middelpunt van de wereld. Tussendoor werd, alsof het niets was, nog even ‘Offence’ gedropt van ‘Grey area’ – die andere bijna fundamentele hiphopplaat van haar.
‘Boss’ was nog zo’n kogel die recht in het publiek werd geschoten met die door een soort old school microfoon geschalde; “I don’t need that stress / That stress / I’m a boss in a fucking dress“. Zeg dat Simbi het gezegd heeft. ‘Protect my energy’ bracht vervolgens voor de eerste keer een oprecht gevoel van zelfreflectie tot in het publiek terecht. Een introvert moet immers al wat vaker letten om op haar strepen te staan om zichzelf te beschermen. Zelfliefde gebracht met een scherp randje.
Of we graag eens op reis naar Londen wilden gaan, vroeg ze nadien. Uiteraard. Enter ‘101 FM’ met die heerlijke ying-yang synths en de clevere woordenwaterval waarbij die tongval nog eens extra in de verf werd gezet. Met ‘Point and kill’ zocht ze nog even enkele andere oorden op. Afrobeats van de bovenste plank die de hiphoptempel, die Dance Hall als naam droeg, prompt veranderden in een losbandige zuiderse club. ‘Fear no man’ ging verder op dat elan waarna ‘Woman’ in stijl de show afsloot. Het ijzige ‘Venom’ mocht ten slotte het licht uit doen waarbij Simbi alle hoeken van het podium op walste en nog een laatste keer tekeer ging vooraleer ze met lauwerkransen werd beladen door een uitzinnig publiek.