20. Thom Yorke – Dawn chorus
Met ‘Anima’ eindigde Thom Yorke voor het eerst met een soloplaat hoog in vele eindejaarslijstjes. Die eer heeft het enerzijds te danken aan de voelbare focus en fijnzinnigheid waarmee de plaat tot stand kwam, maar ook aan een hoogtepunt dat we moeiteloos naast het betere werk van Radiohead kunnen plaatsen. ‘Dawn Chorus’ is verpletterend met weinig middelen: een kinderlijk simpele synthesizerlijn, de mompelende, typerend cryptische Yorke en steeds feller opzwellende ambient die in de achtergrond zweeft laten ons emotioneel verslagen achter. Post-apocalyptisch en ontroerend. (Lowie)
19. Weyes Blood – Andromeda
Het lijkt alsof Natalie Mering, die haar kinderjaren versleet in duffe achterzaaltjes waar ze in kerkkoren de liefde voor de Heer bezong, je vanuit de hemel toespreekt op ‘Andromeda’. Haar almachtige vibrato valt als een warme gloed over je heen, terwijl de aanzwellende symfonische synths en subtiele streepjes Americana-gitaar het perfecte kader voor muzikale glorie scheppen. Toch brengt Merings schijnbaar geruststellende toon een zoekende boodschap; een liefde vinden die niet verveelt, is misschien wel een even zware taak als het vinden van God. ‘Andromeda’ is Weyes Blood op haar best: de tekst beladen, het geluid sacraal. Zet je in je meest comfortabele zetel, zet je beste hoofdtelefoon of geluidsinstallatie op, en maak je klaar voor bijna vijf minuten lang zwevend genieten van muzikale rijstpap met gouden lepeltjes. (Nina)
18. Black Midi – 953
De Britse jonkies van Black Midi kwamen vorig jaar uit het niets op de deur bonken. Met hun debuut ‘Schlagenheim’ lostten ze dit jaar alle verwachtingen in. Wie openingsnummer ‘953’ beluistert en daarna een glimlach rond de lippen tovert, kreeg net zijn/haar ja-woord op de liefde voor ongebreidelde chaos. Het nummer etaleert een je m’en foutisme met voortdurend wisselende tempo’s, aan Sonic Youth verwante gitaarexploten, een giftige onderstroom en instabiliteit als gangmaker. Black Midi heeft lak aan conventies en wie hierin meegaat, vindt in ‘953’ zijn jaarlijkse summum. (Jonas)
17. Hendrik Lasure Warm Bad – Jonas
‘Jonas’ is een simpele naam voor een simpel liedje en ontroerend schoon in z’n eenvoud. Eenvoud is meteen ook het thema van het nummer, dat gebaseerd is op een personage uit theaterstuk ‘Talk show’ van Suze Milius waarvoor Hendrik Lasure de muziek schreef. Het personage laat alle materiële ballast achter zich en draagt alleen nog jeansbroeken en witte hemden. Een romantisch ideaal dat weinig haalbaar lijkt, maar toch richting kan geven. “Try to be lighter” klinkt het, een advies dat we iedereen graag meegeven. (Mattias)
16. Boy Harsher – LA
Op basis van een simpel patroon uit een drummachine, weet Boy Harsher een hele resem aan emoties en gevoelens op te wekken. In korte tijd vloeien verschillende invloeden nauwgezet dooreen. De intro hint nadrukkelijk naar new beat, maar ook poppy geluiden eisen hun plek op. Toch voert de algemene sfeer van donkerte en weemoed de bovenhand. De minimale zanglijnen en duistere synths zijn daar enerzijds verantwoordelijk voor. Aan de andere kant hinten de tekst en de manier waarop die gezongen wordt, naar een donkere tristesse. De korte flash aan techno-invloeden maakt ten slotte dat ‘LA’ niet mis zou staan op de soundtrack van bijvoorbeeld The Neon Demon. (Daan)
15. Weyes Blood – Movies
De psychedelische synths lezen als de begingeneriek, de emotionele aderlatingen verdelen de scènes, de melodramatische violen en opgedreven percussie luiden de derde act in en Mering speelt – eindelijk! – de hoofdrol. “Was alles maar zo simpel en volledig als in films” kan een van de gedachtes zijn geweest die haar tot het schrijven van dit nummer heeft gebracht. Desalniettemin lijkt ze los van de bijna kinderlijke gedachtegang en het verlangen naar nostalgie zich eveneens te realiseren dat de ster van je eigen leven zijn niet per se betekent dat dit ook een bepaalde zingeving met zich meebrengt. Er is meer dan ‘die ene zomer’ die wordt getoond op het grote scherm; maar voor Mering blijkt dat soms gewoon even voldoende te zijn. (Yannick)
14. Big Thief – Forgotten eyes
‘Forgotten Eyes’ is één van de nummers uit Big Thiefs wonderjaar dat meer rock is dan folk; dit dankzij z’n strakke drums, de kortstondige maar nadrukkelijke gitaarsalvo’s en algehele, snedige flow. De emotie zal echter altijd vooraan staan bij de muziek van Lenker en co. ‘Forgotten eyes’ is, net als het gros van de andere nummers vanop ‘Two hands’, één dat naar de keel grijpt met fantastische songwriting en de immer doorleefde en gepassioneerde performance van Adrianne Lenker. (Lowie)
13. FKA Twigs – Cellophane
De terugkeer van zangeres, producer en danseres FKA Twigs liet niemand onberoerd. Met een sprekend gemak nestelde de Britse ‘Magdalene’ zich in topposities van zowat elk eindejaarslijstjes met behulp van singles als het meesterlijk breekbare ‘Cellophane’. Delicaat en verfijnd lijkt Twigs haar complexe relatie met lijf en lover te bezingen begeleid door een Satie-achtig pianoritme dat later steun vindt in loodzware bassen. Een naakte productie die haar woorden zoveel zwaarder laten doorwegen ondersteunt tevens ook de prachtige, bijhorende video waar val en wederopstanding het onderwerp zijn van haar dans. Met ‘Cellophane’ drukt FKA Twigs wederom haar stempel op dit decennium. (Anton)
12. Aldous Harding -The barrel
De Nieuw-Zeelandse Aldous Harding is sinds jaar en dag een buitenbeentje onder de singer-songwriters. ‘The barrel’ was de eerste single van haar derde album ‘Designer’ en springt er op de plaat bovenuit. Een puur, akoestisch begin met een kort pianomotiefje maakt de weg vrij voor een rijk nummer, inclusief baritonsax en de diepe mannenstemmen van Huw Evans (H. Hawkline) en Stephen Black (Sweet Baboo). Door de geheimzinnige lyrics kunnen we het nummer niet meteen vatten en blijft de persoonlijkheid van Haring gecompliceerder dan onze regeringsvorming. Gelukkig kan ze dit uiten in een song van pure schoonheid. (Guillaume)
11. Squid – Houseplants
Dit jaar kregen we er met Squid een favorietje bij. Met ‘Town centre’ kregen ze een plaats in ons lijstje van beste ep’s van het jaar, maar eerder dit jaar brachten ze hun furieuze doorbraaksingle ‘Houseplants’ uit. Funkpunk die enkele versnellingen overslaat en zich ergens tussen LCD Soundsystem en The Rapture wurmt. Het nummer houdt door zijn gelaagdheid voortdurend verschillende snelheden. De waanzin in de zang en de free jazz getinte trompetgeluiden trekken de aandacht, maar wat er in de achtergrond gebeurt is minstens zo aantrekkelijk. Roerloos blijven staan is geen optie en wie de repeatknop niet indrukt heeft het wellicht niet goed begrepen. (Jonas)
10. FKA Twigs – Mary Magdalene
Op ‘Mary Magdalene’ horen we FKA twigs op haar kwetsbaarst. Pal in het middel toont de artieste in het titelnummer net het tegenovergestelde. Tahliah Barnett stelt zich gelijk met de met de door het patriarchaat verguisde Bijbelse figuur van Maria Magdalena, herevalueert haar en zichzelf, en levert zo een van de krachtigste empowerment-statements af van de afgelopen jaren. Want waarom zou de status als mystieke genezer dan wel kunstenares tenietgedaan moeten worden door de kracht om te verleiden? FKA twigs trekt de parallellen met zichzelf en stelt ook muzikaal de twee als gelijken. De prachtige melodie in het refrein vormt de basis, de galmende productie – van, naast Twigs zelf, ook Cashmere Cat, Benny Blanco en Nicolas Jaar – verheffen het tot een innemend geheel. (Pascal)
9. Charlotte Adigéry – Paténipat
2019 bleek het doorbraakjaar van Charlotte Adigery met haar tweede EP Zandoli. Adigery’s ‘Paténipat’ lijkt zes minuten lang te drijven op een ingehouden spanning. Het traditionele Caribische ezelbruggetje ‘Zandoli pa té ni pat’ (“de gecko heeft geen poten”) is het bezwerende refrein dat de minimalistische electropop naar een extra dimensie stuwt. Oud en hedendaags wordt vermengd tot tijdloos. Het is dus niet verwonderlijk dat de DEEWEE-protegé met haar hedendaagse house en Afro-Caribische invloeden ook internationaal potten doet breken. (Eva G)
8. Big Thief – U.F.O.F.
Hoe kan je beter zingen over intergalactische vrienden dan met een buitenaards mooie stem? Adrianne Lenker sloop begin dit jaar als een dief in de nacht onze hartkamers binnen, geen enkel slot bleek opgewassen tegen haar ongelofelijke prevelzang. ‘UFOF’ rolt zacht binnen met zijn prachtig subtiele instrumentatie en aarzelende drums, maar uiteindelijk laat Lenker iedereen het nakijken in het weergaloze refrein. (Zeno)
7. Kedr Livanskiy – Ivan kupala
Niemand combineert ravegedreun met ijle pop zoals Kedr Livanskiy. Haar werk wordt hardnekkig ‘icy’ en ‘frozen’ genoemd, alsof het niet soms ook warm is in Rusland en alsof Lana Del Rey ons niet al lang heeft geleerd dat seasonal depression niet alleen in de winter voorkomt. Al zijn haar nummers inderdaad vaak donker, ‘Ivan kupala’ toont een andere kant van Yana Kedrina. Een kant die zomers doorbracht in de tuin van haar oma, gelooft in mythes (‘Ariadna’, right), meedoet aan Slavische rituelen en ‘s morgens haar dromen opschrijft. ‘Ivan kupala’ is de naam van een Slavische variant van midzomernacht. In plaats van bloemenkransen gooien jongeren water over elkaars hoofd om vruchtbaarheid te vieren. Verder hebben we geen clue waar Kedr Livanskiy het over heeft – maar houdt dat iemand tegen? (Milena)
6. Kate Tempest – Firesmoke
Het pareltje op ‘The book of traps and lessons’ beschrijft een stille storm: stille helderheid en emotionele vonken houden elkaar in evenwicht bij het beschrijven van een romantische gelukzaligheid. De bescheiden en soulvolle sonische achtergrondgeluiden van Rick Rubin en Dan Carey bieden het kader voor de meest oprechte teksten van Kate Tempest, die met haar krachtige woorden en omvattende waarheden keer op keer ons de mond kunnen snoeren. (Gertie)
5. Caterina Barbieri – Fantas
Wanneer modulair wonderkind Caterina Barbieri haar werk kort moet omschrijven, komt steeds het concept ‘gitaarmuziek maar dan met synthesizers’ tevoorschijn. Voeg er de term klassiek aan toe en ‘Fantas’ met zijn talloze elektronische riffs en begeleidende loops voldoen exact aan die beschrijving. In 10 wervelende minuten serveert de Italiaanse je namelijk een heerlijk ensemble van betoverende melodiën en golvende arpeggios op basis van een ingewikkelde hoop kabelspaghetti. Dat deze uitschieter van haar nieuwe album ‘Ecstatic computation’ één van de uitschieters is tijdens haar eveneens indrukwekkende live-shows mag dan ook geen verrassing zijn. (Anton)
4. Sharon Van Etten – Seventeen
In ‘Seventeen’ herinnert Sharon Van Etten het New York van haar tienerjaren en stelt ze haar zeventienjarige zelf gerust. Het is een nummer voor alle jonge, hoopvolle dromers die wel eens stoten op eenzaamheid en angst voor de toekomst. Met scherpe gitaren en onvermoeibare drums staat het nummer stevig in haar schoenen. In de bridge haalt Van Etten uit met “I know that you’re gonna be. You’ll crumble it up just to see. Afraid that you’ll be just like me”. Slechts een van de pakkende hoogtepunten van haar jongste album ‘Remind me tomorrow’. (Guillaume)
3. FKA Twigs – Home with you
Iedereen lijkt het er unaniem over eens dat FKA twigs’ tweede plaat ‘Magdalene’ ronduit prachtig is, maar op de vraag welke song ervan het állermooist is lijkt iedereen een verschillend antwoord klaar te hebben – het is geen toeval dat er vier songs van in deze lijst staan. Voor mij is ‘Home With You’ de duidelijke winnaar. Die beklijvende opbouw, die ruimte voor dankbare stilte, die gewaagde productie. En dat meesterlijke refrein, met een melodie van een zeldzame, pure schoonheid – aanvankelijk adembenemend mooi ingetogen, maar tijdens z’n tweede passage een haast bovennatuurlijke openbaring. Lang geleden dat ik nog zo ongegeneerd met superlatieven heb gesmeten. (Frederik)
2. Angel Olsen – Lark
Met veel bravoure wist Angel Olsen zichzelf dit jaar nog maar eens te overstijgen. Met haar broeierige, ingetogen kant mochten we al eerder kennismaken (‘White Fire’, iemand?) en dat ze stevig kan rocken was ook al lang geen geheim meer, maar nooit eerder wist ze die twee tegenpolen zo tegen elkaar uit te spelen als in ‘Lark’. De dynamiek tussen verstilde bezwering en luide uithalen wordt extra kracht bijgezet door een dreigend orkest. Moeilijk in te schatten wat Olsen nog meer in petto heeft, maar veel grootser dan dit zal het toch niet worden. (Pieter S)
1. Big Thief – Not
We kregen dit jaar alles bij elkaar 22 nieuwe nummers van Big Thief, maar geen zo monumentaal indrukwekkend als ‘Not’. Toen het nummer werd uitgebracht in augustus gleed het een eerste keer door onze koptelefoon als een zes minuten durende huivering, als een rauw stuk genialiteit dat zonder waarschuwing door je ziel krast. Zangeres Adrianne Lenker bakent in de tekst af wat niét is, tekent als het ware iets uit door de achtergrond te arceren. Wat overschiet na het schrappen van alles wat na ‘nor the …’ komt, is pure schoonheid zonder franjes én een chaotische, ruwe en buitengewoon intense gitaarsolo. Wie geen tranen in de ogen krijgt wanneer Lenker ‘”Not the room / Not beginning / Not the crowd/ Not winning / Not the planet/ That’s spinning” uit haar hart rukt, is een emotieloze sprinkhaan. (Quinten)
Deze lijst werd samengesteld door Anton Creemers, Bert Scheemaker, Daan Leber, Eva Gutscoven, Eva Schalbroeck, Frederik Jacobs, Gertie van den Bosch, Gilles Dierickx, Guillaume De Grieve, Jens Wijnants, Jonas Van Laere, Lowie Bradt, Martijn Bas, Mattias Goossens, Michelle Geerardyn, Milena Maenhaut, Naomi Hubert, Nina van den Broek, Pascal Vandenberghe, Pieter Sips, Quinten Jacobs, Thomas Konings, Tobias Cobbaert en Yannick Verhasselt.