Op dag drie trok Rock Werchter effectief de rock-kaart. Gitaren vierden als vanouds hoogtij, en wij vierden vrolijk mee. (Foto’s door Timmy Haubrechts)
Even kaderen: amper een half jaar geleden zagen we de heren van Sons in The Dirty Rabbit in Antwerpen. Daar pasten ze net op het podium en nam Robin Borghgraef voor het eerst de rol als frontman op zich. Toen we hoorden dat ze de mainstage van Werchter zouden openen hadden we een paar bedenkingen. Nummer een: WAAAT?! Nummer twee: is dat niet wat te snel? Nummer drie: zou je zelf nee zeggen als Herman vraagt om zijn festival eens een dag te openen? Neen. “Konden ze dan niet gewoon Millionaire hier zetten?” hoorden we iemand redeneren.
Sons heeft een kans gekregen, heeft die met acht handen bij de kraag gegrepen en daarna nog eens triomfantelijk in de lucht gehouden. Bekwaam werden instrumenten aan gort gespeeld alsof er levens vanaf hingen. Oké, dat podium vullen deden ze uiteraard niet zoals de andere grootheden die gisteren op het hoofdpodium passeerden. Nog niet. Van echte groeipijnen was niets te merken en ze maten zich eigenheid een genre-overschreidende techno-intro en knullige moppen aan. Sons heeft vanaf de winst van De Nieuwe Lichting met z’n kunnen deuren voor zichzelf geopend. Gisteren trapten ze de ultieme deur los uit z’n voegen en kegelden daarmee al het scepticisme de wereld uit. Ze stonden hier wel degelijk op hun plaats. (Michelle)
De indiepop van The Magic Gang ging even vlot binnen als onze calippo. Het Britse viertal past perfect in de nasleep van The Kooks een dag eerder en leek het uitstekend naar z’n zin te hebben als opener van The Slope. Elk refrein kon je na twee luisterbeurten meezingen en werd dan ook onthaald op een beleefd applausje. “Please buy our album ’cause we’re completely skimmed” motiveerden ze ons nog. Drankbonnetjes op de wei: voor iedereen een schaars goed. (Mattias)
“We zijn hier niet om stil te staan” riep Glints wat later in de tent, al was dat precies wat de tent deed. De Antwerpse rapper sprong energiek over het podium en sleurde aan zijn fanbasis, maar het was moeilijk om ze mee te krijgen op het relatief vroege uur. Tegen die makke houding kon geen roze broek of autotune-overdaad op, al deden hitjes ‘New flow’ en ‘Bugatti’ verdienstelijke pogingen. (Mattias)
De groeicurve van Angèle is iets minder extreem als die van Sons maar daarom niet minder indrukwekkend. Als we even vergelijken met haar performance in het voorprogramma van Ibeyi eerder dit jaar, valt de gezonde vooruitgang op. The Barn zat afgeladen vol voor deze innemende ziel. Er was nog moeite om het tempo en de dynamiek een set lang hoog te houden maar daar tegenover stond de eigenheid van al haar werk. Elk nummer ontvouwde zich als een zorgvuldig gecomposeerde Instagrampost waarin ze zelf alle kleine details bepaalde. Wij zijn gerust in de toekomst van Angèle. (Michelle)
Ook in de tent stond er zaterdag rockgeschiedenis. De zusjes Kim en Kelley Deal stonden er met The Breeders, de groep waarmee Kim na de eerste split van Pixies voornamelijk de baan mee optrok. Na de zoveelste Pixies-reünie besloot ze om vijf jaar geleden uit de band te stappen, wat haar opnieuw The Breeders deed samenroepen. We geven die bondige geschiedenisles alleen maar mee omdat er over het concert zelf helaas weinig boeiends te vertellen valt. Eentonig, grijs en zonder echte uitschieters had de groep het moeilijk om de aandacht van de Barn vast te houden. Een vrij wispelturige nieuwe plaat ‘All nerve’ hielp daar ook niet bij, getuige het erg makke titelnummer. Zelfs het nog steeds fantastische ‘Cannonball’ en Pixies-cover ‘Gigantic’ konden die wrange teleurstelling niet goedmaken. (Mattias)
Dit weekend moet al een zware domper geweest zijn voor de N-VA. Het Belgiëgevoel zit onder ieder platgetrapt bekertje en Stikstof blies er gisteren nog eens een volledige Klub C mee vol. De set was als een reeks hoognodige kletsen in het gezicht van de maatschappij in de vorm van nummers. Middenvingers vlogen door de lucht wanneer brute politiebeelden verschenen. Het optreden van Stikstof voelde op Werchter toch niet helemaal lekker aan. “We moeten ons vereerd voelen want ze spelen ons niet op de radio tenzij na 20.00 uur ofzo.” Hallo oververtegenwoordigd Studio Brussel. “Fuck de N-VA” scandeerden ze wat later. Daarnaast hebben we de security nergens zo nerveus heen en weer zien lopen als toen. Oh the irony. “Security, alstublieft.” Zo vroegen ze nog netjes om het publiek z’n gang te laten gaan tijdens afsluiter ‘Frontal’. Stikstof onttrok alle zuurstof, maar gaf zo veel meer in de plaats. (Michelle)
Zo druk als bij MGMT hadden we de Barn en de omliggende verdorde graspartijen nog niet gezien. Er wou véél volk de synth-hippies aan het werk zien, al betwijfelen of ze allemaal nieuwste plaat ‘Little dark age’ gekocht hebben. Daarmee probeert de groep de pagina van de indie-monsterhits volledig om te slaan. En dat lukt met nummers als ‘Don’t call me nice’ en ‘Me and Michael’ (met digitale discobol op de achtergrond). De experimentele bladzijde mag dan wel omgeslagen zijn, de bladwijzer zit nog altijd drie hoofdstukken eerder. En dus mag ‘Time to pretend’ de setlist aftrappen en worden nostalgische fans op hun wenken bediend. Al snel werd het wat donkerder in de tent, al experimenteerden Ben Goldwasser en Andrew VanWyngarden nu ook weer niet zo hard als tijdens hun vorige Werchter-passage vier jaar geleden. De gedoodverfde afsluiter was uiteraard ‘Kids’, dat in de verlengingen ontspoorde in ‘Kernkraft 400’ van Zombie Nation en daarna weer opgepikt werd. MGMT dook grijnzend de coulissen in, de massa trok uitzinnig richting volgende halte. (Mattias)
Wat was dat gisteren met al die goed verterende muziek? Durand Jones en zijn begeleidingsband The Indications was de perfecte band op de perfecte plaats, daar onder de ondergaande zon aan The Slope. “Come on groove with us” spoorde hij ons aan, en wie waren wij om dat verzoek te weigeren. Hij wisselde eigen nummers van zijn dit jaar wereldwijd uitgebrachte debuutalbum af met soulklassiekers. Kijkers van fantastische tv-reeks ‘The deuce’ zullen zeker introsong ‘If there’s a hell below we’re all going to go’ van Curtis Mayfield herkend hebben, gevolgd door het eigen ‘Groovy baby’, dat precies was wat de titel beloofde. Alle hawaïhemden en flitsende zonnebrillen nog aan toe. (Mattias)
Wie Robin Pecknold volgt op Instagram weet dat de man niet vies is van een absurde filosofische rant meer of minder. Op het podium deed Fleet Foxes eigenlijk niets minder dan muzikaal filosoferen. Vloeiend werden nieuwe onderwerpen aangesneden en instrumenten gewisseld. De perfectie van het gebeuren was bijna hallucinant. Na de show die we zagen op Down The Rabbit Hole vorige zomer en de Ancienne Belgique in november, kunnen we nu zeggen dat het materiaal van ‘Crack-up’ intussen perfect geïntegreerd was. En dat de man de een volledige set lang stond te zeuren om ‘Mykonos’ ongelijk had om de rest niet te waarderen. Fleet Foxes stelt nooit teleur en maakte onze liefde nog net iets onvoorwaardelijker. (Michelle)
Lees hier ons verslag van Jack White.
Al heel vroeg op de dag werd de weide van Werchter druk bewandeld door papa’s die de Pearl Jam t-shirts nog eens vanuit het onderste schuif gehaald hadden. Waarschijnlijk waren het er genoeg om met al die stof de festivalweide twee keer helemaal te bedekken. Vergeef mijn generatie maar ik ken Pearl Jam vooral door de ‘Into the wild’ soundtrack van Eddie Vedder. De man in levende lijve zien was een item die hoog op de bucket list stond en ik ging volledig in mijn nopjes naar huis. Vergeef mijn generatie alstublieft een tweede keer want bij het meer stevige Pearl Jam-materiaal was het moeilijk om me iets anders voor de geest te halen dan Chris McCandless die met een machinegeweer op elanden gaat jagen in plaats van bessen en wortels verzamelen. Eddie en co. grabbelden gretig in hun discografie en trokken zoals gewoonlijk een blik covers open – het meest opvallende ‘Kick out the jams’ bijgestaan door MC5-gitarist Wayne Kramer, die een dag eerder met zijn MC50-tour nog op Sjock speelde. Pearl Jam is geschiedenis, en schreef daar gisteren een beetje verder aan. (Michelle)