De slotdag van Sonic City werd geplaagd door enkele jammere annulaties (Nilüfer Yanya, Goat Girl, The Courtneys). Belgische dames verdedigden de eer van het festival echter met verve, en het piepjonge Black Midi toonde zich de relevatie van deze editie. Verslag door Jonas Van Laer, Quinten Jacobs en Mattias Goossens, foto’s door Bart Salembier en Kay Lacombe.
The Finks door Kay Lacombe
The Finks mochten het kleinere tweede podium openen als vervanger van Nilüfer Yanya. Het was echter enkel bezieler en zanger Oliver Mestitz die het podium betrad, want de rest van de band kon helaas niet meekomen. De man charmeerde de vroege vogels in Kortrijk met eerlijke songs met de breekbaarheid van Sparklehorse en de naïviteit van Spain. Met een rake cover van Sam Cooke kreeg hij het halfvolle zaaltje stil en scoorde hij flink wat sympathiepuntjes, maar echt ontroeren deed hij niet. (Quinten)
Dream Wife door Kay Lacombe
Veel ruiger ging het eraan toe bij Dream Wife. De Londense punkband (een uit de hand gelopen projectje op Brighton University) loste eerder dit jaar haar aardig onthaalde debuutplaat en oogste veel lof door zijn energieke liveshows. Helaas pakte de mayonaise niet helemaal op Sonic City. Energiek was het zeker, maar Dream Wife ging bij momenten iets te veel de power/stadionrock-toer op. Na de uitstekende post-punk in ‘F.U.U’ bijvoorbeeld vallen bassiste, zangeres en gitariste theatraal neer en geregeld probeert gitariste Alice Go het publiek te verleiden tot ritmisch handgeklap (met weinig succes overigens). Jammer, want maatschappelijk relevant is de band wel, getuige van de ”I am not my body, I’m somebody” in ‘Somebody’, dat zangeres Rakel Mjöll beschreef als ”one big fuck you to gender rules“. Zelfs de Spice Girls passeerden even (“I’ll tell you what I want, what I really really want: I wanna FUCK YOU UP”). Binnenkort gaat de band op stadiontour met The Vaccines, laat ons hopen dat de punk daar niet afgevijld wordt tot powerpop. (Quinten)
Jen Cloher door Kay Lacombe
Wie enkel een kaartje had gekocht voor zondag en alsnog had gehoopt een glimps van curator Courtney Barnett op te vangen bij haar vrouw Jen Cloher kwam bedrogen uit. Cloher stond alleen op het podium, en bleek geen band nodig te hebben om de volledige zaal in te pakken. Ze deed het lijken op een terloopse passage op een vrij podium, al toonde de klasse van haar nummers en het gemak en humor waarmee ze de boel aan elkaar praatte dat ze heel wat levens- en podiumervaring op de teller heeft staan. Ze maakte de lichtman technisch werkloos, biechtte haar Jim Morrison-fantasieën op en tekende in ‘Strong woman’ voor een Patti Smith-momentje (een inspiratiebron die ze tijdens het optreden ook prees). Grootste glimlach: “The next song is ‘Fear is like a forest’, which Courtney and Kurt Vile reinterpreted last year. They did a pretty good job, gave it a good crack as we say in ‘Straya. Still sounds weird to say ‘Courtney and Kurt’, doesn’t it?” (Mattias)
Black Midi door Kay Lacombe
Van singer-songwriter schakelden we over naar de uppercut van Black Midi, de sensatie die het hardst binnenkwam. Voorprogramma’s in thuisland Groot-Brittannië van Shame en Preoccupations, shows op Pichtfork Avant Garde en Le Guess Who? en een geweldige radiosessie op Youtube maakten van de zestienjarige Britten het snoepje van de undergroundwereld de laatste maanden. En dat zonder ook maar iets van muziek uit te brengen. De explosieve mix van mathrock en noise zorgde ook in Kortrijk voor vuurwerk met een glansrol voor de waanzinnig straffe drummer. Onverwachte maatwisselingen, dissonante gitaarpartijen, pijlsnelle baslijnen en schriele vocals maakte van hun set een opeenvolging van verrassingen die diepe indruk nalieten. En de band zelf? Die bleef er helemaal stoïcijns onder. Na hun krankzinnige show deed de zanger zijn parka weer aan, Russische muts op en wandelde hij doodbraaf het podium af. Expeliarmus, het publiek was ontwapend. Sensationeel. (Quinten)
Sylvie Kreusch door Bart Salembier
Opnieuw een contrast, want na zo veel brute herrie zorgde Sylvie Kreusch voor een broeierig schuurfeest. In een glimmende Terminator-jas en geflankeerd door twee drummers leek ze vastbesloten om het samengepakte publiek op te zwepen. Ze danste haast voortdurend wild in het rond over exotische vibes, terwijl kille drumpads en warme marimba’s elkaar aanvulden. We kregen zo een voorsmaakje uit haar debuutplaat, al bleek de reeds gekende single ‘Seedy tricks’ voorlopig de sterkhouder van de set. (Mattias)
Snail Mail door Bart Salembier
Snail Mail mocht op Sonic City herkansen na een matige show op Filter in Trix vorige week, maar helaas herhaalde de geschiedenis zich min of meer. De 19-jarige Lindsey Jordan mag dan wel goeie songs bij elkaar geschreven op haar debuut ‘Lush’, live klinkt haar stem pakken minder krachtig. Ze duwt meermaals heel hard op haar stembanden, probeert van de ene noot naar de andere te glijden en accentueert dat dan door het tempo helemaal naar beneden te halen. Ergerlijk gewoon, zeker na een keer of 10. Een ander euvel is de nummers in haar set wel erg op elkaar lijken, zowel qua structuur als qua sound, iets dat op het album helemaal niet opvalt. Lindsey Jordan (met John Maus-shirt) gaf aan een beetje dronken te zijn en dat maakte haar spraakzamer dan bij haar vorige Belgische passage. Zo bewierookte ze meermaals Stella Donnelly, die ze ”de nieuwe Jeff Buckley” noemde. Zucht. Lichtpuntje was ‘Pristine’ en het solo gebrachte ‘Anytime’, maar dat is al bij al toch te weinig. (Quinten)
Stella Donnelly door Bart Salembier
We zagen Stella Donnelly eerder dit jaar al het voorprogramma van Rolling Blackouts Coastal Fever verzorgen en wisten dus wat we konden verwachten. Geladen nummers op zo’n ontwapenende manier brengen blijft echter een indrukwekkend talent. Zondag speelde ze de laatste show van haar vier maanden durende tournee, en voor de gelegenheid besloot ze speciaal haar gitaar te stemmen (“didn’t do that in London, fuck ’em”). Met ‘Boys will be boys’ had ze bovendien één van de relevantste en belangrijkste nummers van deze Sonic City-editie op haar setlist gekrabbeld (over victim blaming na seksueel overschrijdend gedrag). Het bijhorende applaus was meer dan terecht. (Mattias)
Ryley Walker door Bart Salembier
Ryley Walker had een aantal uitstekende muzikanten met zich meegebracht. De percussie stond (letterlijk én blootsvoets) centraal in zijn set en deed de show rustig voortkabbelen, om even later Walker en co naar een climax te stuwen en dan weer neer te leggen. Ryley Walker had het uitstekend naar zijn zin en maakte grappige opmerkingen over ”the amazing mayonaise scene here in Belgium” en vertelde dat hij voor het eerst deze tour van sokken was veranderd. “Ha, things are looking up!“, voegde hij er laconiek aan toe. Heerlijke man, fijne set. (Quinten)
Rumours door door Bart Salembier
Exorcisme in een skatepark: het is eens iets anders. Het was ook precies wat Rumours bracht, met de paardenstaart van Hannah Vandenbussche als wijwaterkwast. Wie na deze veertig minuten synthesizergebeuk nog niet overtuigd is door de kracht van de Brugse band, zal het nooit worden. Twintig weesgegroetjes en het is je misschien vergeven. (Mattias)
WWWater door Bart Salembier
WWWater moet zo ongeveer het meest gehypte Belgische talent van het moment zijn (Tamino daar gelaten). Wel, alles is waar. Charlotte Adigéry en co toonden in Kortrijk waar de fuzz precies om gaat en deed er nog een dikke schep bovenop. Haar eclectische set sprong van techno naar hiphop, van afrikaanse groove naar zwarte industrial en van disco naar een flirt met St. Vincent. Grootste gemene deler? De dansbaarheid. Het snikhete zaaltje werd omvergeblazen door de heerlijke pletwals die WWWater was. Het onuitgebrachte werk overklaste het uitgebrachte (dat belooft véél goeds) en de stage perfomance van Adigéry was van buitengewone klasse. Balancerende tussen underground en mainstream was WWWater een excellente afsluiter van Stage 2. Grotere podia in het buitenland lonken. (Quinten)
Poliça door Bart Salembier
Alles wat WWWater was, was Poliça niet. Geen spanning, geen intensiteit, geen weerhaakjes: geen wonder dat de zaal gaandeweg leegdruppelde. Met mooi zonder meer val je op dit festival niet op. De Amerikanen testten vooral nieuwe nummers uit vanop het orkestrale ‘Music for the long emergency’, maar het bijhorende orkest werd helaas thuisgelaten. Net als doorbraakhitje ‘Dark star’, waardoor zelfs de volhouders in het publiek niet voor hun inspanning beloond werden. (Mattias)
Melanie De Biasio door Kay Lacombe
Wie in Melanie De Biasio geen volwaardige afsluiter zag had zich schromelijk vergist. De leading lady van de jazz bleek vanavond gewoonweg de leading lady tout court te zijn. Haar charisma en gelukzalige glimlach baande de weg zette haar talent enkel nog meer in de verf. Haar fluisterende stem en dwarsfluitklanken vormden het epicentrum waarrond de muzikanten Minimalistich maar met grote precisie bewogen. Het publiek mocht dan wel bijna gehalveerd zijn ten opzicht van de dag ervoor, de impact werd dan maar verdubbeld. Dat ze zelf ook genoot was te merken aan haar speelsheid tussen de nummers in. Van plagerig de partituren van haar toetsenist weggooien tot een droge “cheers” wanneer iemand uit het publiek zijn beker liet vallen. Moeiteloos wond ze de die hards van Sonic City rond haar jazzpalet. Organisator Wilde Westen bewees daarmee dat buiten de (roze) lijntjes kleuren de enige juiste toekomst visie is. (Jonas)