60 Gorillaz – Désolé
In ‘Désolé’ werkt Gorillaz-frontman Damon Albarn voor de derde keer samen met Malinees zangtalent Fatoumata Diawara. ‘Désolé’ is een meer dan degelijk funknummer en een waar genot voor menig polyglot. Naast het alombekende Frans en Engels is er ook ruimte voor de Mandétaal Bambara, die door ongeveer vijftien miljoen mensen in West-Afrika gesproken wordt. Diawara draagt deze stukken met een heerlijke, verfrissende intensiteit bij, waardoor het niet eens nodig is om te begrijpen wat er gezegd wordt. ‘Désolé’ is een mooi voorbeeld van een voorbeeldige mix tussen de Westerse en de West-Afrikaanse cultuur. Daarnast is Damon Albarn “Tous mes phantoms sont bleu” horen zingen met een dik Brits accent ook eens iets anders. (Louis)
59 Laura Marling – Held down
Laura Marling was een van de weinige artiesten die er aan het begin van de coronacrisis niet voor koos om een nieuw album uit te stellen. Integendeel, ‘Song for our daughter’ kwam enkele maanden vroeger dan gepland uit en temde onze ongerustheid met pure akoestische schoonheid. Met ongeforceerde beeldspraak ziet de Britse singer-songwriter haar verlatingsangst werkelijkheid worden op single ‘Held down’, al bewijst ze muzikaal dat ze sterk op haar eentje staat. De backings zong ze zelf in, ze schreef de arrangementen en zat mee op de producersstoel van Ethan Johns. Dit alles werd beloont met een nominatie voor de Mercury Prize dit jaar, haar derde nominatie al. (Guillaume)
58 Adrianne Lenker – Two reverse
In de rollercoaster richting dieperik die 2020 was, was nieuwe muziek van Adrianne Lenker een ideale noodrem. Wanneer de voortdurend veranderende nieuwsfeiten en coronacurves je de oren om sloegen en je hoofd vol bekommernissen zat, hadden we soms nood aan muziek die uitblonk in eenvoud en niet bol stond van grote boodschappen. We zullen ‘two reverse’ daarom altijd blijven associëren met de start van een prachtige trip naar de rustplek die simpelweg ‘Songs’ heet. Een gitaarriedel, de doorleefde stem van Lenker en een hele pak hartzeer, en onze eigen zorgen zijn per direct wat gedempt. (Lowie)
57 Jamie XX – Idontknow
‘s Werelds favoriete muzikant met meer dan één ‘x’ in de naam voelde klaarblijkelijk instinctief aan dat de wereld nood had aan een dansnummer om even alle frustraties eruit te zwieren toen hij uit het niets zijn eerste solowerk sinds 2015 dropte. En dat kan de Brit toch als de beste: ‘Idontknow’ is een ongelooflijk verslavende schijf bomvol percussie die steeds aanzwelt en versnelt tot een kookpunt wordt bereikt waar geen enkele ledemaat meer stil te houden is. (Anton)
56 Fleet Foxes – Sunblind
Je bent nog niet bekomen van de schoonheid van albumopener ‘Wading in waste-high water’ wanneer Robin Pecknold je al de volgende fluwelen vuistslag om de oren verkoopt. De opener van Fleet Foxes’ fantastische album ‘Shore’ gaat in één golvende beweging over naar Sunblind, een nummer dat sereen begint met een ode aan betreurde muzikale helden als Richard Swift, Marvin Gaye, vader en zoon Buckley, Judee Sill en Elliott Smith. De ijle percussie krijgt al snel gezelschap van een aarzelende piano, om na een uitermate uitdagende opbouw uit te barsten in een zonovergoten refrein. Pecknold gaat zwemmen, leent een gitaar en neemt de platen van enkele van ‘s werelds beste muzikanten onder de arm. Gelokt door zijn uithalen vol levensvreugde kunnen we ons zelfs in winterweer nog maar één vraag stellen: waar is ons zwempak – en mag onze enthousiaste labrador ook mee? (Nina)
55 Namasenda – I could die
Namasenda bracht ‘I could die’ uit op ‘Rift One’, een compilatiealbum van het Zweedse label Year0001. Dat album kwam vroeger dan gepland uit —in 2020 verschoof zowat alles wat te verschuiven valt— om te kunnen fungeren als geldinzamelingsactie. Alle opbrengsten van het album gaan naar organisaties die zich verzetten tegen racistisch geweld en discriminatie. In ‘I Could Die’ klinkt een engelenstem, hemelse synths en een euforische opbouw die perfect de rave waar we nu al zolang van dromen kan inleiden. (Camilla)
54 Khruangbin – Pelota
Had Khruangbin door dat er zich soms een laagje indommeling rond hun instrumentale muziek vormt? Alleszins peperde het trio z’n sound stevig bij op nieuwste worp ‘Mordechai’, met een reeks verrassend prikkelende songs als resultaat. ‘Pelota’ steekt daar als vermoedelijk grootste ‘stijlbreuk’ bovenuit, maar de band gedijt net ook vlekkeloos in die kleurrijke mix aan global grooves; over een zwierige cumbia-gitaar kabbelt een uptempo funkbeat, opgeluisterd met wat handclaps en cowbells en – zowaar – záng! Mét tekst! Bassiste Laura Lee neemt haar toevlucht zelfs tot het Spaans, waardoor ze samen met haar kompanen de zwoelste sferen van heel de plaat creëert. (Gilles)
53 Dirk – Hit
Een nummer beginnen met “Jesus was a little gay” is grappig. Naast de religieuze beeldspraak is ‘Hit’ ook gewoon een catchy, maar stevige rockschijf met een goeie mix van kabaal en intimiteit. Dirk lijkt op het nieuwe album lichtjes afstand te doen van de noiserock, maar desondanks behoudt de band vlekkeloos zijn identiteit. “You can see me falling apart” zal alvast niet slaan op Jelle Denturck en co, want met ‘Hit’ en bij uitbreiding het album ‘Cracks in common sense’, verstevigt de band feilloos haar positie in het heroplevende Vlaamse rocklandschap. (Louis)
52 Bladee & Ecco2K – Girls just want to have fun
Een van 2020 meest aangename verrassingen moet toch wel de ommekeer van rapper/autotune-crooner Bladee zijn, die een nieuw, opgewekt en androgyn geluid omarmde. Voldaan na jaren van duistere misantropie, zette de Zweed samen met Ecco2K en producer Whitearmor een experimentele, mierzoete synthpopbanger neer die menig neo-emo e-boys/girls het zonlicht deed opzoeken en de start van een gelukzalig drain-jaar zonder weerga inluidde. (Anton)
51 Fleet Foxes – Can I believe you
‘Can I believe you’ is het meest hitgevoelige, uitgesproken radionummer op Fleet Foxes’ nieuwe album ‘Shore’. Waar de release van het album nog heel onverwacht was (het album werd quasi uit het niets gedropt), klinkt ‘Shore’ qua sound helemaal zoals we Fleet Foxes kennen: warm, weids en harmonieus. Alle nummers lijken één groot lappendeken te vormen waarop het bij momenten echt genieten is van de rijke arrangementen die opperhoofd Robin Pecknold zijn folknummers aanmeet. ‘Can I believe’ is door haar rechttoe-rechtaan refrein en volle sound de synthese van 54 minuten ‘Shore’, en dus een waardige vertegenwoordiger van het album in de lijst van beste nummers van het jaar. (Quinten)
50 Flying Horseman – Flare
Flying Horseman ging na het maken van haar vorige plaat ‘Rooms / ruins’ op zoek naar een funkier geluid en kwam dit jaar aanzetten met een meer extraverte plaat dan gewoonlijk. ’Flare’ is een van de meest treffende nummers op ‘Mothership’ waarop we alle invloeden van de band ongegeneerd horen samenkomen. De arpeggio’s brengen ons meteen naar Radiohead, de meegaande bas en drums deden denken aan Balthazar. ‘Flare’ vertelt een anekdote over een koppel waar het al even niet meer goed zit, met onwennige en vervreemdende gevoelens tot gevolg. Later trekt het open naar de ganse samenleving, waar het ook al een heel tijdje niet meer zo snor zit. (Gertie)
49 Porridge Radio – Sweet
Dana Margolin, de frontvrouw van Porridge Radio, zigzagt moeiteloos tussen punk en pop, tussen fluisteren en uithalen met haar stem, en bouwt zo – in een handomdraai – een explosieve spanning op. Ons huidweefsel slingert hierbij van koortsig naar kippenvel. (Eva)
48 Yves Tumor – Kerosene!
In een periode waarin bijna niets mag, sleurt Yves Tumor je in ‘Kerosene!’ mee op een losbandige trip waarin grenzen niet bestaan. Vanaf het moment dat de scheurende gitaar invalt, opent zich een extravagante wereld vol verleidingen. De eenvoudige, cheesy tekst maakt van ‘Kerosene!’ het perfecte karaokenummer dat je op een ontiegelijk laat uur ongegeneerd wil meebrullen. Het nummer eindigt wel opvallend zacht, met het engelengezang van Diana Gordon – alsof de verbrande energie even moet afkoelen. Als kers op de vettige glamrock-taart kan dat tellen. (Geerhard)
47 Car Seat Headrest – Can’t cool me down
Fans van het eerste uur betreurden dat Will Toledo zijn typische uitgesponnen indierock-epiek op ‘Making a door less open’ verruilde voor gebaldere rocksongs met sterke electro-impulsen. Op ‘Can’t cool me down’ bewijst Car Seat Headrest nochtans dat het ermee wegkomt. Een droge elektronische drumbeat legt de basis waarop synths komen en gaan (en die zich op het einde nog in heerlijke bochten wringen), terwijl Toledo zelf erop los jammert en sleurt. Zijn stem ligt opvallend vooraan in de mix, alsof hij er zich van bewust is dat niemand beter blèrt dan hijzelf. Zelfs een kneuterige melodica tussen een nerveus monoloogje – er zijn nog zekerheden bij CSH – kan de sfeer niet vergallen. (Max)
46 Nicolas Jaar – Cenizas
Van alle concepten die Nicolas dit Jaar heeft ingevuld, was het eerste project dat zijn eigen naam draagt misschien de meest geschikte soundtrack voor eenzame tijdsintervallen. Het minimalisme dat wordt aangehaald in ‘Cenizas’ is bijna even introvert als een gemiddelde persoon na God mag weten hoeveel lockdowns. Het goede aan introverten is dat ze excellente luisteraars zijn die veel plaats laten voor eigen galmende gedachten. De white noise en warme preken echoën in harmonie met eventuele eigen existentiële motieven tussen de muren van je hoofd. Subtiliteit won dit jaar aan street cred en daarvan is deze fluistertrack het bewijs. (Michelle)