In TRIX vinden deze en volgende week de vier voorrondes van De Zes plaats. Per avond staan er vier acts geprogrammeerd. Vrijdag mochten Felix Pallas, Tin Fingers, The Girl Who Cried Wolf en I’m The hug als eerste de bühne op.
In het kwartiertje speeltijd dat ze kregen, maakten de jongens van Felix Pallas wel duidelijk waar ze precies voor stonden: groots gebarende poprock die met een trillende lip gebracht werd. Positief was daarbij zeker de stadion-sound die ver buiten de deuren van het TRIX Café zou kunnen rijken, iets minder goed vonden we het overdreven pathetische element. Ofwel breng je emoties met een knipoog, ofwel laat je het puur klinken; er is geen gouden middenweg.
(Caroline Vandekerckhove)
Wie heel toevallig een kijkje in de Antwerpse concertzaal kwam nemen toen Tin Fingers op het podium stond, dacht waarschijnlijk dat een of andere Amerikaanse band aan het concerteren was. Met hun internationale sound en uiterlijk wisten de jongens ons te bekoren, frivool uitgewerkte outro’s en zelfs een overgangetje tussen twee nummers toonden de verfijning van de band. Wel misten we een hitje in de set, nu kon de groep even goed een gemiddelde Trouble In Mind-signee zijn die net dat laatste stapje mist om echt door te breken.
(Anneke Peeters)
The Girl Who Cried Wolf vloog er vervolgens stevig in met een gepeperd, sludgy nummer dat met epische vocalen en zinderende instrumentatie even moest bezinken, maar aan het einde van het optreden wel het hoogtepunt bleek. De andere twee songs misten namelijk het compromisloze van de opener. Het tweede liedje was live arty zonder meer, de afsluiter scoorde met een post-rock-einde iets beter, maar mocht voor ons uiteindelijk ook meer emotie uitstralen.
(Caroline Vandekerckhove)
Als singer-songwriter geselecteerd worden voor de voorrondes van een muziektornooi, is waarschijnlijk al een overwinning op zich. Het overkwam de innemende I’m the hug, die erin slaagde die eenzaamheid om te zetten in intimiteit. Ook de zang en vooral de fijne dynamiek in die vocals vonden wij een plus, de begeleidende instrumentatie mocht dan misschien wel weer wat spannender. Ze maakten de liedjes misschien een tikkeltje te cliché, al is het, toegegeven, moeilijk om echt nog iets nieuws te doen in dat genre.
(Agathe Danon)