40. Magdalena Bay – Mercurial world
Dissecties en deep dives in de wondere wereld in de rise van Magdalena Bay achterwege gelaten, is ‘Mercurial world’ één van de betere popplaten van dit jaar. Het tweetal weet een concept te creëren dat zoveel verschillende subgenres uit pop weet te verwerken tot één dosis pure blijdschap. Hier en daar durven teksten introspectief en een tikkel melodramatisch te zijn, al wordt dat in ieder nummer vrijwel bedolven onder een deken van kleurrijke synths zoals in één van de hoogtepunten van de plaat ‘Chaeri’. (Yannick)
39. Jazmine Sullivan – Heaux tales
‘Heaux tales’ is groter dan Jazmine Sullivan zelf, groter dan haar stem wanneer ze die de vrije, indrukwekkende loop gaat gaan. Haar vierde album werd een communaal project, waar vele vrouwen aan meewerkten door onder meer de context verschaffende interludes te vullen, en nog meer vrouwen zichzelf in konden herkenden. Door geconcentreerde songwriting en de meest minimale productie in vergelijking met haar vorige albums, liet Sullivan ruimte aan zichzelf om haar stem de aandacht te schenken die ze verdient. Over acht verslavende nummers heen bezingt ze herkenbare en meeslepende, soms tegenstrijdige sentimenten, motivaties en gevolgen van wat er allemaal gewonnen en verloren kan worden met een beleving van seksualiteit die sliert van bron van trots naar schaamte en terug. (Sarah)
38. Sega Bodega – Romeo
Waar 2020 voor Sega Bodega het moment was om licht trieste quarantainecovers te maken, en ook ‘Salvador’ behoorlijk ingetogen klonk, is ‘Romeo’ het licht aan het eind van de tunnel. Clubbeats vormen de overhand, maar uiteraard worden die naar zijn hand gezet. De overslaande garage van ‘Only seeing god when i come’ krijgt nog een extra skip, Charlotte Gainsbourg die zingt over bouncy UK Bass is een meer dan aangename verrassing. Toch is wat van die emotionaliteit van vorig jaar blijven hangen. Het is net door dit te combineren met de innovatieve instrumentals dat ‘Romeo’ meer wordt dan de som der delen. (Daan)
37. Madlib & Four Tet – Sound ancestors
Twee legendarische sample-producers van diverse strekking die de handen ineenslaan voor een volledig instrumentaal album, wat kan je daarvan verwachten? Wel, de crate diggers kiezen voor eclectisch overzicht van hun kunnen: nu eens hoor je de klassieke boom bap Dilla-knipoog dan weer free jazz, latino-gitaren na postpunkgejengel en 60’s r&b tot perfectie verhakkeld. Alles samen vormt het een zeer te pruimen ontdekkingsreis door een collectie van twee ervaren muziekliefhebbers. (Anton)
36. Hiatus Kaiyote – Mood valiant
De geboorte van ‘Mood valiant’ kende nochtans een moeilijk proces. Zangeres Nai Palm kreeg te maken met een agressieve borstkanker die ze naar eigen zeggen wel al vaker geanticipeerd had. De andere bandleden spreken vol bewondering over de manier waarop Nai met de ziekte is omgegaan. En de fans denken na de release hetzelfde. Hiatus Kaiyote leverde dit jaar een levenslustig en daadkrachtig album af. Er werd noch gemorst, noch te veel gewild. De intelligente composities voelden nergens gekunsteld aan en verloren door de berekeningen in de percussie niet aan warmte en vitaliteit. Laten we Nai als voorbeeld nemen. (Laurent)
Er is al veel geschreven over The Armed en hun ‘Ultrapop’. Is het een kunstproject dat bedoeld is als persiflage op de streamingcultuur? Is het echt een band, of een schaduwcollectief van meer dan honderd leden? Is Tony Hawk op een of andere manier betrokken bij de band? Het zijn leuke vragen om over te palaveren, maar uiteindelijk irrelevant wanneer ‘Ultrapop’ door je boxen schalt. Hoe het album ook is ontstaan en wat de precieze bedoeling erachter ook mag zijn; er bestaat geen twijfel over dat dit een overweldigende brok noiserock is. De productie is zodanig dicht geplamuurd dat de chaotische songs nog een extra bedrukkende laag krijgen, maar het meest interessante aspect is dat er onder alle geweld eigenlijk verdacht aanstekelijke songs verstopt zitten. (Tobias)
34. Koreless – Agor
Koreless schaafde in alle stilte aan zijn geluid. Zijn eerste nummers dateren van 2011 en toch is ‘Agor’ pas zijn debuutalbum. Dat nauwkeurige werken heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen. Koreless presenteert een sterk samenhangend album dat de emoties niet schuwt. Gesamplede angels voices en snel repetitieve synths zijn de bouwstenen waarmee de Schot aan de slag gaat. Die combinatie komt het duidelijkst naar voor op ‘White picket fence’, hoewel ‘Black rainbow’ evenwel aandacht verdient. Zoemende synths en schelle fragmentjes blijven maar opbouwen. Ondanks het ontbreken van bassen, leidt het toch tot een ontlading van euforie. (Daan)
33. Mdou Moctar – Afrique victime
‘Afrique Victime’ is een veertig minuut tellende plaat die werkt als één grote bezwering door de Nigeriaanse psychedelische rockers. Er wordt vooral gezongen in het Tamasheqs, een taal eigen aan de nomadische berberstammen in Algerije, Mali, Nigeria en Burkina Faso. Het spannendste moment ontstaat echter wanneer Mdou Moctar’s hand de gitaarsnaren bespeelt tijdens één van de vele solo’s. Die hand houdt doorheen het hele album gelukkig niet op met bewegen. Mooi verhaal ook: Als kind raakte de Touareg geïnspireerd door Jimi Hendricks, bouwde hij zijn eigen gitaar en leerde zichzelf ermee spelen. Zo groeien gitaarlegendes dus op. (Eva)
De champagneflessen ten huize van Sylvie Kreusch staan op springen want in iedere (Belgische) eindejaarslijst doet ze haar intrede met haar debuutalbum ‘Montbray’. Dus ook in deze lijst. De netjes uitgestippelde solo-weg van Kreusch begon enkele jaren geleden met de passionele ep ‘BADA BING! BADA BOOM!’ en evolueerde via het etherische ‘Wild Love’ tot ‘Montbray’, pop grand cru voor de fijnproevers met dansbenen. Liefde en de scheurtjes die het vertoont is het grote thema van de plaat, scherpzinnig bezongen op ‘Walk walk’ of weemoedig herinnert op ‘Falling high’. ‘Montbray’ wankelt geen enkel moment paradeert trots richting belpoperfgoed. (Guillaume)
31. Brockhampton – Roadrunner: new light, new machine
Met zes puike albums op vijf jaar tijd, zal de titel ‘Beste Brockhampton’ een eeuwige bron van discussie zijn onder elke doorwinterde fan. Op ‘Roadrunner’ wordt er geen water opnieuw uitgevonden, en waarom zou dat ook nodig zijn. Zoals altijd slingeren de leden van het collectief elkaar rond in een klaterende boksring, waarbij elke vijf minuten wel een nieuwe verrassing de ring binnen ramt om de Champion Belt te bekampen. Danny Brown klapt ‘Buzzcut’ open, JPEGMAFIA staat paraat voor enkele rake klappen, en ook A$AP Rocky komt plots de arena binnengegleden. Toch blijft onze favoriete victory lap ‘I’ll take you on’ waar Charlie Wilson met zijn oude knoken de competitie aan flarden zingt. Sta ons toe om ‘Roadrunner’ dit jaar bovenaan ons Brocklijstje te noteren, maar vraag het ons volgend jaar zeker nog eens. (Zeno)