Ze zijn schaars geworden, de jonge soulzangers die bij de oldschool-aanpak zweren. Dat Michael Kiwanuka daar ook nog eens relatief grote zalen mee doet uitverkopen, zegt iets over het talent van de man. ‘t Is snel gegaan voor de Londenaar met Ugandese roots: na het voorprogramma van de eerste tournee van Adele werd hij in 2012 uitgeroepen tot BBC Sound of 2012 – een ietwat bizarre keuze, aangezien hij vooral in z’n muzikale achteruitkijkspiegel kijkt. Radiogevoelig hitje ‘Home again’ gaf hem meteen een breed publiek, en zo stond je in Trix tussen tieners die morden dat ze Thuis een avond moesten missen, en veertigers die hun kookboekenoogst van de boekenbeurs doorbladerden. Michael leek het zelf wat vreemd te vinden, en oogde bedeesd terwijl hij zich volledig focuste op z’n muziek.
Foto’s van Wim Hermans (@bybywim)
We hadden ons aan een oude bluesrocker verwacht, maar voorprogramma Joseph bleek te bestaan uit drie Amerikaanse zussen. Naast een gitaar waren hun in harmoniezang vervlochten stemmen hun belangrijkste instrumenten. Daarbij trad er telkens iemand anders op het voorplan, waardoor een interessante dynamiek ontstond en de bij momenten vrij eenvoudige nummers toch wat variatie kregen. First Aid Kit en Julien Baker schoten te binnen als referentiepunten, al merkten we ook enkele typische americana-structuren op – waarschijnlijk de invloed van hun producer en vaste Brigh Eyes-medewerker Mike Mogis. Aanstekelijke folkpop voor de fans van Edward Sharpe en The Lumineers.
Met ‘Love & hate’ heeft Michael Kiwanuka het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt. ‘t Is soul voor zoekende zielen, want na debuut ‘Home again’ bleek Michael nog steeds niet goed te weten waar dat thuis nu juist was. Die vervreemding gaat veel verder dan het etnische – laat een nummer als ‘Black man in a white world’ je niet op verkeerde gedachten brengen. Familiebanden en liefdesrelaties worden onverbloemd in nummers gegoten, en die oprechtheid maakt hem kwetsbaar. Op een podium wordt dat gevoel enkel versterkt, met kippenvel tijdens ingetogen momenten zoals ‘I’ll never love again’ of ‘Rule the world’.
Vooraleer je begint te denken dat het een sober en ingetogen optreden was: Michael liet zich omringen door een groep uitstekende muzikanten die genoeg ruimte kregen om hun ding te doen. Van de Pink Floydiaanse synths in aanzwellende opener ‘Cold little heart’ tot het conga-intermezzo halverwege een opgehitst ‘Black man in a white world’: Michael wierp zich zeker niet te nadrukkelijk op als orkestleider. De schaarse onderlinge interactie deed echter uitschijnen dat het allemaal tot in de puntjes was voorbereid en er van spontaniteit weinig sprake was. Hij heeft nu eenmaal de reputatie een perfectionist te zijn, maar wij hebben onze soul graag met een vleugje speelsheid.
In hun live-uitvoering mochten de nummers wat meer uitwaaieren dan op plaat. Twaalf nummers kregen we gedurende anderhalf uur voorgeschoteld, en de vijfminutengrens werd bijgevolg altijd overschreden. Op festivalweides waaien die uitgerekte songs vaak samen met de aandacht van het publiek weg, maar in Trix hielden ze gelukkig wel stand. Een tempowisseling hier, een oprukkende gitaarsolo daar; Michael Kiwanuka toonde zich meester van alle kneepjes van het vak. Hij toonde tevens een opvallende maturiteit en authenticiteit. We hadden hem alleen graag eens echt zien uitbarsten en zien afwijken van het gerepeteerde stramien. Zelfs de bisronde, met het weinig verrassende ‘Home again’ en ‘Love and hate’ werd op voorhand al aangekondigd.
Michael Kiwanuka is een begiftigd muzikant en heeft zich goed omringd, al misten we gisteren wat groepsdynamiek en spontaniteit om de nummers live naar een hoger niveautje te tillen. Nu kregen we vooral knap gespeelde extended editions van wat we al kenden. Een knap gebrachte extended edition, dat wel.
In Trix kan je binnenkort Piquet (10.11), Frightened Rabbit (17.11), Let’s Eat Grandma (18.11) en Danny Brown (19.11) aan het werk zien. Alle info en tickets vind je op de site van de zaal.