60. Babeheaven – Circles
Britse electrosoul-groep Babeheaven bracht dit jaar twee zijdezachte ep’s uit, en deze ‘Circles’ was in januari al een eerste voorsmaakje. Een eerste liefde vergeet je niet, en dus zie je hier geen ander nummer van de groep – al had dat best gekund, want ze zijn allemaal aan elkaar gewaagd. Luisteren naar warme melk met honing, zo klinkt dat dus. (Mattias)
59. Steve Lacy – Playground
Steve Lacy kenden wij al van zijn geweldige gitaarwerk en sporadische vocals bij The Internet. Dit jaar verkent hij ook het solobestaan en bracht zo ‘Apollo XXI’ uit. In ‘Playground’ creëert hij zijn eigen speeltuin en katapulteert ons meteen terug naar een zonnige sixties-sfeer. Het nummer opent met grootste opbloeiende samples en speelt meteen zijn kaarten uit met een gitaarrif die ontegensprekelijk Steve Lacy’s handtekening draagt. (Gertie)
58. Yung Lean – Blue plastic
Yung Lean lijkt de memerap en druggy hiphop die zijn carrière kenmerkten overstegen. Op ‘Blue plastic’ slaat de artiest een nieuwe richting in. Het depressieve dat terug te vinden is in zijn oudere oeuvre is nog steeds aanwezig, maar de manier waarop die muzikaal vertaald wordt ligt meer in lijn met donkere minimal synthwave. Het gebroken drumpatroon hint enigszins nog naar de hiphop-roots van Leandoer Håstad, maar de geautotunede vocals en meer zangerige stijl zorgen ervoor dat op ‘Blue plastic’ terecht het etiket van “song” geplakt kan worden. (Daan)
57. James Blake feat. Rosalia – Barefoot in the park
Op zijn meest recent album maakte James Blake duidelijk dat hij meer te bieden heeft dan tristesse met een eenzame beat en een verdwaalde piano. Dit nummer, met zijn flamenco-achtige klanken, is een van de meest gelukkige en geslaagde momenten ervan. Het is vooral Spaanse zangeres Rosalia die voor een streepje zonneschijn zorgt met haar zoete latinovocals. Blake waagt zich zelfs aan een paar woordjes Spaans zonder daarbij te klinken als een dronken Britse toerist in Ibiza. Net als je begint de denken dat er voor de twee een happy ending weggelegd is, heeft dit romantisch nummer nog een morbide verrassing in petto. (Eva S)
56. Brutus – War
Het is snel gegaan, maar sinds debuut ‘Burst’ kunnen Stefanie Mannaerts en co bij hun tweede worp al zeggen dat ze meespelen op wereldniveau, en dan nog met een fanschare die zich ver buiten de metalhoeken bevindt. ‘War’, het hoogtepunt uit ‘Nest’, illustreert meteen waarom het bijna niet anders kon gaan voor de Belgen. Mannaerts’ scherpe stem spreekt uit zichzelf een storm aan glasheldere emoties, en wanneer het hard mag gaan, gaat Brutus hàrd, en daar windt ‘War’ geen doekjes om. Een ijle intro wordt aan gort gestrapt door verpletterend drum- en gitaarwerk, zonder dat de emotie eronder bezwijkt. (Pascal)
55. Chromatics – You’re no good
De onweerstaanbare groove in ‘You’re no good’ neemt je mee naar het in neonlichten-badende uitgaansleven. Het is misschien niet de meest spannende single-keuze uit ‘Closer to grey’, maar dat kan je Johnny Jewel en zijn companen amper kwalijk nemen. ‘You’re no good’ is nu eenmaal dansbaar, bezit voldoende hit-potentieel en is gewoonweg het makkelijkst in het gehoor liggende nummer van de hele plaat. Ruth Radelets mierzoete stemgeluid is een troef die volledig wordt uitgespeeld en Jewels analoge synth-melodie is een oorworm van jewelste. (Martijn)
54. Charlotte Adigéry – High lights
“Ik hoorde vaak dat ik te veel van kapsel verander en geen eigen stijl heb. Ik werd superonzeker van die kritiek en was zelfs bijna gestopt toen ik besefte: wacht een keer, nee, ik vind dat wijs en er zijn miljoenen andere zwarte vrouwen die dat ook de max vinden. Het is iets superkrachtig, iemand anders zijn maar daarom jezelf niet ontkennen.” Charlotte Adigéry vatte in een interview hier begin dit jaar kordaat samen hoe ze ’t ook in single ‘High lights’ bezingt: zelfexpressie is immens belangrijk, and I don’t care what you think. Meer dan een stuiterende beat, wobbelend baslijntje en wat outer space-synths in een subtiele DEEWEE-productie behoefden zij en Bolis Popul verder niet om een van de spannendste én meest krachtige songs van 2019 af te leveren. (Gilles)
53. Shura – Skyline, be mine
Shura bracht dit jaar met ‘Forevher’ een explicit en iconisch lgbt+-album uit. Toch is het niet de video van ‘Religion (u can lay your hands on me)’ of het aanstekelijke ‘Side effects’ die ons het meest bijblijven. De baslijn van ‘Skyline, be mine’ is mogelijks de beste – met concurrentie van Japanese Breakfast verder in deze lijst – van dit jaar. Het is de rode draad waarrond haar ijle stem en afstandelijke synths opgebouwd zijn. Dit nummer bewijst dat de perfecte pop ook slenterend traag en ondraaglijk sexy kan zijn. (Michelle)
52. Bon Iver – Hey, ma
Een van de beste melodieën op de vierde plaat ‘i,i’ van Bon Iver is te vinden op ‘Hey ma’, een nostalgische track met een hoog knuffelgehalte. Warme synths omarmen je terwijl een elektronische puls en vervreemdende effecten je even terugvoeren naar voorganger ‘22, a million’. ‘Hey, ma’ is een heldere song, recht voor de raap, en een beetje atypisch voor de songwriting van Justin Vernon. Toch is het zo gelaagd dat er bij iedere luisterbeurt iets nieuws te ontdekken valt en ook de lyrics vragen soms om een cryptische ontcijfering of het betere giswerk. In de videoclip zien we ook fragmenten uit Vernons kindertijd. (Guillaume)
51. Peggy Gou – Starry night
Nadat ze vorig jaar met ‘It makes you forget (Itgehane)’ een goeie beurt maakte, is de carrière van de Zuid-Koreaanse DJ en producer ontploft. Het nam haar mee over heel de wereld (onder andere ook naar de Kompass) en dit jaar maakte ze met de ep’s ‘Moment’ en ‘DJ-Kicks’ uitstekende opvolgers. Daarbinnen in ‘Starry night’ veruit het meest opvallende en kenmerkende nummer. De droge baslijn en hi-hats worden doorweven met een paar piano-akkoorden die de zomer altijd wat dichterbij laat lijken dan ze werkelijk is. (Michelle)
50. Clairo – Bags
Voor alle muzikale ellende die Youtube ons bracht, zijn er af en toe compensatoire snoepjes. Clairo bracht met ‘Immunity’ dit jaar een wondermooi debuut uit. De coproductie van haar en Rostam is behoorlijk naadloos en daar is ‘Bags’ een logisch gevolg van. De gortdroge intro is bijna lelijk maar wanneer Claire Cottrill haar lijzige stem erover laat rollen, valt alles samen. Haar openheid is geruststellend en de eenvoud maakt dat het tot ieders verbeelding kan spreken. (Michelle)
49. Mark Ronson feat. Angel Olsen – True blue
Op een of andere manier overtuigde Michelle me enkele maanden geleden om een lied van Mark Ronson te luisteren, een artiest waar ik absoluut niéts mee heb. Ik heb er geen seconde spijt van gehad, integendeel. Angel Olsens vocale bijdrage is prachtig, maar het nummer is meer dan dat – die springerige bas alleen al! Wanneer ik binnen een 20-tal jaren mijn eerste televisieserie maak, haal ik dit nummer van onder het stof als introsong, en menig hipster zal denken: ‘waarom was deze song ons in 2019 niet opgevallen?’ (Frederik)
48. Georgia – About work the dancefloor
Oh god, wat is synthpop geweldig wanneer het goed gedaan wordt. Georgia voelt dat ook. Met ‘About work the dancefloor’ heeft de Britse een bom slash bop gedropt die aan alle vereisten van het genre voldoet. Ze zingt over vluchtige verlangens, beseffende dat een electrohit moet aanvoelen als een kortstondige crush die je over en over kan beleven. Ze gooit al haar emoties te grabbel, zich realiserende dat een anthem alleen maar meegekeeld wordt als de boodschap universeel en overweldigend aanvoelt. En ze zingt over haar gebrek aan poen en pakjes, heel goed wetende dat materiële zaken nooit hetzelfde gevoel zullen geven als een avondje partyrocken in de club. (Thomas)
47. Caroline Polachek – Pang
Er is niemand die “Pang!” zo kan bezingen als Polachek op het titelnummer van haar debuut. De manier waarop is niet alleen gruwelijk catchy tevens voelt het als een soort uitlating, een moment van catharsis. Zelf beschrijft ze het gevoel als een soort interne adrenalinestoot die ze ‘s nachts vroeger kreeg. De schattig klinkende gecomputeriseerde bleeps en bloops komende van Danny L Harle zorgen voor het contrast achter de geiser van emoties – al dan niet voorzien van stemvervorming – die Polachek brengt in het nummer. (Yannick)
46. Molly Sarlé – This close
We zagen Molly Sarlé enkele maanden geleden nog alleen met haar gitaar in een café in Leffinge, wat behoorlijk surreëel was met een wereldnummer als ‘This close’ onder de arm. Dat kunnen we zeggen, want ook uitgekleed stond de song als een huis. De studio is echter van een ander kaliber, met die invallende meerstemmigheid, wiegend ritme en subtiele gitaartoetsen. We hebben het uitgetest: het verliest z’n effect niet na (te) veel luisterbeurten. (Mattias)
45. (Sandy) Alex G – Gretel
“The internet’s secret best songwriter” is (Sandy) Alex G niet meer, maar dat ligt niet aan de laatste twee woorden van die uitdrukking. Bloedstollend mooie nummers schrijven is namelijk nog altijd de hobby van de Amerikaan en met ‘Gretel’ deed hij dit jaar misschien wel beter dan ooit. Het nummer klinkt intiem en zit, vintage Alex G, vol kleine laagjes die zich pas openbaren na een aantal luisterbeurten. Een echt refrein is er niet, een metaalachtige piano die een tikje achter het akkoordenschema lijkt aan te strompelen wél. En zo is ‘Gretel’ alweer een klassesong van Alexander Giannascoli, die pijn en schoonheid aan elkaar lijmt alsof het Club Brugge en overwinningen waren. (Quinten)
44. Raketkanon – Lou
‘Lou’ is één van de laatste negen nakomelingen van Raketkanon. Hij dreigt subtiel van bij zijn geboorte maar toont pas na de midlifecrisis omstreeks het tweeminutenpunt zijn ware gelaat: startend als een slow, eindigend als een via distortion en vocale uithalen tot monster herrezen oude liefde. Kiezen tussen de kinderen van dit ondertussen ter zielen gegane Gentse viertal is traditiegetrouw uiterst moeilijk maar wij zouden ‘Lou’ toch tot één van onze favoriete telgen van Raketkanon rekenen. (Lowie)
43. Tyler, The Creator – Earfquake
Justin Bieber wees de song af en ook aan de deur van Rihanna werd tevergeefs geklopt. Uiteindelijk kan niemand anders dan Tyler, The Creator zijn eigen nummers het best naar buiten brengen. Als leadsingle van Tylers zesde studioalbum ‘Igor’ opende ‘Earfquake’ het nieuwe hoofdstuk waarin hij met blonde pruik en rosekleurig maatpak de show steelt. De onzuivere vocals van de demo werden bewaard en op de achtergrond klinken Charlie Wilson en Jessy Wilson. Playboi Carti klinkt als gastrapper bijna onherkenbaar maar is wel onmisbaar. De schaal van Richter wordt best herzien na het beluisteren van ‘Earfquake’. (Guillaume)
42. Hand Habits – Placeholder
Er zijn veel manieren om een nummer te maken over jezelf betekenisloos voelen in een relatie. Je kan je woede kanaliseren in harde gitaren, je kan je verdriet breed uitsmeren over sentimentele strijkers, je kan je introspectie begeleiden met wat fingerpicking. Of: je maakt een lieflijk nummer dat zowel vrede en vergiffenis uitstraalt als heel subtiel steken onder water geeft. Op ‘placeholder’ schildert Hand Habits met hun kalme stem en tedere piano-akkoorden een sereen schilderijtje om het tezelfdertijd met pijnlijk scheurende gitaren en tekstuele uppercuts kapot te stampen. Het titelnummer is een serieuze stomp in de maag, maar dan met fluwelen handschoentjes – de muzikale verfijndheid is om duimen en vingers van af te likken. Teleurstelling en verdriet zijn misschien wel het schoonst met een subtiele verpakking. (Nina)
41. Fulco – De sms’ende mens
De sms’ende mens is… boos, eerlijk, haha, onweerstaanbaar vanavond, vals, rap. Fulco pakt ons allen met ‘De sms’ende mens’ een beetje bij het nekvel zonder er veel woorden aan vuil te maken. Dankzij de ironie en absurde elektronica laat hij de realiteit lekker wankelen op haar eigen grondvesten. Waar anderen voor een frontale maatschappijkritische aanval kiezen, doorprikt Fulco diezelfde ballon met dolgedraaide Nederlandstalige elektropop. De toetsenist van Beraadgeslagen en Stadt treedt deze keer op de voorgrond als gitarist en frontman en maakte met zijn debuut een plaat waar wij oprecht blij van worden. (Jonas)