Bescheiden schoonheid op dag 2 van Best Kept Secret

door Annelies Rom

Zaterdag deden zowel onze thermometer als onze stappenteller overuren, want op dag 2 had Best Kept Secret heel wat mooie geheime en minder geheime namen op de affiche staan. Waterflesje in de aanslag, gsm opgeladen, zonnecrème gesmeerd? Naast ons programma, waarvan je de reviews hieronder kan lezen, was dat zowat de belangrijkste checklist. Foto’s door Michelle Geerardyn en Lotte Torsin.

Wie op deze lome dag het risico had genomen om wat langer in zijn tent te blijven liggen, was eraan voor de moeite. De tent van The Beths (FIVE) was namelijk van de eerste tot de laatste minuut tot de nok gevuld met fans. Met ‘Not running’ en ‘You wouldn’t like me’ bewees de band uit Nieuw-Zeeland dat een extra powernap overbodig was: een bezoekje aan de FIVE was meer dan genoeg om eens stevig wakker geschud te worden. The Beths waren geprogrammeerd tijdens het warmste deel van de dag en dat konden we merken tijdens ‘Future me hates me’, dat iets zwakker klonk dan we van hen gewoon zijn. Om te vermijden dat het nogmaals zou gebeuren, kozen ze voor het rustige ‘Don’t go away’, waarna zowel band als publiek helemaal opgeladen was voor het heilige triumviraat, ‘Uptown girl’, ‘Happy unhappy’ en ‘Little death’. (Annelies)

Hop Along speelde in dezelfde tent voor iets minder volk dan z’n voorganger, maar daarom niet met minder energie. Wetende dat het een heftige show zou worden, vroegen de band aan het begin nog eens of iedereen genoeg gedronken had. Charmant, en dat het nodig was, zou blijken tijdens Hop Alongs drie kwartier durende set. ‘The fox in motion’ zette de toon en ‘The knock’ zorgde voor zowel een hoogte- als dieptepunt: een figuurlijk hoogtepunt zoals deze show er wel meer kende, een letterlijk dieptepunt omdat Frances Quinlan even neerlag op het podium – zonder daarbij ook maar iets van haar kracht te verliezen. Applaus. Met ‘How simple’ zorgde Hop Along dan weer voor een uiterst fijn collectief meezingmoment. (Annelies)

De eerste groep op het grote ONE-podium was Wallows. De band verleidde het publiek met het Pug-t-shirt van roodverbrande frontman Braeden Lemasters en Wallows’ schijnbaar informele liedjes, die baden in feel good-indiepop – zoals bijvoorbeeld ‘Scrawny’. Net zoals Lemasters minder zon had verwacht, werden wij ook onverwacht geraakt door dit Amerikaanse drietal, afsluiters ‘Boys don’t cry’ van The Cure en ‘Pleaser’ inbegrepen. En daar was geen zonnecrème factor 50 tegen opgewassen. (Eva)


Wallows

Wie Hop Along ook goed vond, was Lucy Dacus. Nu weten we niet zeker of dat ze dit laatste zei omdat ze de band écht goed vindt, of omdat ze al Hop Alongs gear mocht gebruiken voor haar eigen concert, waarvoor Dacus hopeloos te laat was gearriveerd. Als bedanking aan het publiek om te blijven en als zoethoudertje totdat de rest van de band gearriveerd was, begon ze alvast met enkele niet-opgenomen liedjes te zingen. Dacus’ vliegtuigvertraging mondde hierdoor uit in een intieme akoestische set met nooit vertoonde en betoverende nummers. “Are you ready?” vroeg een hoorbaar opgeluchte Dacus een dik halfuur na aanvangsuur, toen de andere muzikanten op het podium verschenen. Afsluiten deed ze hartverscheurend met ‘Night shift’, waarbij we wenende gitaren en onze haartjes op ons nekvel aan het werk zagen. (Eva)

Grote artiesten laten altijd even op zich wachten, zo ook Yves Tumor (TWO). Op Best Kept Secret had hij zijn liveband meegenomen, waardoor het om te beginnen al beter klonk dan de vorige keer in de Botanique. Het enige mysterie bleef wel, wie was de stem die we hoorden zingen? Had de Amerikaan dan toch een backing track meegenomen? Beetje jammer, want dat had niet nodig geweest. Τumor wist het publiek meer te overtuigen wanneer die achtergrondgeluiden even letterlijk naar de achtergrond verdwenen en hij zelf de leiding nam. Zoals steeds kwam hij even het publiek gedag zeggen tijdens ‘Noid’ en ‘Applaud’, en dat mag je best letterlijk nemen: Tumor klom gewoon zélf de pit in. (Annelies)


Yves Tumor

Nog niet helemaal bekomen van Lucy Dacus zagen we bij de ONE dat het vliegtuig van Phosophorescent wél op tijd was geland. Hierbij vroegen we ons af of Metthew Houck, de Amerikaan achter Phosphorescent, ook zo’n dingen zou doen als zijn excuses aanbieden voor zijn thuisland. Wat Houck wel gemeen heeft met Dacus is de neiging om elk nummer zo lang mogelijk uit te spinnen. Bij Dacus blijft dat trucje spannend, maar Houck hield hier eerder vast aan het klassieke schema met het meerdere keren herhalen van het refrein. Misschien waren we nogal loom van het zonnetje, maar wij vonden niet direct het mysterie in Houcks americana, noch kregen we een Kings of Leon-gevoel waarbij we elk nummer zouden willen meezingen. (Eva)


Phosphorescent

Lindsey ‘Snail Mail‘ Jordan stapte op het podium vergezeld door een uurtje slaap. De lichte ongerustheid na berichten over mindere zaalpassages op onder andere Sonic City verdween niet meteen door de lichte frustratie die ze verbeten bleek uit te werken op haar gitaar. Ochtendhumeur kent geen minimumvereiste aan slaap die je moet gehad hebben. Het vertaalde zich in een eerste helft van de set waar handen soms vergaten simultaan gitaar te spelen en de afstand van de microfoon soms net iets onderschat werd. Maar ze kan het. Het spontane riedeltje dat ze uit haar gitaar plukte voor ‘Pristine’ ingezet werd, zorgde voor heel wat zelfrijzende wenkbrauwen. Na een genoodzaakte halve set van Lucy Dacus met songs die nog in bubbeltjesplastiek zaten, sloot ook Jordan af met een gloednieuw – en memorabel – nummer. De spannende indievrouwenmiddag aan de FIVE werd onverstoord voortgezet. (Michelle)

Puur. Natuurlijk. Schoon. Met deze drie woorden kan je Aldous Harding het best beschrijven. De FIVE toonde zich al snel veel te klein voor de grootsheid van deze Nieuw-Zeelandse zangeres. De bloedhete omstandigheden waren dan wel niet ideaal, toch lukte het haar om een opperst gezellige sfeer te creëren met nummers als ‘Designer’ en ‘The barrel’, waarbij we het voor één keer niet erg vinden dat die ene buur wat dichter bij ons kwam staan. Het enige jammere vonden we dat om klokslag 18 uur Guided By Voices aan zijn show op de ONE begon. Foei Best Kept Secret, punten af voor die onfortuinlijke programmatie. (Annelies)

De FOUR, een houten podium in het midden van hoge bosstructuren, ontsnapte ook niet aan de zon. Boris Pupul en Charlotte Adigéry stonden als twee padvinders op safari het voornamelijk Belgische publiek gade te slaan. De uitgesponnen beats zorgden voor een klein dierlijk feestje waar wij vooral veel danshandjes en weinig smartphones in de lucht zagen gaan. De opgetogen Gentse bedankte het publiek innig (de meute zou een plekje in haar dagboek krijgen), en viel net niet van het dj-podium. (Eva)

De eerste die vandaag het hoofdpodium écht wist op te eisen, was Mac DeMarco. Waar zijn voorgangers hier hun best hadden gedaan, liep the cowboy het podium op alsof hij er al jarenlang woonde. Hij liet niet alleen zichzelf, maar ook ons vanaf de eerste seconde thuis voelen. Handenstandjes en koprollen op het podium, bellen blazen naar het publiek, eens zwaaien naar de mensen die afkoeling zochten in het meer, het publiek vriendelijk vragen om een aansteker: DeMarco voelde zich helemaal in zijn sas op die grote ONE. Van ‘On the level’ tot ‘Chamber of reflection’, zijn show voelde de volle zestig minuten als een huiskamerconcert met duizenden huisgenoten. Die ene Nederlandse buur was tijdens deze show niet zomaar onze buur, maar een vriend die we al jarenlang kenden. (Annelies)

Mac DeMarco

Terwijl nieuwbakken cowboy DeMarco de zatte wei op zijn wenken bediende, stond het publiek dat eerder trek had in stevige gitaarriffs klaar voor Ex Hex in de FIVE. Snel genoeg trok dit vrouwentrio (‘Firestarter’ zei het t-shirt van de drumster) de aandacht naar zich toe met heerlijke garage-postpunksongs die de nekspieren rustig opwarmden. De band had ook een bassist meegenomen, maar die werd een beetje naar de achtergrond gedrongen. Hierdoor konden zowel Betsy Wright en Mary Timony een gitaar meenemen (lees: zich allebei uitleven met vettige gitaarsolo’s) en onvervalst rocken tot de zon weer wat lager stond. (Eva)

De grootste tent (TWO) omtoveren tot een intiem donker kamertje, laat dat maar aan Cigarettes After Sex over. Met zijn engelachtige stem en minimalistische lichtshow liet Greg Gonzalez ons vanaf de eerste minuut zweven, en hoe meer tijd er verstreek, hoe meer we op wolkjes liepen. De Amerikaan maakte van de gelegenheid gebruik om voor het eerst ‘Neon moon’ live te brengen en als je het publiek dan nog steeds al zingend kan laten meewiegen, dan weet je dat het goed zit. Afsluiten deed Cigarettes After Sex met het gouden trio ‘Nothing’s gonna hurt you’, ‘Apocalypse’ en ‘Dreaming of you’. Wanneer we de tent verlieten was de zon verdwenen, het intieme donkere kamertje had zich vergroot. (Annelies)

Cigarettes After Sex

Wij zijn niet enkel jong van geest, ook ons lichaam behoort uit de tijd dat Kraftwerk al geassocieerd werd met oude stijve maatpakken. Wij beelden ons echter graag in dat Borokov Borokov heden ten dage aanstuurt richting de oude Kraftwerkshock: vier mannen achter een electronicabrei die het vertikken te klinken als wat vooraf ging. De beats per minute vlogen de deur uit en de wirwar aan genres had slechts een rode draad geweven van spelplezier in absurdisme. Men zegt dat Borokov Borokov leden van Bed Rugs en The Hickey Underworld in de rangen heeft, maar de band heeft vooral een dansbare ervaring onder de arm die je maar beter eens van dichtbij gaat bekijken. (Zeno)

Waar we gisteren drie aparte indie-legendes aan het werk zagen, stonden er vandaag vier techno-legendes op één rij aan de ONE. Kraftwerk gaat al een tijdje mee en vandaag bewezen de Duitsers waarom. ‘The model’ vierde vorig jaar zijn veertigste verjaardag maar werd nog steeds luidkeels mee gekweeld door de ganse weide – als je dat kan zeggen, dan mag je jezelf gerust een gevestigde naam noemen. Naast ‘The model’ werden ook ‘Autobahn’ en ‘Radioactivity’ waanzinnig goed ontvangen. Grappig eigenlijk, zet een techno-act op de ONE en opeens danst iedereen mee alsof ze al jarenlang donkere raves bijwonen. Of lag het aan die grappige 3D-brilletjes met bijhorende reflecties, waarmee Kraftwerk ufo’s en satellieten op ons afstuurde? Alleszins, deze vier mannen schreven meer dan veertig jaar muziekgeschiedenis en  die herhaalde zich gisteren nog maar eens, in Hilvarenbeek. (Annelies)

Iedereen die zijn 3D-bril was kwijtgespeeld, kon vertier gaan zoeken bij het jonge Shygirl in de SEVEN. Wij zagen allerminst een verlegen meisje: het tweetal kwam energetisch en dramatisch op met armgrote waaiers. Op deze manier wuifden de Londense zangeres en DJ Blane Muise de warmte weg en gaven zichzelf zo de windmachine die ze verdienden. Met verschroeiende industriële beats en trots ongeduld mondde het optreden snel uit in een chaotisch dansfeest. (Eva)

Wie niet genoeg kreeg van industrieel ongeduldige beats, surfte op dat elan verder naar de TWO. Daar omhulde SOPHIE zich met duisternis. Een zwak schijnsel maakte het profiel van Sophie Long slechts beperkt zichtbaar. Ze bevroor onze dansbenen door te starten met een donkere en mysterieuze sfeer die ze traag maar gestaag opbouwde. Daarna haalde ze genadeloos uit met bassen die iets weg hadden van droog machinegeschut, en vervlechtte ze deze met de suikerspinnen synths die we van haar gewend zijn. Zo bezorgde SOPHIE ons een tegendraadse set waarbij ze haar meest bekende nummers thuis liet, een keuze die duidelijk voor- en tegenstanders had. (Eva)

Ontsnappen aan donkere sferen kon door te dansen richting de FIVE en daar te worden ondergedompeld in de disco-gelukzaligheid van Toro y Moi. De tent trilde van de jungle drums, waar een streepje soul door de kieren van de funkpop-deur kwam. (Eva)

Toro Y Moi

De gitaren van Fornet knetterden hyperkinetisch tussen de golfplaten van de Casbah. Geluidsgolven leken hun weg soms kwijt te raken maar werden altijd net op tijd opgevangen door de strak op elkaar ingespeelde band. ‘Moonlit (B)’ was veruit de best georkestreerde chaos die tot nu toe te vinden was op BKS. Sfeer werd beheerd door de persoonlijke fangirlclub van basgitarist Patje, gewillige crowdsurfers en moshpits die ook door de rolstoelgebruiker veilig konden doorstaan worden. Zeer scherp hoogtepunt, diep in de tweede nacht. (Michelle)