Bij concerten van bands waarvan je albums kapot beluisterd hebt sta je meestal aandachtig naar de verschillende muzikanten te kijken om te zien wie welk stukje precies speelt. Als je door andere concertgangers weinig of niets kan zien, is dat rampzalig voor de totaalbeleving. Bij de herboren punkers van At the Drive-In, die gisteravond in de Ancienne Belgique speelden, waren dat echter de laatste zorgen van ondergetekende. We hebben de eerste tien rijen allemaal gezien, links en rechts crowdsurfers opgevangen en heel af en toe ook gelet op de kunde van de mannen op het podium. Héél af en toe.
Om maar te zeggen dat we vooral gehoord en gevoeld hebben dat At the Drive-In in topvorm was. In tegenstelling tot de reünie in 2012, waar de halve band in verhouding tot hun legendarische status veel te statisch op het podium stond, spatte de overtuiging wél van deze incarnatie. Het nieuws dat oprichtend lid Jim Ward er niet bij zou zijn zorgde even voor gefronste wenkbrauwen, al werd dat vanaf de eerste shaker in ‘Arcarsenal’ totaal vergeten. Vervangend gitarist Keeley Davis (ex-Sparta) haakte moeiteloos in op de grooves van ritmesectie Paul Hinojos/Tony Hajjar, de kenmerkende zang van Cedric Bixler-Zavala en vooral de wispelturigheid van Omar Rodriguez-Lopez. Het publiek merkte deze passie ook op, en een niet-aflatende zee van trekkende en sleurende fans was het antwoord op de quasi perfecte setlist.
De band voelde namelijk goed aan waarom de uitverkochte Ancienne Belgique zich had gevuld: de splinterbom die ‘Relationship of command’ was live beleven. Openers ‘Arcarsenal’, ‘Pattern against user’ en ‘Sleepwalk capsules’ brachten het publiek op stoom, waarna er even teruggegrepen werd naar materiaal uit ‘In/casino/out’, om daarna terug te slaan met razende versies van ‘Invalid litter dept.’ en ‘Enfilade’. Het publiek liet zich alles welgevallen, kreeg op de juiste momenten een adempauze (‘Ursa minor’, ‘Napoleon solo’) en wist precies waar en wanneer mee te brullen (“freight freight train coming”, “dancing on the corpses’ ashes”, “this station is non-operational” en zo verder). ‘One armed scissor’ werd uiteraard tot het einde bewaard, al was de match toen al lang gewonnen.
De band zelf had er zichtbaar veel zin in, met een spraakzame Bixler-Zavala die de Ancienne Belgique en het publiek uitvoerig bedankte terwijl hij Brussel een hart onder de riem probeerde te steken. Er werd strak en hard gespeeld, de frontman was goed bij stem (en bleef dat toen hij het publiek in sprong) en Rodriguez-Lopez voelde zich opnieuw thuis in zijn oude heimat. Hij kon het niet laten om hier en daar de Santana in zichzelf los te laten (tien jaar The Mars Volta kruipt niet in de koude kleren), maar dit paste moeiteloos in wat At the Drive-In vandaag is: een groep veertigers die het spelplezier van hun hoogdagen hebben teruggevonden, en die zodoende een van de shows van het jaar hebben neergezet.
At the Drive-In speelt nog op Rock Werchter op 1 juli (info & tickets).