40. The Comet Is Coming – Summon the fire
‘Summon the fire’ kan het best omschreven worden als een psychedelische en jazzy intergalactische reis. Het ruimteschip wordt voortgestuwd door up-tempo drums en synths en een opzwepende saxofoon, het handelsmerk van The Comet is Coming. King Shabaka, alias Shakaba Hutchings, bewijst zich op dit aanstekelijk nummer als een van de meest creatieve en gedreven saxofoonspelers van het moment. In het begin klinkt de saxofoon dreigend en diep, tegen het einde schril en krijsend. Het ruimteschip ontploft net niet maar zoeft aan een hels tempo voorbij. Wonderlijk genoeg slaagt de groep slaagt erin dit nummer live nog energieker en gekker te laten overkomen. (Eva S)
39. Angel Olsen – All mirrors
Deze vooruitgeschoven track uit haar gelijknamige album was onze eerste kennismaking met een herbronde Angel Olsen, en meteen een heel sterke. Het nummer dweept met new wave, onder andere in de zweverige synthesizers, donkere baslijnen en elektronische drumgeluiden. Toch klinkt ‘All mirrors’ bijzonder eigentijds, dankzij de onberispelijke productie van John Congleton. Olsen reflecteert vaag over nare kwesties uit het verleden, maar in de refreinen wordt het al snel duidelijk dat ze hier weigert een slachtoffer van te zijn. Wanneer halverwege de track het strijkers-collectief komt aanzetten, besef je dat het woord ’bombastisch’ niet altijd iets negatiefs hoeft te betekenen. (Martijn)
38. (Sandy) Alex G – Southern sky
‘Southern sky’ is een song die fantastisch zou klinken met alleen een akoestische gitaar en een stem maar zich nog veel beter van die taak kwijtscheldt wanneer hij zorgvuldig werd ingekleed zoals in de studioversie. Met zijn rijkheid aan arrangementen (piano, strijkers, rondzwermende backing vocals!) en veelheid aan melodieën is het best indrukwekkend om te weten dat (Sandy) Alex G nog steeds een soloproject is. Qua structuur en opbouw mag ‘Southern sky’ dan wel één van de meer traditionele nummers zijn op het indrukwekkend veelzijdige ‘House of Sugar’, het is er evengoed één van de beste. (Lowie)
37. Tristan – Maljaande
In het dagdagelijks leven gebruiken we ‘in vervoering brengen’ doorgaans zelden, maar voor Tristan moeten we een uitzondering maken. Een betere omschrijving kunnen we nog steeds niet geven, al helemaal niet voor het verslavende ‘Maljaande’. Wie goed luistert, hoort haar zelfs de recente besparingen in de gezondheidssector voorspellen, maanden voor het zo ver was. Tristan is er dus niet enkel voor vervoering, maar evengoed voor politieke voorbeschouwingen. Heel straf van de Gentse, waarvoor de doorbraak er in 2020 hopelijk eindelijk komt. (Mattias)
36. Shacke – Klub theme
Initieel lijkt ‘Klub theme’ een simpele, maar effectieve technotrack. De grote kracht van het nummer schuilt echter in de veelzijdigheid ervan. De lange trance-breakdown zorgt naast een interessante spanningsboog ervoor dat het nummer zowel geschikt is voor gigapodia zoals pakweg de Elektropedia op Dour, als donkere underground clubs. Met een vrij onderkoelde drop zet Schacke echter de verwachtingen op zijn kop. In plaats van een euforische ontlading, stoomt ‘Klub theme’ ongehinderd door. Met een haperend derde deel, waar alles mooi samenkomt, krijgt de song nog wat extra punch. Door de verschillende elementen, die niet alleen op de voorgrond aanwezig zijn, onderscheidt het nummer zich van de middelmaat die soms wel bestaat in “pure” techno. (Daan)
35. Nick Cave & The Bad Seeds – Bright horses
Hoewel ‘Ghosteen’ voor een groot deel voorzichtig terug vooruit durft te kijken, stelt Cave zich hier in vraag of hij wel hoopvol mag zijn. Het leven waait na enkele maanden weemoed weer mee, maar mag dat wel? Paarden zijn helemaal geen galopperende rossen met brandende manen in een apocalyptische nachtmerrie, maar “The fields are just fields, and there ain’t no Lord”. Cave tracht de dood van zijn zoon een plaats te geven, misschien zelfs te relativeren. Diep van binnen is hij er echter nog steeds rotsvast van overtuigd dat hij wel naar huis zal komen of op het perron in Brighton zal staan te wachten. Het is het interne conflict van Cave in combinatie met de weelderige achtergrondstemmen die hem vooruit lijken te willen stuwen, dat dit nummer toch een bittere of beter troosteloze nasmaak krijgt. (Yannick)
34. FKA Twigs – Sad day
Het is een understatement om ‘Magdalene’ een emotioneel album te noemen. Vaak worden de gevoelens op intieme, ingetogen manier geuit, maar ‘Sad day’ is een nummer waarop een meer barokke aanpak niet geschuwd werd. Grote hulp bij het ontroeren is de wonderbaarlijk gelaagde instrumental die gemaakt werd met de hulp van Benny Blanco, Nicolas Jaar en – jawel – Skrillex, maar zoals op de hele plaat is het vooral de vocale performance van twigs zelf die alle juiste snaren weet te raken. (Tobias)
33. KH – Only human
Toegegeven, ‘Only human’ van het Londense Four Tet is niet zo 2019. Sommigen herkennen het gesamplede ‘Afraid’ van Nelly Furtado (2006). Gasten van de betere house feestjes hoorden de mix van de Londense dj al (o.m. Peggy Gou, Bicep en Hunee draaiden ze vorig jaar). Door de hoge populariteit bracht Kieran Hebden achter Four Tet het nummer eindelijk uit. Hebden versnelde en vermenigvuldigde Furtado’s vocals met subtiele synths tot een hypnotiserende en groovende trance. (Eva G)
32. The Germans – William
The Germans zijn zwaar ondergewaardeerd. Voila, het is gezegd. Hun recentste wapenfeit ‘Sexuality’, was een van de meest gewaagde Belgische platen van het jaar en tevens een van de beste. ‘William’ belicht de meer toegankelijke kant van het Gentse collectief en wordt met een gong en een rake zweepslag in gang getrapt : exotische drums gaan aan het ratelen, een rubberen baslijn kronkelt zich doorheen die kletterende percussie, terwijl een manische Jakob Ampe tekeer gaat alsof hij te midden van een occult ritueel is verzeild geraakt. ‘William’ is vaag, maar opzwepend. Ondoordringbaar, maar toch aanstekelijk. Het is een koortsdroom waar je eigenlijk niet uit wil ontwaken. (Martijn)
31. Zwangere Guy – Beter leven
2019 is het jaar van de spoken word-artiesten. In ons landje veroverde Zwangere Guy razendsnel de contreien tot buiten het Brussels grondgebied. ‘Wie is guy’ deelt rake klappen uit met gepunte analyses van zichzelf en zijn omgeving. ‘Beter leven’ combineert een melancholische beat met harde teksten over Gorik’s zestienjarige zelve. Over zijn familiesituatie, gebrek aan structuur, zijn gehate stiefvader en zijn geliefde zus schetst hij een beeld van wie zich achter een geniale tekstenschrijver en grote hiphop-naam in België verschuilt. (Gertie)
30. Charli XCX feat. Christine & The Queens – Gone
Toen ik deze zomer Charli XCX aan het werk zag op Pukkelpop, voelde ik me stevig aangevallen door veroordelende blikken van de aanwezige meute Billie Eilish-fans. Die begreep schijnbaar niet hoe een 25-jarige knul schaamteloos kan partyrocken wanneer La XCX zich op de bühne begeeft. Laat dat nu exact zijn waar het nummer ‘Gone’ over gaat: out and about zijn voor een foute crowd, angst voelen wanneer je positieve attitude afketst op een weinig receptieve, lees: open-minded, omgeving. ‘Gone’ is een liedje voor jou en mij, een duetje dat passie ademt en vriendschap verlangt, een banger voor een betere wereld waarin iedereen zich overal veilig kan voelen. (Thomas)
29. Japanese Breakfast – Essentially
‘Essentially’ deed vermoeden dat Michelle Zauner aka Japanese Breakfast dit jaar met een nieuw album op de proppen zou komen, maar dat bleek ijdele hoop achteraf gezien. Gelukkig is de track zodanig goed dat we er ons wel een tijdje mee warm kunnen houden. Slechts voortgedreven door een eenvoudige, maar onweerstaanbare baslijn en voorgeprogrammeerde drums, houdt Zauner de instrumentale inkleding erg kaal. Ruimte genoeg dus om de synths te laten schitteren op de juiste momenten en haar ontwapenende zang volledig in de spotlights te plaatsen – drie minuten perfecte popmuziek naar onze bescheiden mening. (Martijn)
28. Slowthai & Mura Masa – Doorman
Wanneer je nog niet wist dat grime en punk anno 2019 louter synoniemen van elkaar zijn, duwde slowthai dit jaar wel gewoon z’n schuimbekkende debuut ‘Nothing great about Britain’ in je gezicht. De plaat betekende de finale doorbraak voor deze lad uit Northampton – Mercury Prize-nominatie incluis – en daar zit de stampende single ‘Doorman’ voor veel tussen. Ons was ontgaan dat mura masa zich als producer nog met andere dingen dan platte popsingles bezighield, maar oh my, schiet hij even ráák met die rauwe bassen en smeulende beat op deze track. Dat slowthai z’n hitsige vocal vervolgens in één simpele take inblikte, zegt dan ook écht alles. (Gilles)
27. Better Oblivion Community Center – Dylan Thomas
De oorwurm op de debuutplaat van Conor Oberst en Phoebe Bridgers is een sneer naar de politieke rampspoed in de VS, het land waar politici het theatrale als afleidingsmanoeuvre gebruiken om het volk te misleiden van de ware problemen. In plaats van mee te gaan in die malaise sterft het duo liever een eenzame dood op de grond van een bruine kroeg zoals de Welshe poëet ‘Dylan Thomas’ die net als Oberst en Bridgers genoeg had van het politieke spel. Het resulteert in een sterke, meezingbare en typische indierocksong mét gitaarssolo. (Jens)
26. Little Simz – Venom
Met ‘Grey area’ leverde Little Simz dit jaar een hiphopalbum van formaat af. ‘Venom’ blijft echter niet in de grijze zone, maar spuwt roet van de zwartste soort. Vanaf de eerste seconden zetten angstige strijkers de toon, de spanning bouwt op. Beheerst zet Little Simz het patriarchaat nog eens goed op z’n plaats – ze heeft een notoire hekel aan de mannelijke dominantie in de hiphop-industrie -, en dan, dan volgt de beste – ‘vettig’ heeft maar zelden een goeie betekenis, maar is hier helemaal op z’n plek – drop die we in tijden al hebben gehoord. De bom is gevallen; de resterende twee minuten neemt Little Simz ons mee op een grimmige existentiële angsttrip die je een halfuur na de laatste beat nog naar adem doet happen. (Nina)
25. Black Country, New Road – Sunglasses
De zevenkoppige Britse band achter New Country, Black road bracht tot dusver twee nummers uit. Hoe dat ze dan toch op een Belgische festivalaffiche (zoals Sonic City) is terechtkomen? Een reputatie van chaotische liveshows en een frisse eclectische sound. Het negen minuut lange ‘Sunglasses’ is een avontuurlijke hoogtestage waarbij postrock verglijdt in postpunk. Na de tweede minuut stuwen de jazzy saxofoon en Isaac Wood’s bevende stem zich naar een eerste hoogtepunt. Ergens na minuut vier worden er nog meer toppen bereikt met een Led Zeppelin-achtig riffje. Extra zuurstof meenemen is zeker geen overbodige luxe. (Eva G)
24. Burial – Old tape
De ondertussen niet meer zo mysterieuze producer Burial heeft er een productief jaar opzitten als je puur en alleen het aantal releases telt. Een deel ervan is echter schijn zoals ‘Old tape’ waarmee de Brit zijn steentje bijdroeg aan Hyperdub’s verjaardagscompilatie. Burials eerste pasjes in het terugkerende trance-genre bleken reeds ergens in 2013 gezet te zijn geweest. De tot gekraak gefilterde synthesizerarpeggio’s en ietwat melige voicesamples ondersteund door dat typisch garagebeatje zijn dus geen tekenen van een nieuw geluid. Maar ach, we zijn gewoon blij dat de man zijn discografie nog wat aangroeit met wederom een klassieker. (Anton)
23. Xiu Xiu – Pumpkin attack on mommy and daddy
Jamie Stewart schreef z’n eerste nummer nadat hij gedesillusioneerd een club verliet in San Jose. Hij ging er zijn eenzaamheid wegdansen, maar de muziek vergrootte het gevoel alleen maar. Daar wou hij wat aan veranderen. Dan wel zonder plots vrolijke teksten te schrijven: Xiu Xiu’s nummers zitten vol verwijzingen naar de zwarte pagina’s van de mensheid. “If you wanted to be a human being / then you had to eat garlic” klinkt het in ‘Pumpkin attack on mommy and daddy’. Na bijna twintig jaar, een hoop bandleden en nummers geschreven op Nintendo DS, maakt Stewart nog steeds wat hij zo goed doet: sad bangers voor cynische zielen die liever niet nog eens tranen verliezen op Robyn. Een suggestie voor als je op oudejaar alweer en tegen beter weten in voor die ene vriendengroep uit je middelbareschooltijd koos en het feestje waar je twintig euro voor betaalde een grote teleurstelling is. (Milena)
22. Jai Paul – He
In 2013 werd de blauwdruk van wat Jai Pauls debuutalbum moest worden, gelekt. Wat volgde was een oorverdovende stilte van Paul zelf die al snel werd opgevuld door hypothetische waarheden. Dit jaar werd de officiële release van dat materiaal ‘Leak 04-13 (bait ones)’ gedoopt en vergezeld door een brief. Het was geen sensationele lek als publiciteitsstunt, wel eentje die een lange weg naar mentaal herstel met zich meebracht. In 2019 is Paul terug en de nieuwe dubbele single was een statement. Vooral ‘He’ is een indrukwekkend stukje ambacht waarbij hij het nummer telkens op de juiste momenten veilig in zijn handpalmen laat losbarsten. Alles past precies binnen zijn grenzen van de perfect afgemeten productie. Geen enkel nummer was zo afgewerkt als ‘He’ dit jaar. (Michelle)
21. Fontaines D.C. – Big
‘My childhood was small / But I’m gonna be big’ klinkt de mantra waarmee Fontaines-aanvoerder Grian Chatten de toon zet voor debuut ‘Dogrel’. Uitgespuwd in minder dan twee minuten, maar meteen bomvol scherpe allusies op hun Dublin zoals ze het (niet willen) kennen: ‘Big’ toont zich van het meest furieuze dat je terugvindt binnen de postpunk van het Ierse vijftal, en werkt zowaar even goed als spot on albumopener, als in de vorm van gebald sluitstuk bij hun liveshows. (Gilles)