Best Kept Secret 2017 zit er helaas weer op, maar jullie hebben nog een verslag van de derde en laatste dag van ons tegoed. De pennen van Thomas en Tiffany stonden ook na drie festivaldagen nog op scherp, wat resulteerde in een mooi overzicht van wat alweer een bijzonder gevarieerd etmaal werd.
Lees alvast onze reviews van James Blake en Radiohead.
Echte popprinsessen waren tot dan toe schaars op Best Kept Secret, maar daar bracht de Noorse Aurora met haar scandipop verandering in. In het thuisland loopt deze 21-jarige met Die Antwoord-kapsel met allerlei prijzen weg en inderdaad, dat lijkt ons wel terecht. Ze heeft een stem die heel wat registers aan kan en schrijft eigenlijk ook wel de nodige songs bijeen. Live had het geheel wat opwarming nodig, maar naarmate de tijd vorderde werd de jonge Noorse steeds zelfzekerder en liet ze zich helemaal gaan. Dat was best een plezier om aan te zien, al kon die staat van enthousiasme ook liggen aan oververhitting door de noodgedwongen outfit: een zwart gewaad, want haar valiezen waren niet tot in Nederland geraakt. (Tiffany)
Op zondag werden vaders en andere liefhebbers van stoere gitaren op hun wenken bediend op de main stage met de boeking van Kaleo en Strand of Oaks. Die eerste band kreeg ondanks de hitte de sfeer er al redelijk vroeg in. Da’s meteen het enige positieve wat we over deze show wisten op te merken. Naast de vermoeiende radiohit ‘Way down we go’ beschikte de band immers nog over veel meer patserige rock die vooral heel erg zijn best deed om “graaf” uit de hoeken te komen maar eigenlijk net soft en weinig origineel overkwam. Dan deed Strand of Oaks dat toch een beetje beter, al moet het gezegd dat deze singer-songwriter over het algemeen ook geen al te beste beurt maakte. Timothy Showalters verhaal is een beetje uitverteld nu zijn populariteit geen grenzen meer kent. Het American dream-verhaal pakt niet meer en ondergetekende mist ook de emotie van ‘HEAL’ op het nieuwe album ‘Hard love’. De nadruk lag live dan ook op een potje stevig rocken onder de avondzon met materiaal van die kersverse langspeler: leuk voor eventjes, maar het liet je toch met een leeg gevoel achter. (Thomas)
Op het kleinste podium bokste Cass McCombs op tegen het gitaarspel van Strand of Oaks. De alt-country-muzikant moest uiteraard niet onderdoen want wist zelf wel het een en ander over gitaar spelen. Cass en z’n driekoppige band brachten heerlijk warme gitaarmuziek met lang uitgesponnen solo’s die geen minuut verveelden en een woestijngehalte dat niet misstond in de zand- en stofstorm die we BKS konden noemen. (Tiffany)
Naast hun verrassingsset als 2manydjs op de Four, speelden de broertjes Dewaele ook voor echt op het Nederlandse festival. Soulwax kwam langs met hun ‘Transient program for drums and machinery’ in een opstelling met drie drummers. De Two liep goed vol voor de twee broers en wie gekomen was, werd allerminst teleurgesteld. Hun set was tot in de details opgebouwd met enkele uiterst efficiënte explosiepunten. Tot ver buiten de tentgrenzen hield de typische sound van de Dewaele’s alle bezoekers onder hypnose. (Tiffany)
Liefhebbers van meer soulvol materiaal moesten zondag in de Three zijn. Eerst stond de grote belofte Kadhja Bonet daar geprogrammeerd met haar fijne, tijdloze en mooie liedjes. We namen de vrijheid om ons neer te vleien op het strandzand naast de tent en genoten zo van het gemak waarmee het concert vlotjes voorbij dwarrelde. Waar dit soort soul-pop, alomtegenwoordig bij beginnende bandjes en zangwedstrijden, normaal echt snel irriteert, maakte Bonet er een kunst van om het genre lekker smooth, weinig geforceerd en gewoonweg interessant te doen klinken. (Thomas)
Nog een beetje indrukwekkender was Thundercat, die meteen ook de jazzcats op hun wenken bediende. Dat laatste genre is nu wereldwijd aan een opmars bezig, nadat het bij ons al een tijdje booming was. Op zijn meest grillige momenten had Thundercat wel iets weg van wat we een dag eerder bij onze landgenoten van STUFF. zagen, verder overtuigde de Grammy-winnende bassist met withete soul die de set over het algemeen wat makkelijker te verteren maakte. Wie niet voor de main stage bleef kamperen om het optreden van Radiohead van dichtbij mee te kunnen maken, werd zo beloond met eigenzinnige, eigentijdse en excellente muziek van een essentiële artiest. (Thomas)